Van je fouten kun je leren
Wat wij als ouders het allermoeilijkst vinden volgens mij, is je kind de ruimte geven om fouten te maken. Zich in de nesten te werken. Niet omdat we vinden dat ons kind alles goed moet doen, maar omdat we zo verschrikkelijk graag willen, dat het ‘goed met ze gaat’, dat het leven fijn voor ze is. Maar toch doen we ze dan te kort.
Vooral moeders hebben er een handje van en dat is eigenlijk ook heel logisch. Ga maar na. Je kind wordt geboren en daar ligt een wezentje dat compleet van jou afhankelijk is. Je start ligt in het zorgen voor je kindje, eigenlijk moet je in het begin altijd beschikbaar zijn. Dus dat is moeder worden: de verantwoordelijkheid voelen voor het welzijn van jouw kind. Je voelt een enorme beschermingsdrang. En natuurlijk ervaren vaders dat ook.
Dit heeft enorme impact op je als je een kind krijgt. En veel ouders vinden het vervolgens heel moeilijk om steeds meer verantwoordelijkheid terug te geven aan het kind. Want je bent gewend geraakt aan het beschermen van je kind. Je wilt dat je kind zich happy voelt, daar komt het in feite op neer.
Logisch dus, dat je die draai naar de verantwoordelijkheid bij het kind laten, niet 1-2-3 maakt. Je weet wel dat je kind ooit onafhankelijk van jou zijn leven zal inrichten, maar dat lijkt iets voor de toekomst. Later, als ie groot is.
Maar die tijd komt eerder dan je denkt. Je kunt bij peuters en kleuters al beginnen om hen eigen verantwoordelijkheid te laten dragen. Laat ze dingen op hun eigen manier doen. Ook al zie je zelf dat het 10 keer beter of handiger kan, daar gaat het niet om. Laat ze hun eigen fouten maken.
Daar krijgen kinderen zelfvertrouwen van. Ze leren ook dat ‘mislukkingen’ niet erg zijn, het leven is gewoon één groot experiment. Zo leer je steeds meer over jezelf en over de wereld om je heen. Zo krijgt een kind grip op het leven. Met de steun van zijn ouders op de achtergrond, zodat het zich veilig weet.
Bovendien: voor veel pittige kinderen met een sterke wil, lijkt dit ook de enige manier waarop ze willen en kunnen leren. Ze nemen niet makkelijk iets van je aan. Willen het zelf uitzoeken en ondervinden.
Vooral bij kinderen, die gemakkelijk in 7 sloten tegelijk lopen of zich steeds weer in de nesten werken, is het moeilijk om ze los te laten. Je hebt als ouder de neiging om ze dingen te verbieden, alleen omdat je bang bent dat het fout afloopt. En natuurlijk, als fout echt fout is, moet je het risico niet nemen en als ouder ingrijpen, maar wees eens eerlijk: hoe vaak is dat het geval?
Geef je kinderen de ruimte om de dingen op hun eigen manier te doen. En gun ze hun mislukkingen, daar leren ze van. Reken ze er niet op af, maar laat ze de consequenties ervaren en leer ze bovenal dat ze altijd iets kunnen doen om de schade te herstellen.
Als ze dat leren, hoeven ze zichzelf ook geen verwijten te maken, zoals wij volwassenen zelf maar al te vaak doen als we iets doms doen. Ze hebben gewoon iets gedaan, wat achteraf niet handig was. Daar hoef je je niet schuldig over te voelen (schuld bestaat niet, zeg ik altijd, dat is een bedenksel van mensen). Maar je kunt wel de consequenties aanvaarden en kijken wat je kunt doen om de dingen weer in orde te maken.
Als je dit echt tot je laat doordringen en de waarde ervan in kunt zien, kan dat je helpen om meer verantwoordelijkheid bij je kind zelf te laten. Jij kunt dan een steun zijn en een coach voor je kind om hem of haar te helpen het een volgende keer anders te doen. Dan lukt het makkelijker om je kind zijn of haar eigen ongeluk werkelijk te ‘gunnen’.
