We kunnen opvoeden heel ingewikkeld maken. En dat gebeurt ook heel veel. Maar het is helemaal niet nodig. Laten we het simpel houden.
Er zijn veel (impliciete) ideeën over opvoeden. Je moet zus doen als ouder, of juist zo. Er is goed en er is fout. En je wilt graag een goede ouder zijn, maar ben je dat wel?
Er komt heel veel denken bij kijken. En er zijn veel gedachten. En veel concepten. Over kinderen die grenzen nodig hebben, de hele hand nemen als je ze een vinger geeft. Over helicopterouders, curlingouders, en noem maar op.
Maar het is zoveel simpeler dan dat. Opvoeden is naar mijn idee niets anders dan dat je samenleeft met je kind(eren). En in die interactie gebeurt van alles. Zoals er altijd van alles gebeurt in het leven.
Maar de meeste dingen die gebeuren, daar hoef je niks mee. Dat denk je alleen maar. En vervolgens zeg je dat dan ook. Je zegt wat je goed vindt (complimentje, want dat moet ook), wat je fout vindt (tegenwoordig noemen we dat ‘niet oké’) en wat je kind wel moet doen of waar zij juist mee moet stoppen.
En nog afgezien van dat dit natuurlijk totaal averechts werkt bij een pittig kind, is het helemaal niet nodig. Het leven gaat vanzelf, niks bijzonders. Vervolgens komen er dan gedachten op, ook helemaal vanzelf. We vinden ergens iets van. Ook niet erg.
Maar kennelijk vinden we het nodig om in het geval van (ons) kind die gedachten ook te uiten. Maar waarom? Wat heeft je kind eraan te weten dat jij liever iets anders had zien gebeuren in je fantasie? Behalve dan de mogelijkheid om te denken ‘ik heb iets fout gedaan’?
Overigens betekent dat niet, dat je nooit iets wil uitleggen. Natuurlijk doe je dat ook. Maar we praten veel vaker tegen ons kind aan, dan nodig is. Want als je het eenmaal hebt uitgelegd, dan weten ze het wel.
Je hoeft je dus minder te bemoeien met je kind dan je denkt. Alleen als het gaat om veiligheid en gezondheid, heb je een specifieke verantwoordelijkheid. Want anders zou je kind ook wel het huis uit kunnen zodra hij een boterham kan smeren en de wasmachine kan aanzetten, bij wijze van spreken.
Maar vaak is dat ook iets van gezond verstand. Als je kind de weg op wil rennen, hou je hem tegen. Je laat je kind niet met lucifers spelen zonder dat jij erbij bent. Je zorgt dat je kind genoeg gezonde voeding krijgt en voldoende slaap (voor zover je dat in de hand hebt, dan 😊)
En je grijpt in als een kind dingen doet, die een ander of spullen beschadigen. Bijvoorbeeld als een ouder kind een klein kind pijn doet of anderszins dwars zit. Gewoon omdat het je taak is om de jongste te beschermen. Omdat je niet iets moet verwachten van de oudste wat er (nog niet) in zit.
Of als je kind jou pijn doet, ook dat komt voor. Natuurlijk wil je dat niet en laat je dat je kind weten. Pak je je kind vast als het nodig is, of loop je weg.
Maar dat kan ook zonder emoties en verhalen over wat er allemaal mis is met je kind. Dat scheelt veel frustratie in jezelf. Let wel, ik zeg niet dat het niet mag. Want ook dat gebeurt. Maar zien dat het niet nodig is, maakt het wel veel lichter.
Dan kun je een hoop denken over jezelf en over je kind achterwege laten. Zo blijft er veel meer tijd, energie en ruimte over om te genieten van alles wat er in het leven te beleven valt.
Overigens is het daarnaast ook nuttig dat je je kind zoveel mogelijk duidelijkheid verschaft, zeker als je een pittig kind hebt. Dus zorg je voor heldere kaders en duidelijke afspraken. Daarover een volgende keer meer.
Vind je dit blog verhelderend, inspirerend of ben je het er helemaal niet mee eens? Laat het weten, ik hoor graag van je. En delen is fijn! Dank je wel alvast.
Er zijn nogal wat ouders, die opzien tegen de decembermaand. Omdat hun (pittige) kind overprikkeld raakt door spanning, die Sinterklaas met zich meebrengt en door allerhande activiteiten die, ook op school, het normale ritme doorbreken. Ik kan dat niet helemaal wegnemen, maar ik heb wel tips voor je.
Vertel het ware verhaal van Sinterklaas
Er is niets op tegen om je kind uit te leggen dat het sinterklaasfeest eigenlijk een spel is. Er zijn ouders, die dat sowieso doen, omdat ze het niet prettig vinden om hun kind voor de gek te houden. En daar kan ik me wel iets bij voorstellen.
