Wij mensen interpreteren de hele dag door. Vaak is dat handig. Maar het kan ons ook in de weg zitten. Als we gedrag van anderen gaan labelen bijvoorbeeld. Een negatieve interpretatie leidt tot een negatieve reactie. Ook in het opvoeden heeft dit een grote invloed.
Als een kind de strijd met ons aangaat, hebben wij daar vaak direct een verklaring voor. We maken onbewust onmiddellijk een interpretatie en die bepaalt onze reactie. Lang niet altijd handig. Want vaak is die ook nog negatief. En dat bevordert nou niet direct een open communicatie.
Er zijn verschillende vormen van negatieve interpretaties, die veel voorkomen. Bijvoorbeeld: Mijn kind probeert me op de kast te jagen. Daarmee stop je met luisteren naar je kind. Je bent alleen nog bezig om je niet op de kast te laten jagen. Je hoort niet meer echt wat je kind zegt.
Nog zo eentje is: mijn kind wil alleen aandacht. Gevolg: je wilt het kind die aandacht niet geven. Je probeert het kind te negeren of neemt het op zijn minst niet serieus. Je negeert wat er werkelijk aan de hand is, je hoort en ziet het niet, omdat je daar niet meer voor open staat.
Ook een veelvoorkomende: mijn kind wil perse zijn zin hebben. Je kijkt naar je kind als een klein egoïstisch wezen, dat gestopt moet worden. Dus vooral niet zijn zin moet hebben. Zo zijn er nog veel meer: mijn kind probeert me boos te maken, wil kijken hoe ver hij of zij kan gaan, is mij aan het manipuleren, enz.
Wat al deze negatieve labels gemeen hebben, is dat ze maken dat je stopt met kijken en luisteren naar je kind. Je bent niet meer open voor wat er werkelijk aan de hand is. Sterker nog, vaak roept jouw reactie vervolgens alleen maar meer strijd op. Omdat je kind zich onbegrepen voelt en daardoor onmachtig.
Deze reacties van ons als ouder zijn dus totaal ineffectief. Ze gooien eerder olie op het vuur dan dat ze helpen conflicten te voorkomen. Daarnaast doen ze je kind ook tekort.
Want pittige kinderen hebben vaak boze buien door onmacht. Ze willen wel anders, maar ze kunnen het niet. Ze schieten vaak te kort in bepaalde vaardigheden. Waardoor ze eerder boos worden dan een ander kind.
Je kunt hierbij denken aan dingen als impulsiviteit en inflexibiliteit. Je kind is misschien dusdanig impulsief, dat hij nog niet in staat is om eerst na te denken over de consequenties van zijn handelen. Hij heeft het dus al gedaan voordat hij het weet. Of je kind is rigide en star, kan niet snel schakelen naar andere opties. Kan niet zomaar mee in veranderingen, al zijn die nog zo klein.
Uitgaan van ‘niet kunnen’ i.p.v. ‘niet willen’ is eerlijker en effectiever. Dus zet de bril op van “wat lukt mijn kind niet?” Het kost natuurlijk oefening, maar door zo naar je kind te kijken kun je leren om negatieve interpretaties achterwege te laten. Je hoeft niet meer de strijd aan te gaan, maar kunt je focussen op wat je kind nodig heeft om tot minder uitbarstingen te komen.
Ik zeg niet, dat het gemakkelijk is of dat het altijd lukt. Zeker niet als jij een pittig kind hebt. Jij bent ook maar een mens en je kunt erg geprikkeld raken door je kind. Maar het is wel de moeite waard om het te blijven oefenen. Je zult merken dat de escalaties afnemen.
Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. Privacyverklaring
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.