Een blog over hoe ons denken ons in de weg zit. Ook in het opvoeden. Hoe meer je inziet hoe dat werkt, hoe makkelijker het wordt. En hoe fijner het is voor je kind.
Ik kan me nog herinneren dat ik vroeger (toen ik jong was) tijdens een ruzie in mijn relatie weleens zo’n vaag gevoel had, dat het ook anders zou kunnen. Alsof we een toneelstukje aan het doen waren. Terwijl ik tegelijkertijd ook zéker wel emotioneel was.
Nu weet ik dat dit gevoel klopte. Hoezeer we ook ergens in opgaan, altijd blijft er iets ‘aanstaan’, dat zich dit bewust is. Je bewustzijn, zou je dus kunnen zeggen. Dat wat alles onmiddellijk, op precies hetzelfde moment, waarneemt. Je aanwezigheid, zou je ook kunnen zeggen.
Precies dát was het, wat ik mij ergens vaag bewust was. Er wat iets wat het waarnam en de gedachte deed opkomen: ‘we kunnen hier ook gewoon mee stoppen’.
En dat is waar. Er is altijd de mogelijkheid dat je iets opeens anders ziet en dan anders reageert. Eigenlijk is dat heel normaal. Of beter gezegd, natuurlijk. Van nature zou je op elk moment reageren op een manier die bij de situatie past.
Het enige wat ertussen zit, is ons denken. We dénken dat de situatie zus en zo zit. We dénken dat het logisch is dat we ergens boos van worden. We dénken ons ook boos, in feite. We hebben een irritatie-gedachte ‘kan het nou nooit normaal hier’, of ‘waarom doet hij altijd zo moeilijk’ enz. En voilá, we zijn boos.
Dat is wat mij het afgelopen jaar steeds duidelijker is geworden. En waar ik je graag wat meer over zou willen vertellen. Omdat het helpt als je meer en meer inzicht krijgt in hoe het denken we werkt en hoe we in feite ons denken ervaren.
Het is niet de situatie die je boos maakt. Het zijn je gedachten erover. Maar wat zijn gedachten eigenlijk? Ze hebben geen vorm, ze zijn vluchtig, je bent ze zo weer kwijt, tenzij je ze steeds herhaalt. En dat doen we vaak. Maar waarom zouden we dat blijven doen?
We kunnen er ook mee stoppen. Nee, niet met denken. Je hebt niets te melden over je gedachtes, ze komen en gaan, of je wilt of niet. Soms is dat fijn en soms helemaal niet handig.
Maar we kunnen wél inzien hoe het werkt. En dat we er alleen maar last van hebben om ze steeds te herhalen. Ze te geloven. Want dat doen we. We geloven ze en herhalen ze en geven ze steeds meer voeding.
Totdat we barsten van frustratie en boosheid, of verdriet. We uitbarsten in boze woorden (ook naar ons kind) of in een huilbui. En voor onze kinderen is dat al helemaal niet fijn. En zeker niet helpend.
En daar mogen we mee stoppen. Stoppen met gedachten herhalen en ze te geloven. We nemen ze veel te serieus. En soms overkomt je dat gewoon, mij ook. Maar er zijn altijd weer momenten waarop je je kunt realiseren “O ja, ik doe het weer. Ik geloof mijn gedachten en voed ze teveel”.
Dat zal je enorm helpen om niet meer uit te vallen tegen je kind. Om niet je geduld te verliezen (want je hoeft niet meer je best te doen om het te bewaren). Om de dingen beter te kunnen accepteren, te laten zijn voor wat ze zijn.
Dan wordt je leven makkelijker en lichter. En vrolijker. Maak je je minder zorgen, ontdek je dat je niet overal wat van hoeft te vinden (ook vind je hoofd van wel).
En soms overkomt het je tóch. Dat is dan zo. Zo is het leven. Dan is er dit en dan is er dat. Maar alles gaat voorbij. En hoe meer je inziet hoe het werkt met je denken, hoe eerder je het zult opmerken dat het ‘het weer doet’.
Het leek me wel een passend onderwerp voor een blog zo op de drempel van het nieuwe jaar. In een tijd die toch altijd oproept tot overpeinzing. Ik ben benieuwd wat je ervan vindt. Gelukkig nieuwjaar!
Ik heb een korte tip voor je. Te simpel voor woorden. En toch werkt het. Hier komt ie.
Eén van de moeilijkste dingen in het opvoeden is je eigen emoties de baas blijven. Zeker bij een pittig kind kun je heel makkelijk getriggerd worden.