Want voor wie doen we dat eigenlijk, het geloof in stand houden? Ik denk dat het voor kinderen niets uitmaakt. Zij kunnen beter dan wij in een spel opgaan, en dan is het ook ‘echt’.
Beperk de festiviteiten
Vier één keer, op één plek Sinterklaas (afgezien van school). Nodig familie bij jouzelf uit i.p.v. het nog een keer apart te vieren. Misschien besluit je wel om niet naar de intocht te gaan. En misschien wel, omdat je kind het zo graag wil.
Geef duidelijkheid vooraf.
En als je dan gaat, bereid je kind voor op wat er zal gebeuren. Weten wat je kind kan verwachten, kan helpen. En hou er rekening mee, dat je kind daarna wellicht extra prikkelbaar is. Als je jezelf daar op voorbereidt, scheelt dat ook al weer.
Geef duidelijkheid over de cadeautjes
Eén van de dingen die veel spanning geven, is wat je kind zal krijgen. Je kunt daar op verschillende manieren mee omgaan. Sommige ouders vertellen van te voren wat hun kind zal krijgen, of laten het zien. Je kunt het zelfs samen met je kind gaan kopen. Of wat sommige ouders doen: het cadeau niet verpakken, of in transparante folie.
Maak een afspraak over wanneer je kind een schoen mag zetten en zorg dan ook dat er een kleinigheid in zit. Sommige kinderen worden van de spanning veel te vroeg wakker. Je kunt dan bijvoorbeeld altijd alleen wat pepernoten of snoepgoed erin doen en geen cadeautjes, en dat van tevoren vertellen aan je kind.
Vermijd het Sinterklaasjournaal
Dit is lastig, dat weet ik. Maar ik weet ook, dat er scholen zijn, die er niet gezamenlijk naar kijken en er verder geen aandacht aan besteden op school. Je kunt altijd vragen aan het team of aan de MR of dat op de school van jou kind ook mogelijk is.
Help je kind met de surprise
In de bovenbouw van de basisschool is het vaak gebruikelijk, dat kinderen lootjes trekken en een surprise voor elkaar maken. En dat kan ook een bron van spanning zijn voor je kind. Temper verwachtingen, geef aan dat het gaat om het idee en de inspanning, niet om het resultaat. Niettemin is er niks op tegen om je kind erbij te helpen, als dat nodig is om er wat geruster onder te zijn.
Kortom
Wat mij betreft is er allemaal geen goed of fout. Alles is goed. En als je kind ervan geniet om er in ondergedompeld te worden, prima. Je kiest zelf op welke manier je het wil doen. Het gaat er gewoon om wat fijn is voor je kind. Want het hoort leuk te zijn en geen periode van spanning. Toch?
Vind je dit nuttig, wil je het dan delen? En heb je aanvullende tips? Laat het hieronder weten,dank je wel alvast.
Zit jij ook teveel in je hoofd? Ben je te weinig aanwezig in het hier en nu? Heb je geen tijd om een half uur te gaan zitten mediteren? Geeft niet, je kind kan je helpen.
Op de eerste plaats, als je jonge kinderen hebt tenminste, kun je profiteren van hun gave om altijd in het hier en nu te zijn. In plaats van je te ergeren omdat een peuter of kleuter geen idee van tijd heeft en niet weet wat opschieten betekent, kun je je er ook aan overgeven.
En dat kan misschien wel vaker dan je denkt. Natuurlijk niet als je geacht wordt op enig tijdstip ergens te verschijnen, al dan niet met kind. Hoewel, dat kan wel, als je maar een half uur eerder begint met vertrekken 😊
Maar het kan zeker als er niet iemand op je wacht. Let maar eens op hoe vaak je ongeduldig wordt, zonder dat het nodig is. Omdat jij in je hoofd al bij het volgende bent. Maar je kind heeft geen idee.
Het kan heerlijk ontspannend en verfrissend zijn om in het tempo van je kleintje mee te gaan. Ga er eens rustig bij zitten, kijk wat je kind zo boeit en ervaar dat je daarmee met je aandacht helemaal in het hier en nu komt. Samen naar een beestje kijken, bijvoorbeeld.
Een heel andere manier waarop je kind(ook een wat ouder kind) je kan helpen, is als signaleringsinstrument. Zodra jij namelijk in je hoofd zit, heeft je kind de neiging om ‘vervelend’ te worden, omdat ze de verbinding mist. Zeker pittige kinderen zijn erg gevoelig voor verbinding.
Momenten waarop je dit kan merken, zijn bijvoorbeeld bij het opstaan en het naar bed brengen. Jij bent met je hoofd al bij wat er allemaal moet gebeuren, voordat iedereen op tijd de deur uit is, of op tijd in bed ligt.
