Waarschuwen. We maken ons er allemaal schuldig aan. Ik merk nu ik een kleinkind heb van ruim anderhalf jaar, hoe makkelijk dat eruit schiet. Met de beste bedoelingen, daar niet van. Maar toch, is het nou wel zo handig, vraag ik mij af.
Om een voorbeeld te geven: mijn kleinkind kan in principe al goed uit een (plastic) glas drinken. Hij hield niet van flesjes, zodoende. Meestal gaat het goed. Maar laatst pakte hij het glas heel vreemd vast, aan de onderkant. Het was nogal groot en stond te wiebelen op zijn handjes.
Dus ik zei ‘voorzichtig, laat het niet vallen’. Niet dat dat helpt natuurlijk. Het is achteraf gezien ook geen behulpzame opmerking. Beter kan ik dan zeggen ‘pak het maar aan de zijkant vast met je handen’. Want zo deed hij dat eerst en dat gaat prima.
Maar natuurlijk is hij aan het onderzoeken. En doet hij dingen op verschillende manieren, om te ervaren hoe dat uitpakt. Zo werkt dat, dat gaat vanzelf en zo leert een kind.
Dus misschien moet ik mij er helemaal niet mee bemoeien. Want hoe erg is het nou helemaal als er wat er of koude thee over hem heen komt? Een schone broek en trui is ook zo klaar. En dan heeft hij iets geleerd.
Maar wat ik vooral denk tegenwoordig, is dat onze waarschuwingen de kinderen alert maken dat er dingen ‘mis’ kunnen gaan. We halen ze uit de natuurlijke ontspanning. We leren hen dat je goed moet nadenken bij wat je doet.
Want zelf vinden wij dat een groot goed. Nadenken over wat we doen. Van tevoren, namelijk plannen maken en doelen stellen. En achteraf moeten we reflecteren en evalueren. Want daar leren we van, denken we.
Sinds ik mij verdiep in de drie principes van Sydney Banks (3pplein.nl), kijk ik daar heel anders naar. Ik realiseer me dat we geboren zijn om te leven. Dat we gewoon weten hoe we moeten leren lopen en praten. Dat we al doende leren wat handig is en wat niet.
Met andere woorden: dat we een aangeboren innerlijke wijsheid hebben. Maar ik denk nu dat die waarschijnlijk, naarmate we opgroeien, steeds meer verdwijnt onder het cognitieve denken. Waar we veel meer op vertrouwen dan op ons innerlijk weten.
Zoals ik het nu zie, begint dat al in de opvoeding: pas op, kijk uit, denk na voor je iets doet. Of zie het strafstoeltje: het kind moet nadenken over wat het gedaan heeft. We ‘sleuren’ de kinderen bij hun intuïtie en gevoel vandaan, ‘het hoofd in’.
Ik denk bovendien dit cognitieve nadenken in onze maatschappij erg overgewaardeerd is. Kijk zelf maar: hoe meer plannen we maken om zaken te verbeteren, hoe minder het lijkt te werken. Problemen worden eerder meer dan minder. Dus wat is het nut er eigenlijk van? En worden we nou zo gelukkig van al die protocollen en dat doelen opstellen?
Nu pleit ik helemaal niet voor maar raak doen en je nergens wat van aantrekken. Natuurlijk niet. Maar ik denk wel dat het mooi zou zijn als we kinderen konden behoeden voor het verlies van hun aangeboren wijsheid. Als ze zouden weten dat ze het (meestal) zelf wel weten en daar op mogen vertrouwen.
Wat vind jij?
PS ik was eigenlijk van plan te stoppen met bloggen, maar kennelijk zat deze er nog in 🙂
Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. Privacyverklaring
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.