Bijvoorbeeld door machteloosheid of moedeloosheid. Dat je denkt ‘daar gaan we weer…’ of ‘kan het nou nooit eens makkelijk?’ Je kent het vast wel.
Wat minstens zo makkelijk wordt getriggerd is je eigen boosheid. Een gevoel van niet serieus genomen te worden of, nog erger, je aangevallen voelen. Pittige kinderen zijn er vaak meesters in om je te raken met hun woorden.
Wat dan helpt om het niet te laten escaleren is dit: neem een hap lucht. En zucht. Of beter, adem rustig uit. Dus je zegt nog even niks en ademt in en ademt uit. Laat je uitademing langer duren dan je inademing. Dat kalmeert.
Dat geeft je de gelegenheid om je te realiseren wat er aan de hand is. Dat je kind boos is en dat jij geraakt wordt door wat je kind zegt of doet. Maar, let op: dit is niet het einde van de wereld. Vertel jezelf dat ook. ‘Het is niet erg, ik kan dit aan’.
Vertaal het gedrag van je kind voor jezelf. ‘Hij kan even niet dealen met wat er is’ of ‘ze is de regie kwijt en nu neemt de emotie het over’. Je beschrijft het gedrag in termen van wat er met je kind aan de hand is. Je weerstaat de verleiding om wat je kind precies zegt of doet op jezelf te betrekken. Want het gaat niet over jou, ook al lijkt dat zo. Onthoud dat goed.
En dan komt er ruimte om te reageren op een manier die de situatie doet de-escaleren. Dan zie je wat er nodig is. Soms is dat erkenning geven of een knuffel geven, soms is dat even uit de situatie gaan en soms is dat even helemaal niets doen.
Maar wat het ook is, het begint met niet vanuit je emotie reageren. Neem altijd eerst een hap lucht. Wen je aan om niet impulsief vanuit je emotie te reageren. Daarin ben je dan ook nog eens een voorbeeld voor je kind.
Probeer het eens uit en laat me weten of het bij jou ook werkt. Veel succes. O ja, en vergeet niet dit blog te delen, dank je wel alvast 🙂
Als je baby peuter wordt, komt er een moment waarop hij dingen doet die jij niet wilt. Anderen slaan bijvoorbeeld. Soms kan dat heftig zijn en is het moeilijk voor jou om mee om te gaan. Wat is de beste manier om je kind te leren niet te slaan?
Er zijn een paar dingen die je niet moet doen, in de eerste plaats is dat je kind slaan. Hoewel iedereen weet, dat je je kind niet mag slaan, hebben veel ouders ook weleens het idee gehad om hun peuter of kleuter te laten voelen hoe dat voelt, wat hij doet. Dus toch één keertje terugslaan of knijpen. Doe dat niet.
Je kind leert altijd het meeste van wat jij voorleeft. Dus als jij slaat, ook al is het maar één keertje, geef je toch een verkeerd voorbeeld. Je kind slaat de herinnering op dat jij slaat. Dat is sterker dan jouw uitleg erbij.
Wat ook geen goed idee is, hoewel heel gangbaar, is apart zetten. Een time-out. Je kind slaat omdat hij boos is. Een boos kind apart zetten roept nog meestal nog meer strijd op. Je creëert daarmee een escalatie.
Bovendien laat je je kind alleen met zijn emoties, terwijl hij jouw hulp en steun nodig heeft. Hulp om te leren met zijn emoties om te gaan. Grip krijgen op zijn emoties en zijn gedrag leren sturen. Je kind moet leren dat slaan niet mag. Hoe doe je dat?
Wees duidelijk, maar blijf rustig en begripvol. Haal hem weg bij het andere kind. Zeg iets in de trant van “Ik zie dat je heel boos bent, hè. En weet je, je mag niet slaan. Want dan doe je een ander pijn. Kijk maar”. Zorg dat het kind dat door jouw kind is geslagen ook aandacht krijgt. Erken dat het niet leuk is, dat het pijn doet, dat je kind dat niet had mogen doen.
Als je kind weer rustig is, kun je het eventueel opnieuw proberen. Maar blijf in de buurt. En als je kind boos wordt, wees er dan bij. Herinner het eraan, dat slaan niet mag. Stimuleer je kind om met woorden duidelijke te maken dat hij of zij boos is of iets niet wil. Lukt het niet, neem dan de consequentie en ga bijvoorbeeld naar huis met je kind of laat je kind ergens anders spelen.
Doet jouw kind het jongere broertje of zusje pijn? Grijp onmiddellijk in. En als het vaker gebeurt, zorg dan dat je ze nooit alleen laat. Jij moet ervoor zorgen dat de kleinste zich veilig voelt. Neem een van beiden mee als je naar een ander vertrek gaat. Of hou de box nog een tijdje in gebruik. Zoek praktische oplossingen. Ter bescherming van de jongste, maar ook van de oudste, zodat-ie de kans niet krijgt.