En daardoor ben je niet echt aanwezig in het moment. Je kind voelt dat en gaat treuzelen, dingen doen die niet moeten, dingen die je frustreren. Wakker worden! Het is een wake-up call dat je in je hoofd zit. En dat is niet waar het leven zich werkelijk afspeelt.
Een ander berucht moment is als jullie elkaar aan het eind van de middag weer zien. Thuis of op de kinderopvang. Grote kans, dat jij nog flink aan het denken bent (want dat heb je waarschijnlijk de hele dag zo gedaan), misschien nog wel aan je werk, of aan wat er straks moet gebeuren.
En oh, wat is je kind, of wat zijn je kinderen dan vervelend. Lastig zijn ze die kinderen, he, echt vervelend gedrag. Nee, hoor, helemaal niet. Ze geven alleen een seintje: ‘Papa, mama, wees aanwezig, maak verbinding met mij’ .
Neem daar dan even tijd voor. Beter voor je kind. Beter voor jou. Beter voor iedereen en voor de sfeer. Hè, hè, eindelijk hier en nu met je aandacht. De enige plek waar het leven altijd ervaren kan worden, waar jij werkelijk bent.
Ben je het met me eens? Wat is jouw ervaring? Laat het me weten, ik hoor graag van je.
Ook fijn als je het voor me wilt delen, dank je wel alvast.
Je krijgt een kind en ineens ben je ouder. Dat voelt best ongemakkelijk, want wat weet je er eigenlijk van, behalve je eigen opvoeding? Maar op de één of andere manier glij je er vanzelf in. In de rol van vader of moeder. En die rol speel je met verve, want het is misschien wel de belangrijkste rol in je leven. Maar ho, stop, het is geen rol, stop met vadertje of moedertje spelen.
Ik zat eens op een terrasje en zag het volgende tafereel. Naast mij zaten een moeder met haar dochter van ongeveer 9 jaar en een hond. Niks bijzonders, gewoon een moeder met haar kind. Heel gewoon.
Maar het viel me opeens op, hoe raar we als ouder kunnen doen. Als ouder maken we opeens allerlei opmerkingen “niet doen”, “niet slurpen”, “ga eens rechtzitten” enz. Dingen die we daarvoor nooit tegen iemand zeiden.
Maar het is zo gewoon….iedereen doet het, lijkt het wel. Ik heb het zelf ook gedaan vroeger. Maar nu kan ik me daarover verbazen. We denken kennelijk dat dat opvoeden heet ofzo. Let maar eens op, kijk eens goed om je heen. In een supermarkt bijvoorbeeld of in een wachtkamer of in de trein of …
Kinderen worden eigenlijk de hele dag gecommandeerd en gecorrigeerd. Eigenlijk is het geen wonder dat veel kinderen zich daar in eerste instantie niks van aantrekken. Ze horen zoveel op een dag. En de helft van de tijd gebeurt er verder niks.
Het tweede wat me opviel: de wijsheid van het kind. De moeder en dochter deelden een bakje bitterballen. De moeder ging er eentje aan de hond voeren. De hond toonde weinig interesse. De dochter zei: “Hij vindt het niet lekker, hij hoeft niet”. Maar de moeder ging door met proberen. En het meisje bleef zeggen “Hij wil toch niet?”
Ik dacht zo bij mezelf: Wie is hier nu de wijste, wie zou wie nu moeten opvoeden, eigenlijk. Wat grappig was, toen de moeder het opgaf zei het meisje: “Zie je wel, ik zei het toch, hij wil gewoon niet”. Toch zijn er maar weinig ouders, die deze wijsheid van hun kind zien en kunnen horen. Zo jammer.
Wat zou het een stuk schelen als alle ouders als ze een kind krijgen gewoon zichzelf bleven. Hun kind behandelen, zoals ze een andere volwassene zouden behandelen. Een kind opvoeden is in wezen vooral een relatie met je kind hebben.
Natuurlijk heb je een specifieke taak als ouder. Je hebt te zorgen voor het welzijn, de veiligheid en de gezondheid van je kind. Dus daarom zul je soms moeten ingrijpen of Nee-zeggen. Maar voor de rest leert je kind vooral van hoe jij bent, hoe jij leeft en hoe je met hem of haar omgaat. En kun jij leren van de wijsheid van je kind.
Dus we hoeven helemaal niet de moeder of de vader uit te hangen. Als ouder hoef je alleen maar een helder kader te bieden, gezondheid en veiligheid bewaken, je kind helpen te dealen met wat het tegenkomt in het leven. Dat is het wel zo’n beetje. En daarvoor hoef jij je niet anders voor te doen dan wanneer je met andere volwassenen bent.
