Een boos kind is iets anders dan strijd
Ouders van pittige kinderen hebben doorgaans veel conflicten met hun kind. En daar willen ze graag vanaf. Begrijpelijk. En ik help ze ook inderdaad om uit de strijd te komen met hun kind. Dat betekent echter nog niet, dat hun kind nooit meer boos zal zijn. Maar dat geeft niet. Want een boos kind is niet hetzelfde als strijd.
Je kunt niet voorkomen dat je kind nog weleens boos zal zijn. Niet alles is op te lossen. En je kunt natuurlijk ook niet altijd toegeven aan je kind. Er zullen altijd situaties zijn waarin jij je poot stijf moet houden. Simpelweg omdat je verantwoordelijkheid als ouder dat van je vraagt.
Om wat voorbeelden te geven: Je geeft je kind niet nog een ijsje, omdat je verantwoordelijk bent voor haar gezondheid. Je kind mag niet vaker dan 1 x per maand logeren bij vrienden, omdat hij daar altijd moe vandaan komt en jij verantwoordelijk bent voor zijn welzijn (dus voldoende slaap). Je kind mag niet zonder gordel in de auto, want dit is gevaarlijk. Enz.
Meestal gaat het dus om veiligheid, gezondheid en welzijn. Je kunt je pittige kind ook uitleggen dat het helemaal niet altijd makkelijk is om vader of moeder te zijn. Dat je je kind soms liever zijn zin zou geven, maar dat het nu eenmaal erbij hoort als je ouder bent, dat je ook dingen moet doen die je kind niet leuk vindt.
Het kan ook zijn dat je iets écht niet wilt hebben omdat een ander (kind) er last van heeft. Je kind mag bijvoorbeeld niet rondrennen in een restaurant. Of iets doen waar een ander kindje bang van wordt. Dat soort dingen. Ook dan moet je het gedrag van je kind stoppen.
Wat helpt is als je duidelijk in jezelf kunt voelen dat je iets echt niet wilt. Of juist echt noodzakelijk vindt. Je kunt het dan ook stevig communiceren. “Ik weet dat je het niet genoeg vindt, 1 x in de maand. Maar eerlijk gezegd is dat al meer dan ik het liefst zou willen. Ik vind het belangrijk dat je uitgerust bent. Maar ik gun je ook wel wat. Dus vandaar. En hier moet je het mee doen.”
Je kunt dan ook nog toevoegen “en je mag gerust even boos zijn” of “wees maar even boos”. Dan geef je de emotie van je kind de ruimte, waardoor die veel sneller weer weg kan ebben. En jij hoeft er niet mee te zitten. Het is van je kind en laat het lekker daar.
Verzet je er niet tegen en maak je niet druk. Onthou: een boos kind is geen strijd. Dus als jij het accepteert en er niet tegenin gaat, valt er voor je kind ook niks te vechten. Dan rest hem of haar niks anders dan even boos te zijn. That’s it.
Inspireert dit artikel jou? Geeft het je handvatten? Ik hoor graag van je. En fijn als je het wilt delen zodat anderen het ook kunnen lezen, dank je wel.