Als het toch gebeurt, reageer je schrik over de jongste dan niet af op de oudste. Het belangrijkste is dus dat je zelf rustig blijft en het ziet als een leerproces, waarbij je kind je hulp nodig heeft. Dat is het meest effectief.
Combineer dus duidelijkheid met begrip en erkenning. Wees duidelijk over het niet mogen slaan. Wees hierin ferm, maar niet boos met een afwijzing in je toon. Erken zijn gevoelens en geef er woorden aan, zodat je kind zelf ook leert om er woorden aan te geven.
En oefen met je kind alternatieven. Voor jonge kinderen is het bijvoorbeeld heel geschikt om te gaan stampvoeten en vuisten te ballen. En ondertussen er woorden aan geven ‘ik wil dit niet, ik vind het stom’, bijv. Oefen dit ‘droog’ in een rollenspel, zodat je kind het ook nog kan als ze boos is.
Vind je dit goede tips? Deel deze blog dan met anderen, zodat zij er ook profijt van kunnen hebben. Dank je wel alvast. Ook lees ik graag je reactie, die kun je hieronder kwijt.
In het vorige artikel Hoe je uit het negatieve patroon met je kind komt, schreef ik over het belang van zelfonderzoek. Als je ziet wat je triggert in het gedrag van je kind, begrijp je waarom je steeds in hetzelfde patroon van boos of straffen terecht komt. In dit artikel lees je hoe je vervolgens uit het patroon stapt.
Ten eerste moet je herkennen, dat je in zo’n patroon terecht dreigt te komen. Dat herken je aan gedachten als “daar gaan we weer”, “o jee, nou zal hij wel weer…”, “dat kind is ook altijd zo …..”. Het zijn meestal gedachten met de woorden ‘weer’ of ‘altijd’ erin, of gedachten gericht op dat het er niet mag zijn. “dit moet nu eens een keer afgelopen zijn”, “het moet nu echt stoppen”. Als je dergelijke gedachten hebt, ben je al niet meer open.
Herken je dat dit gaande is? Dan is het advies: doe even niets. (Tenzij er sprake is van een gevaarlijke situatie, dan moet je natuurlijk altijd ingrijpen.) Reageren vanuit je emotie is zinloos, je weet al wat het oplevert. Om iets nieuws te doen, kun je beginnen met niets doen. Word in jezelf gewaar wat er gebeurt. Als je je eigen emotie de kans geeft om zich te roeren, zonder direct in actie te komen, zal het rustiger worden in jezelf.
Je zult ontdekken wat je stoort en wat je graag wilt. Het wordt helder waar het over gaat. Er komt ruimte voor een andere reactie, dan je tot nu toe deed. Je stapt als het ware uit de blikvernauwing die je hebt als je emotie de boventoon voert. De kans, dat je ziet wat er werkelijk nodig is, is nu veel groter.
Nu kun je communiceren vanuit een ik-boodschap. Je geeft aan wat je boos maakt en waarom. En, heel belangrijk, wat je van je kind verwacht. “Het maakt me zo boos, als ik zie dat je weer met de voetbal in de kamer speelt. Ik ben bang dat je dan per ongeluk dingen stuk maakt. Een voetbal hoort niet in de kamer. Ik heb geen zin om de bal af te pakken of weg te doen. Ik wil gewoon dat jij ervoor zorgt dat je niet meer in de kamer voetbalt. Ga anders naar buiten of bedenk iets wat wel in de kamer kan”.
Laat je kind de natuurlijke consequenties van zijn gedrag ervaren. Als hij met zijn gedrag anderen tot last is, of schade berokkent, kun je hem helpen om zijn gedrag aan te passen. Bijvoorbeeld de rommel opruimen, iets wat hij kapot heeft gemaakt vervangen, sorry zeggen en vragen hoe hij het goed kan maken.
Bedenk samen met je kind alternatieven voor ongewenst gedrag. Als hij boos is, wat kan hij dan wel doen om zijn boosheid te uiten? Hoe kan je kind in bepaalde situaties voorkomen dat hij boos wordt? Als hij met iets wil spelen waar een ander mee speelt, wat kan hij dan doen? Als hij ongeduldig wordt als jij aan de telefoon bent, wat dan? Enz.