Herken je dit? Ik lees graag je reactie hieronder. En als je het artikel wilt delen, graag!
Ouders van een pittig kind vinden het opvoeden vaak erg vermoeiend. “Het kost me zoveel energie” of “het put me uit” hoor ik vaak. “Als hij eenmaal op bed ligt plof ik op de bank en heb ik nergens meer energie voor”. Hoe kan dat anders?
Het gaat erom dat je doorkrijgt wat het precies is wat je zo veel energie kost. Het is namelijk niet het gedrag van je kind, ook al lijkt dat zo. Ook al lijkt het heel logisch dat je daar moe van wordt.
Het geheim zit hem in de acceptatie. Waar wij moe van worden zijn negatieve emoties. En die ontstaan omdat we niet willen dat er is wat er is. Omdat we niet willen dat er gebeurt wat er gebeurt.
Stel je kind luistert niet of wordt boos of grof tegen jou. Dan schiet je al snel in de weerstand: “dit kan toch niet, dit moet eens een keer afgelopen zijn” bijvoorbeeld, of “ja, hoor, daar gaan we weer….” Of “ik ben hier zo klaar mee!”
Dit verzet, dat zich in jou afspeelt, roept allemaal frustratie bij jou op. En als het vervolgens ook nog escaleert, misschien wel woede of machteloosheid. En die negatieve emoties, vooral ook de machteloosheid, die putten je uit.
Maar dat kan dus anders. Je kunt leren accepteren dat het gaat zoals het gaat. Dat het is zoals het is. Niet dat het gedrag van je kind dan acceptabel is of dat je daar niks mee hoeft. Maar je kunt stoppen met je te verzetten tegen wat er is. Het is zinloos en kost alleen maar energie.
Zie in en accepteer dat je kind een zelfstandig wezen is. Als hij in zijn frustratie besluit te gaan schelden, dan doet hij dat, als zij weg wil lopen, dan doet ze dat. Je hebt je kind niet aan een touwtje, zoals ik al eerder schreef.
Een andere reden dat het je zoveel energie kost is vaak dat je negatieve emoties bij je kind niet kunt laten. Je wilt het oplossen. Je wilt dat je kind weer lekker in zijn vel zit, of dat ze weer in een positieve stemming komt. Of je wilt een boze bui voorkomen.
Maar het hoort bij het leven. Boze buien, balen, gefrustreerd zijn, verdriet hebben, het hoort allemaal bij het leven. En het gaat ook weer voorbij. Het komt en het gaat. Verzet je er niet tegen en probeer niet alles te voorkomen of te fixen. Juist dat kost zoveel energie!
Kortom, het helpt enorm als je leert zijn met wat is. Als je kunt ontspannen in wat er is. Als je je kind zijn of haar eigen emoties kunt gunnen en niet met alles aan de slag hoeft.
Het mooie is, als je dat kunt, dan blijft je geest open in plaats van dat je in de verkramping komt. De kans is veel groter dat je dan wél handelt op een manier die je kind verder helpt.
Als je je verzet opgeeft, kan de situatie zich sneller oplossen. Vaak duren driftbuien dan veel korter bijvoorbeeld. Op de één of andere manier lijkt jouw verzet het juist in stand te houden, alsof de emotie bij je kind niet wegkan.
Is dit makkelijk? Dat hangt er vanaf. Hoe meer je de logica hiervan inziet, hoe makkelijker het wordt. En het is ook gewoon een kwestie van oefenen.
Helpt het? Ja, enorm. Je hele leven wordt er makkelijker van. Het is gewoon oefenen. Dus word je bewust van je eigen gedachtes. Herken je weerstand, je verzet en laat het los. Adem in, adem uit, dit gaat ook weer voorbij 😊
Helpt dit blog je verder? In mijn gratis online training “Waarom strenger opvoeden niet de oplossing is (en wat dan wél) geef ik nog meer zinvolle tips over het opvoeden van een pittig kind. Meld je hier aan.
Niet elke ouder is enthousiast om een vaste structuur aan te brengen in de dagen. ‘Zo ben ik helemaal niet’, hoor ik vaak. Of ‘Dan moet ik alles vastleggen en dat wil ik niet’. En toch, als je een pittig kind hebt, is het raadzaam. (En je hoeft heus niet alles vast te leggen.)
Pittige kinderen hebben behoefte aan controle. Ze willen graag grip op het leven. Omdat het leven voor hen, als prikkelgevoelig wezen, snel overweldigend is. Hoe meer grip, hoe meer rust.
Er zijn twee manier om grip te hebben, controle te hebben. De ene is zelf bepalen. Want als jij zelf kunt bepalen, dan gebeurt er wat jij wil of wat jij in je hoofd hebt. En dat geeft rust logischerwijs. Vandaar dat pittige kinderen enorm bazig en dwingend kunnen zijn.
