Veel ouders en opvoeders hebben angst om kinderen te
geven waar ze om vragen. ‘Een kind zijn zin geven’, dat heeft op zich al een
negatieve klank. De angst om de greep te verliezen is groot. Want als je ze een
vinger geeft, dan …. Maar is dat wel zo?
Je kind verwennen is één van de grootste fouten die je
kunt maken als ouder (denken we). Het is wel het laatste waar we van
beschuldigd willen worden. Het maakt dat we op onze hoede zijn. Niet teveel
goedvinden, niet te snel ja zeggen, bang als we zijn dat ze onze hele hand
pakken.
Het grappige is, vind ik tenminste, dat we het hele
fenomeen juist daardoor in de hand werken. Juist omdat we de greep willen
houden, de controle willen hebben en houden over het kind, probeert die zich
daar onderuit te werken.
Een kind wil namelijk ook zelf bepalen, zelf de regie
hebben over zijn leven. Zeker een pittig kind strijdt voor zijn of haar
autonomie. Gehoorzamen is moeilijk, soms bijna onverdraaglijk. Zeker bij je
ouders, bij uitstek de mensen waar je als kind durft te rebelleren (als het
goed is).
Hoe meer het dagelijkse leven van een kind door de ouders gestuurd en bepaald wordt, met hoeveel liefde en goede bedoelingen ook, hoe meer het kind probeert de autonomie terug te pakken. Door te morrelen aan grenzen. Door ze op te rekken. Door niet tevreden te zijn met één vinger, maar de hele hand te willen. Pakken wat je pakken kan, zeg maar.
Het is eigenlijk niet moeilijk om in te zien dat je op
deze manier krijgt wat je wilt vermijden. Strijd. Een kind dat niet
gehoorzaamt. Maar vooral een kind wat continu probeert er zoveel mogelijk voor
zichzelf ‘uit te slepen’. Zoveel mogelijk voor elkaar te krijgen.
Heel vermoeiend en niet nodig. Als je inziet hoe het
werkt, dat het precies andersom werkt dan je dacht, dan vind je ook de
oplossing. Namelijk niet meer bang zijn om een vinger te geven.
Een kind dat ervaart dat er naar hem geluisterd wordt,
dat ze ertoe doet, dat de ouder alleen bepaalt en ingrijpt als dat echt
nodig is, zo’n kind heeft veel minder noodzaak om steeds bezig te zijn om
zoveel mogelijk voor elkaar te krijgen.
Zo’n kind weet dat er rekening wordt gehouden met zijn of
haar behoeftes. Zo’n kind hoeft niet bang te zijn voor een nee die
eigenlijk onbegrijpelijk is. Een nee, die louter voelt als ‘dwarsliggen’ van de
ouder.
Snap je wat ik bedoel? Als jij stopt met je
machtsspelletje, kan je kind er ook mee stoppen. En kun je gewoon elke
vinger geven die je wilt, zolang er geen echt goede redenen zijn om te
weigeren.
En natuurlijk zal je kind ook weleens een vinger vragen, die je niet kunt of wilt geven. Geen probleem, maar daarom mag je kind er wel om vragen. Erken dat. En vervolgens geef je rustig aan waarom dit niet gaat. En accepteer gewoon dat je kind daar even van baalt. Dat mag toch? Doen wij ook weleens 😊
Ik ben benieuwd naar je reactie, laat het hieronder weten. En als je het wilt delen, heel graag! Dank je wel alvast.