Tips om op een goede manier grenzen te stellen
In opvoedland wordt veel gezegd en geschreven over grenzen stellen. Een kind heeft grenzen nodig, wordt er dan gezegd (en dat is ook zo). Maar waarom eigenlijk en hoe bepaal je de grenzen? En hoe begrens je op een liefdevolle manier?
Een kind heeft grenzen nodig om zich veilig te voelen. Een kind kan nog niet overzien wat wij kunnen overzien. Grenzen bieden structuur. Ze maken de wereld van een kind overzichtelijk en voorspelbaar. Je weet als kind waar je aan toe bent. Daardoor kan het kind zich beter ontspannen in wat er gebeurt in zijn dagelijkse leventje.
De eerste manier waarop je hier voor kunt zorgen, zijn duidelijke regels in huis. Of beter nog: afspraken. Zorg dat je samen met je kind(eren) een aantal duidelijke afspraken hebt gemaakt. Dat maakt dat een kind weet wat er van hem of haar verwacht wordt in de dagelijks terugkerende situaties.
Ten tweede: dam de keuzevrijheid in. In onze wereld zijn op een dag zoveel keuzes te maken. Veel mensen ervaren soms of regelmatig keuzestress. Help je kind te ontspannen door de keuzes te beperken. Niet “Wat wil je op je brood?” maar “Wil je kaas of pindakaas?” bijvoorbeeld. Overigens verschilt dit per kind, dus kijk goed naar waar jouw kind bij gedijt.
Ten derde: zorg dat grenzen echte grenzen zijn. Daarmee bedoel ik dat als jij ‘nee’ zegt, dat het dan ook ‘nee’ voelt in jou. Als jij een grens aangeeft, die je niet echt kunt voelen in jezelf, heb je grote kans, dat je kind erover heen gaat. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je iets niet wil omdat het ‘niet hoort’. Onderzoek dan eens of het misschien een ‘ja’ moet zijn, of dat je moet leren om je eigen grenzen beter bewust te zijn, te kunnen voelen in jezelf.
Een grens kan flexibel zijn. Wat je de ene dag goed vindt, hoef je de andere dag niet automatisch goed te vinden. Een grens kan verschillen per situatie of moment. Natuurlijk moet niet elke grens voortdurend flexibel zijn, maar daarvoor heb je dan ook de afspraken of regels als basis.
Liefdevol begrenzen betekent begrenzen uit liefde voor je kind en voor jezelf. Je stelt een grens omdat je kind die nodig heeft of omdat jij het nodig hebt. Als jouw kind je bijvoorbeeld vraagt om je ergens bij te helpen, kun je ‘nee’ zeggen omdat je vindt, dat je kind het zelf wel kan. Of je zegt ‘nee’ omdat je zelf met een klusje bezig bent.
Hoe doe je dat nu in praktijk? Door het geven van een ik-boodschap. “Ik wil graag dat je het eerst zelf even probeert, want ik geloof eigenlijk dat je het best zelf kunt” of “Ik kan je nu niet helpen, want ik ben bezig met iets wat ik even af moet maken. Probeer het anders eens zelf”.
Bij jonge kinderen kun je ook communiceren door in te grijpen. Slaat jouw kind een ander kind, pak dan zijn hand, zodat hij niet meer kan slaan en zeg “Je mag boos zijn, maar ik wil niet dat je slaat, want dat doet hem pijn”. Of als zij ergens aan zit wat niet mag, pak je het weg en zet het buiten bereik. Of als je kind niet stopt met schreeuwen, neem je kind dan mee naar buiten of een andere ruimte en zeg “je kunt alleen naar binnen als je rustig bent, want anders hebben de andere mensen last van jou”.
En heel belangrijk: blijf zelf rustig. Zie dat je kind iets nog moet leren. En daar ben jij voor. Om duidelijke grenzen te stellen. Blijf rustig, maar wees duidelijk. Bied een combinatie van empathie en standvastigheid.
En tenslotte: geef je grenzen op tijd aan. Zo voorkom je dat je te laat ingrijpt en de irritatie bij jou al hoog is opgelopen. Want grote kans dat jij dan boos op je kind wordt, terwijl je kind niet in de gaten had dat je iets niet wilde.
Op een goede manier grenzen stellen, zonder dat je voortdurend conflicten hebt met je kind, is één van de vele dingen die je leert in het online programma Stap voor stap een gelukkig gezin. Weten wat je nog meer leert? Klik hier om te lezen hoe dit programma ervoor zorgt dat jij weer rust in huis, in je kind en in jezelf creëert.
Vind je dit zinvolle tips? Deel ze dan met andere ouders, dat kan via de shareknop hieronder, dank je wel!
Ik ben zoals altijd ook benieuwd naar je reactie op wat ik geschreven heb, laat het hieronder weten.
Beste Karla, ik heb met veel interesse de site bekeken/gelezen en kan me erg vinden in de manier van opvoeden zoals je die beschrijft en zou graag jouw visie willen vragen op hoe om te gaan met het territorium-gedrag van onze (bijna) 3-jarige dochter ten opzichte van haar broertje van bijna 8 maanden. Zodra hij iets pakt qua speelgoed komt onze schat eraan gevlogen en trekt het uit z’n handen, omdat ze ‘het nodig heeft’ zegt ze dan. Hoe zou jij dit aan pakken? Vriendelijke groeten, Joan
Hallo Joan,
Bedankt voor je berichtje. Belangrijk is dat je je realiseert, dat je dochter nog erg jong is en dus dingen uitprobeert. Hoed jezelf voor te negatieve interpretaties, want die beïnvloeden je reactie. Probeer rustig te blijven, maar wel duidelijk. En haar verlangen erkennen. Dus iets zeggen in de trant van: Jij wil daar ook graag mee spelen, he? Maar weet je, je broertje was eerst. Dus we geven het terug en dan mag jij. Om de beurt. En nu is het nog zijn beurt. Ze moet het begrip ‘beurt’ leren kennen eigenlijk. En ervaren, dat zij ook aan de beurt komt. Dan wordt het voor haar makkelijker. Als broertje gaat huilen kun je haar daarop wijzen en zeggen: kijk maar, als je het afpakt wordt hij verdrietig, dus dat is niet leuk. Afpakken is geen goede manier.
Ook kan ze leren om te vragen, misschien vindt hij het wel goed (als hij iets ouder is….)
Wat doe je als je kind dingen die jij vraagt om niet te doen, juist gaat doen? Een voorbeeld: ik ben gelovig en mijn dochter weet dat ik niet wil dat er gevloekt wordt. Ik geef dit duidelijk en rustig aan, maar ze gaat dan juist bij alles vloeken. Ook op straat, kei hard. Zo ook bij schoppen, slaan etc. Het lijkt wel of ze alles waarvan ze weet dat ik dit niet fijn vindt, juist gaat doen. Soms is het haast alsof ik er beter niets van kan zeggen, want anders wordt het meteen een ding en laat ze maanden lang steeds dit gedrag zien.