De andere manier is voorspelbaarheid. Dan is de kans het grootst dat er gebeurt wat er in het hoofd van je kind zit. En dat is fijn. Want juist de (onverwachte) mismatches tussen wat je kind verwacht en wat er gebeurt, kunnen voor kortsluiting zorgen.
Voorspelbaarheid creëer je door je kind voor te bereiden, uit te leggen wat het kan verwachten. Maar ook door een vaste structuur te hanteren. Met heldere afspraken en vaste gewoontes en routines. Zo weet je kind waar hij of zij aan toe is. En dat geeft rust.
Maar: een vaste structuur heeft nog een heel groot voordeel. Het zorgt er namelijk voor dat jij je kind niet of nauwelijks nog in het moment hoeft te sturen. Daarmee bedoel ik iets van je kind willen of juist niet willen. ‘Doe dit en laat dat’ om het maar kort door de bocht te zeggen. Ongemerkt gaat dat soms de hele dag door.
En precies dat, het gestuurd worden, is iets wat je kind niet wil. Want je kind wil zich niet onderwerpen, wil niet dat jij de baas bent. Dat zeggen ze vaak ook ‘Jij bent niet de baas over mij’. Dus vaste structuren zorgen voor veel minder potentiële conflicten en uitbarstingen.
Bijkomend voordeel: jij kunt meer achterover leunen. De structuur is helder (en zo niet, dan is het tijd voor een goed gesprek) en het is aan je kind om zich daaraan te houden. Consequenties (niet straffen, maar logische, natuurlijke consequenties) zijn voor je kind. Zo creëer je een leerproces, waarin je kind zelf verantwoordelijk mag zijn.
Dus ook al vind je niet dat het bij je past, ook al had je nooit gedacht dat je ooit zo zou leven, het zou zo maar het begin kunnen zijn van een makkelijker opvoedleven. (En stiekem ervaren ouders ook nogal eens dat ze er zelf beter bij gedijen, trouwens 😊) Ik nodig je van harte uit om het uit te proberen.
Heb ik je overtuigd om het in elk geval eens een tijd toe te passen en te kijken wat het oplevert? Of ben je het toch niet met me eens? Misschien heb je vragen of opmerkingen, ik lees ze graag. Het is leuk en zinvol om in gesprek te zijn, vind ik.
En delen is natuurlijk ook heel fijn, dank je wel!
Regelmatig spreek ik met ouders over een kind dat bang is. Bang om alleen naar boven te gaan, bang om alleen naar de wc te gaan, bang om alleen in bed te liggen. Wat doe je daarmee als ouder, hoe help je je kind het beste?
Je wilt vooral veiligheid bieden, dat is logisch. En ook een belangrijke basis. Dat je kind weet ‘ik kan bij papa of mama terecht als ik bang ben’. Dus ja, erken de angst en zorg dat je er voor je kind bent.
En toch is dat niet genoeg. Of je zou ook kunnen zeggen: je kunt op meer manieren veiligheid bieden dan alleen erkennen en je kind bij je nemen.
Er zit namelijk ook een andere kant aan. Als je de angst erkent en zegt ‘kom maar bij mij’, dan bevestig je ook die angst. Het is fijn voor het kind om erkend te worden en veiligheid te ervaren, maar je kind leert ook dat die veiligheid bij jou te vinden is. En niet in zichzelf.
Dat kan maken dat je kind zich afhankelijk voelt van jou om zich oké te voelen. Bijvoorbeeld ’s nachts. Dat het niet alleen durft te slapen en alleen maar bij jou wil slapen.
Terwijl: de veiligheid zit al in je kind. Je kind is al oké. We zijn allemaal van binnen oké. Zo zijn we geboren, en zo zijn we nog steeds. Alles wat we meemaken, alles wat ‘leven’ heet, is eigenlijk een continue stroom van ervaring. Maar ervaringen gaan voorbij en zijn niet wat we zijn.
Ervaringen ontstaan in en door het denken. Als je angstige gedachten hebt, je stelt je iets akeligs voor, dan ervaar je angst. Als je boze gedachten hebt, je vertelt jezelf hoe verkeerd iets of iemand is, dan ervaar je boosheid. Zo werkt het. Heel simpel.
Als je kind bang is, ervaart ze dus angstige gedachten. Ze stelt zich iets voor en voelt daarbij angst. Ook als er in het moment niets is wat haar zou kunnen bedreigen.
Alles hangt af van jouw manier van kijken. Neem je de angst serieus, in de zin van ‘mijn kind is bang en ik moet hem veiligheid bieden, want het is niet goed als mijn kind bang is’, dan draag je dat over op je kind.