De tijd nemen om je eigen emoties te herkennen geeft je ook ruimte om geduldiger te zijn. Elk kind vindt sommige situaties lastig. Bijvoorbeeld samen spelen met andere kinderen. Als jij in jezelf herkent, dat jij dat op jouw beurt weer lastig vindt om te zien, kun je je eigen gevoelens losmaken van wat je kind doet. Je kunt je kind dan helpen nieuw gedrag te leren zonder dat jouw emoties daarbij in de weg zitten.
Vind je dit artikel zinvol voor andere ouders? Deel het dan via de shareknop, dank je wel. Ook ben ik benieuwd naar jouw reactie, die lees ik graag hieronder.
Soms loopt het even helemaal niet lekker met je kind. Hij of zij vertoont regelmatig ongewenst gedrag, waarop jij reageert met boos worden en straffen. Maar het lijkt niet te helpen. Je komt in een cirkel terecht van straffen en negatief gedrag. Of nog erger, een spiraal, een spiraal de verkeerde kant op. Hoe doorbreek je dit? Door iets anders te doen dan boos worden of straffen.
Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want je komt niet voor niets steeds in dezelfde situatie terecht met je kind. Vaak zit er ook een automatisme in jouw gedrag achter. Een patroon zogezegd. Je kind doet iets en jij reageert steeds op dezelfde manier.
En de film wordt weer afgespeeld. Herkenbaar? Ik kan me dat nog heel goed herinneren van toen mijn kinderen jonger waren. Je komt in een film terecht, je weet hoe het afloopt en je lijkt het niet te kunnen keren. Zo machteloos voelde ik me dan.
Wat er nodig is om iets anders te kunnen doen, is eerst weten waarom je zo doet. Daarvoor is onderzoek nodig. Een kijkje in jezelf. Vraag jezelf eens af na een confrontatie met je kind: “Wat vond ik van het gedrag van mijn kind, welke gedachten had ik? Wat voelde ik? Wat deed ik daarna en wat zei ik? Wat wilde ik daarmee bereiken? “
Je gedachten zijn meestal afkeurend. Je vindt het onacceptabel, het mag niet. Of nog sterker: het moet stoppen en wel nu! Let maar eens op hoe je denken in zo’n situatie tekeer kan gaan. “ik moet dit nu stoppen”. Of “is hij nou helemaal gek geworden? Als dit zo doorgaat dan…”
Ook zonder dat je het je misschien bewust bent, zitten daar emoties onder. Angst, irritatie, machteloosheid, verdriet, het kan van alles zijn. Angst dat je kind iets verkeerds gaat doen, angst dat jij je kind niet onder controle hebt. Irritatie omdat hij zo anders is dan jij, omdat hij niet lijkt te snappen dat jij dat niet wil. Machteloosheid, omdat het de zoveelste keer is dat dit gebeurt en jij dat niet lijkt te kunnen veranderen. Verdriet omdat hij zichzelf met zijn negatieve gedrag in de weg zit.
Deze gevoelens zeggen veel over jou. Jij reageert zoals je doet , omdat jij jij bent. Daarom is het zinvol om deze gevoelens te onderzoeken. Waar komen ze vandaan? Wat raakt jou zo? Hiermee kom je oude patronen in jezelf op het spoor. Misschien word je geraakt, omdat er als kind niet naar je geluisterd werd. Of omdat je je niet serieus genomen voelde. Of zit er onder je irritatie een oude angst om niet begrepen te worden.
Om in dit soort situaties anders te kunnen reageren, heb je inzicht in je patronen nodig. Waarin word jij gemakkelijk geraakt, welk gedrag triggert jou? Want die patronen, die onbewuste automatische reacties maken het je zo lastig om het anders te doen, ook al neem je je nog zo vaak voor om het anders te doen.
Behalve achteraf kun je dit soort patronen in jezelf ook onderzoeken in de situatie zelf. Dat kan nog meer helderheid geven. Probeer eens om tijdens de eerstvolgende confrontatie met je kind te voelen wat er in je omgaat. Welke gedachten zijn er? Welke gevoelens worden geraakt? Ken je dit gevoel?
Straffen is niet zo effectief als we vaak denken (of misschien hopen 🙂) En dat komt o.a. doordat we vaak straffen vanuit een geraakt zijn, vanuit onze eigen emoties. Er zijn andere en meer effectieve reacties op negatief gedrag mogelijk. Daarover de volgende keer meer.
PS Herken je wat ik hier beschrijf en vind je het moeilijk om daar in je eentje uit te stappen? Weet dat ik je kan helpen. Mail me om te overleggen hoe ik jou het beste kan helpen
Vind je dit artikel de moeite waard voor andere ouders? Deel het dan via de shareknop, dank je wel! En natuurlijk hoor ik ook graag van je bij de reacties.
Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. Privacyverklaring
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.