Als je kunt zien dat je kind oké is, en alleen maar angstige gedachten heeft, dan kun je het vertrouwen hebben, dat je kind ook kan leren om op zichzelf te vertrouwen en niet meer bang te zijn.
Dat betekent natuurlijk niet dat je tegen je kind zegt ‘lieverd, het zijn alleen maar enge gedachten, niks aan de hand, welterusten’. Of in een andere situatie ‘niet bang zijn, succes’. Want je kind ervaart nu eenmaal die angst als heel echt. (net als wij als we bang zijn).
Maar je zult wel vanuit dat vertrouwen anders reageren. Je kunt tegelijkertijd de angst erkennen en er zelf wat ‘laconiek’ onder blijven, omdat je weet dat er niks aan de hand is. Dan versterk je het niet meer.
En in die ruimte van acceptatie bij jou, waarin je zelf helder en rustig blijft, komen vanzelf dingen op om te doen of te zeggen, die jou kind hierbij helpen. Omdat jijzelf niet vanuit een probleem situatie denkt. Misschien vind je wel de woorden om jouw kind zelf uit te leggen hoe ervaringen en gevoelens ontstaan.
Lieve lezer, ik ben benieuwd of het overkomt wat ik bedoel en of je hier iets aan hebt. Laat het weten, ik hoor graag van je. En delen is natuurlijk altijd fijn 🙂
Als een kind blij is en vrolijk, genieten we daarvan. We hebben geen enkele neiging om in te grijpen. Hoe anders is dat als een kind boos is, of verdrietig. We denken dan dat we het kind ‘er uit moeten halen’. Maar moet dat wel?
Als ik ouders vraag waar ze tegenaan lopen, gaat het vaak over boze buien. En vaak wordt dan ergens ook de opmerking geplaats ‘en het lukt me niet om haar eruit te krijgen’. Het idee is, dat het niet goed is als het kind (zo lang) boos is, en dat je als ouder iets moet doen om dat te doorbreken.
Het gekke is, dat juist dat idee de boze bui in stand houdt. Hoe meer ouders proberen het kind eruit te halen, hoe langer de bui meestal duurt. Ik zie dat als weerstand. In de ouder is weerstand tegen de situatie. Die moet anders. ‘Kan hij nou nooit eens normaal doen, waarom wordt ze zo boos om zo’n kleinigheid, ik heb hier zo geen zin in, ik trek het niet meer, nou is weer de sfeer verpest’, dat soort gedachten.
Of je vindt het zielig voor je kind. Dat kan ook natuurlijk. ‘Het zou zo fijn zijn als hij niet zo boos zou worden, straks doet ze iets waar ze spijt van heeft, wat kan ik doen om dit te laten stoppen’, enz. Of het nu frustratie is bij jou of medelijden met je kind, in beide gevallen accepteer je in feite niet wat er is.
Terwijl: het is er al. En dat is geen probleem. Emoties horen bij het leven. Ze zijn een normale energiebeweging, zou je kunnen zeggen. Een ophoping van energie die een uitweg naar buiten zoekt. En dat kun je maar beter zijn gang laten gaan.
En daar komt nog iets bij. Als je je kind probeert te helpen door het te laten stoppen met huilen of boos zijn, geef je impliciet de boodschap dat deze emoties niet oké zijn. Dat ze weg moeten. En vooral: dat het erg is.
Maar het is niet erg. Het is niet erg om verdrietig te zijn, het is niet erg om boos te zijn. Het gaat namelijk altijd weer voorbij. Hoe minder we ons ermee bemoeien, hoe eerder het voorbij is. Bij oudere kinderen kan het wel langer duren, omdat zij al ‘geleerd’ hebben om met hun denken de emoties te voeden.
Dan kan het helpen om je kind dit uit te leggen. ‘Breng eens je aandacht naar de sensatie in je lichaam, waar voel je het, wat voel je precies? Dat heeft geen woorden nodig. Ga maar kijken wanneer de sensatie verdwijnt’. En dat is dan vrij snel, als je er niet een heel verhaal omheen bouwt.
Hoef je dan helemaal niets te doen? Nee, in feite niet. Tenzij de manier waarop je kind zijn frustratie uit, schadelijk is voor mensen of spullen. Dan kun je ingrijpen door je kind een alternatief te bieden, weg te halen uit de situatie, o.i.d
Maar dat kan dus heel goed zonder weerstand, zonder verhaal over hoe erg het is, zonder emoties aan jouw kant. Simpelweg in actie komen, omdat de situatie dat vraagt.
En dat is dus heeeeeel fijn voor je kind :). Als jij rustig blijft en de emotie van je kind accepteert, voelt je kind zich niet afgewezen. Dan is de bui eerder over en is er weer ruimte voor ontspanning. En dat maakt dat je kind ook rustiger wordt, minder gespannen en (veel) minder snel gefrustreerd.
Probeer dit eens uit, kijk eens wat er gebeurt als jij niets doet. Ook als je kinderen bijvoorbeeld ruzie maken, de kans is groot dat het vanzelf ook weer stopt. Dat is een natuurlijk gebeuren, zoals je ook bij dieren kunt zien. Even is er veel kabaal en onrust en even later is de rust weer gekeerd. Ook niet meer dan een beweging van energie, hoef je niks aan te doen 😊
Wat levert dit inzicht jou op? Vertel het me hieronder, ik lees het graag.
En vind je dit blog waardevol, wil je het dan voor me delen? Dank je wel!
In opvoedland wordt veel gezegd en geschreven over grenzen stellen. Een kind heeft grenzen nodig, wordt er dan gezegd (en dat is ook zo). Maar waarom eigenlijk en hoe bepaal je de grenzen? En hoe begrens je op een liefdevolle manier?
Een kind heeft grenzen nodig om zich veilig te voelen. Een kind kan nog niet overzien wat wij kunnen overzien. Grenzen bieden structuur. Ze maken de wereld van een kind overzichtelijk en voorspelbaar. Je weet als kind waar je aan toe bent. Daardoor kan het kind zich beter ontspannen in wat er gebeurt in zijn dagelijkse leventje.
De eerste manier waarop je hier voor kunt zorgen, zijn duidelijke regels in huis. Of beter nog: afspraken. Zorg dat je samen met je kind(eren) een aantal duidelijke afspraken hebt gemaakt. Dat maakt dat een kind weet wat er van hem of haar verwacht wordt in de dagelijks terugkerende situaties.
Ten tweede: dam de keuzevrijheid in. In onze wereld zijn op een dag zoveel keuzes te maken. Veel mensen ervaren soms of regelmatig keuzestress. Help je kind te ontspannen door de keuzes te beperken. Niet “Wat wil je op je brood?” maar “Wil je kaas of pindakaas?” bijvoorbeeld. Overigens verschilt dit per kind, dus kijk goed naar waar jouw kind bij gedijt.
Ten derde: zorg dat grenzen echte grenzen zijn. Daarmee bedoel ik dat als jij ‘nee’ zegt, dat het dan ook ‘nee’ voelt in jou. Als jij een grens aangeeft, die je niet echt kunt voelen in jezelf, heb je grote kans, dat je kind erover heen gaat. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je iets niet wil omdat het ‘niet hoort’. Onderzoek dan eens of het misschien een ‘ja’ moet zijn, of dat je moet leren om je eigen grenzen beter bewust te zijn, te kunnen voelen in jezelf.
Een grens kan flexibel zijn. Wat je de ene dag goed vindt, hoef je de andere dag niet automatisch goed te vinden. Een grens kan verschillen per situatie of moment. Natuurlijk moet niet elke grens voortdurend flexibel zijn, maar daarvoor heb je dan ook de afspraken of regels als basis.
Liefdevol begrenzen betekent begrenzen uit liefde voor je kind en voor jezelf. Je stelt een grens omdat je kind die nodig heeft of omdat jij het nodig hebt. Als jouw kind je bijvoorbeeld vraagt om je ergens bij te helpen, kun je ‘nee’ zeggen omdat je vindt, dat je kind het zelf wel kan. Of je zegt ‘nee’ omdat je zelf met een klusje bezig bent.
Regel zoveel mogelijk zaken door duidelijke afspraken, zeker voor (dagelijks) terugkerende situaties. Daarbuiten gebruik je bij voorkeur een ik-boodschap. “Ik wil graag dat je het eerst zelf even probeert, want ik geloof eigenlijk dat je het best zelf kunt” of “Ik kan je nu niet helpen, want ik ben bezig met iets wat ik even af moet maken. Probeer het anders eens zelf”.
Bij jonge kinderen kun je ook communiceren door in te grijpen. Slaat jouw kind een ander kind, pak dan zijn hand, zodat hij niet meer kan slaan en zeg “Je mag boos zijn, maar ik wil niet dat je slaat, want dat doet hem pijn”. Of als zij ergens aan zit wat niet mag, pak je het weg en zet het buiten bereik. Of als je kind niet stopt met schreeuwen, neem je kind dan mee naar buiten of een andere ruimte en zeg “je kunt alleen naar binnen als je rustig bent, want anders hebben de andere mensen last van jou”.
En heel belangrijk: blijf zelf rustig. Zie dat je kind iets nog moet leren. En daar ben jij voor. Om duidelijke grenzen te stellen. Blijf rustig, maar wees duidelijk. Bied een combinatie van empathie en standvastigheid.
En tenslotte: geef je grenzen op tijd aan. Zo voorkom je dat je te laat ingrijpt en de irritatie bij jou al hoog is opgelopen. Want grote kans dat jij dan boos op je kind wordt, terwijl je kind niet in de gaten had dat je iets niet wilde.
Op een goede manier grenzen stellen, zonder dat je voortdurend conflicten hebt met je kind, is één van de belangrijkste dingen die je leert in het online programma Stap voor stap een gelukkig gezin. Weten wat je nog meer leert? Klik hier om te lezen hoe dit programma ervoor zorgt dat jij weer rust in huis, in je kind en in jezelf creëert.
Vind je dit zinvolle tips? Delen graag 🙂 En laat me hieronder weten wat jouw ervaring is met begrenzen, ik ga graag met je in gesprek.
Vakantie kan een hele fijne periode zijn. Je kind heeft geen last meer van overprikkeling door school en kan lekker haar eigen gang gaan. Maar het kan ook een lastige periode zijn. Dan is je kind sneller boos, lijkt zich te vervelen, wordt dwingend en bazig en prikkelbaar. Ik hoop dat deze tips jou ook helpen.
Belangrijk is dat vakantie ook een structuur kent, of je nu thuis bent of elders vakantie viert. En dat die structuur zichtbaar is voor je kind. Pittige kinderen hebben immers veel baat bij duidelijkheid en voorspelbaarheid.
Structuur maak je door vaste elementen terug te laten keren. Bijvoorbeeld samen lunchen aan tafel. Of als je op een camping bent: elke ochtend naar het zwembad. Of de kinderen spelen zelf, jij leest een krant of boek. ’s Middags is dan de tijd dat je samen iets onderneemt. Het kan ook andersom natuurlijk. Hou vast aan gewoontes waar dat kan, bijv. het bedritueel.
Bespreek elke ochtend, of de avond van tevoren (bijvoorbeeld tijdens het eten) hoe de dag eruit gaat zien. Hou rekening met ieders wensen. Je kunt van tevoren al in grote lijnen bespreken wat iedereen graag zou willen op vakantie. En dan zorg je dat iedereen aan zijn trekken komt.
Dat kan ook betekenen dat je soms opsplitst. De ene ouder met kind(eren) de natuur in, de ander een museum bezoeken. Je kunt de kinderen opsplitsen, dat kan een verrassend effect hebben, maar ook een ouder een keertje ‘kinderloos’ op stap laten gaan.
Hoe dan ook, zorg dat het duidelijk is van tevoren en dat het zichtbaar is. Als je iets wil bezoeken, kijk dan van tevoren naar openingstijden, parkeermogelijkheden, enz, zodat de kans kleiner is dat je voor verrassingen komt te staan. Niet omdat ik vind dat je alles moet plannen, wel omdat het voor je kind makkelijker is 😊
Duidelijkheid kun je ook al langer van tevoren geven. Laat je kind foto’s zien van waar je heen gaat, de locatie (bespreek in geval van een vakantiewoning alvast wie waar slaapt) en de omgeving. Laat je kind als het oud genoeg is, zelf de route uitzoeken, bijvoorbeeld via Google Maps. Zo geef je duidelijkheid en verantwoordelijkheid ineen.
Laat je kind zelf zijn tas inpakken. Pittige kinderen willen graag dingen zelf doen. Natuurlijk mag je nog wel even checken of je kind geen cruciale zaken vergeten is. Maar het scheelt jouw werk en je kind werkt beter mee als ze zelf dingen kan doen.
De eerste dagen kunnen altijd lastig zijn. Iedereen moet zijn draai vinden in een nieuwe omgeving, zeker de meer gevoelige gezinsleden, waaronder je pittige kind. Leg je kind uit hoe dat komt (we moeten allemaal nog even wennen, daarom zijn we wat prikkelbaarder), dat scheelt. Het scheelt ook als je er zelf op voorbereid bent en niet verwacht dat het direct hosanna zal zijn.
Dat brengt me bij de laatste, misschien wel belangrijkste tip: accepteer weerstand van je kind. Je kind mag balen, boos zijn, gefrustreerd zijn, iets anders willen. Dat mag, want het gebeurt al, emoties komen gewoon vanzelf. Probeer je kind te begrijpen en geef erkenning. Dat betekent niet dat het kan gaan zoals je kind wil, zo werkt het niet. Maar werkelijk erkennen en de ruimte geven aan emoties kan enorm helpen.
Ik hoop dat deze tips je helpen om wat meer ontspannen op vakantie te gaan of thuis de vakantieperiode door te komen. Laat gerust weten of het helpt en zeker ook als je iets kunt toevoegen. Ook delen is fijn, dank je wel en fijne vakantie!
Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. Privacyverklaring
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.