Immers, als je dat niet doet, doe je je kind in feite te kort. Ook al lijken je intenties zo goed. En natuurlijk blijft het gevoelsmatig lastig, maar dat mag toch? En trouwens, het heeft ook voordelen: je hoeft niet meer zo hard te werken. Je mag wat meer ‘achteroverleunen’. Als je dit onder de knie krijgt, is het dus echt een win-win. Want beter voor je kind én beter voor jou.
Het is één van de belangrijkste principes die aan bod komen in de online workshop Je kind de baas?. In één ochtend leer je daar de 4principes waarmee jij je kind weer de baas wordt, maar dan zonder de baas te spelen. Lees hier verder
Fijn als je dit blog wilt delen met andere ouders, gebruik daarvoor de social media knoppen. En je weet, ik lees altijd met plezier je reactie. Dank je wel alvast.
Hoi Karla,
Aan de hand van deze opvoedtip heb ik een vraag. Ik stel hem hier, maar mocht dat niet de bedoeling zijn dan hoor ik het natuurlijk graag.
Ik was vandaag met mijn zoon van ruim 4 jaar in de bibliotheek, hij speelde daar met een autootje en bij het weggaan wilde hij deze perse meenemen. Ik heb hem rustig uitgelegd dat deze van de bieb is en dat als hij deze meeneemt andere kindjes er dan niet meer mee kunnen spelen. Daar ging hij niet mee akkoord. Dus toen ik vroeg hoe hij het op zou lossen zei hij: Ik kan vragen aan de bieb of ik hem mee mag nemen. Dus dat deed hij: (gelukkig) antwoordde de mevrouw dat het niet kon en dat er dan niets meer overblijft voor de andere kindjes als kinderen het speelgoed mee naar huis nemen.
Hij was daar erg boos om en besloot het autootje in zijn jaszak te stoppen en mee te nemen.
Ik heb toen een hele tijd met hem staan praten, ik heb hem de gevolgen uitgelegd als hij de auto mee zou nemen.
Bellen ze dan de politie als ik iets steel? vroeg hij en ik vertelde dat dat zou kunnen. En dat hij niet meer in de bieb mag komen als ze weten dat hij steelt.
Ik draafde denk ik door, het duurde best lang. Ik hem ook de optie gegeven om thuis eens op internet te zoeken naar zo’ n autootje zodat we hem van ons eigen geld kunnen kopen. Uiteindelijk koos hij dus alsnog om het autootje mee te nemen in zijn jaszak. En heb ik hem gezegd dat ik me niet goed voelde bij zijn keuze om hem mee te nemen. En heb ik hem gezegd of jij brengt de auto terug of ik breng hem terug. En als jij hem terug brengt loop ik natuurlijk even met je mee.
Dat vond hij heel fijn en toen heeft hij hem terug gelegd. We hebben het er op de fiets nog over gehad. Maar het enige wat hij zegt is: Volgende keer neem ik die auto toch lekker mee, ha ha. En dan kunnen de andere kinderen er niet mee spelen, maar mijn vriendjes wel als ze bij mij zijn.
Ik vond dit zo’n ontzettend lastige situatie! Ik wil hem erg graag de ruimte geven om eigen fouten te maken, maar ik weet gewoon niet hoe ik dit anders had kunnen doen.
Ik ben heel benieuwd naar jouw kijk op dit voorval. Het zal namelijk niet de laatste zijn. En ik wil er ook echt niet een al te groot iets van maken, maar dat is vandaag wel gebeurd.
Hartelijke groet,
Amber
Hallo Amber
dank je voor je uitgebreide verhaal.
Op zich denk ik dat je het best goed hebt aangepakt. Je bent duidelijk geweest en heel geduldig in het luisteren naar hem en het uitleggen. Ik vind het knap dat je zo lang geduld gehad hebt.
Ik zou er niet van schrikken, dit gedrag, iets meenemen wat niet van jou is, is niet vreemd voor een kind van die leeftijd. Het voordeel van deze keer is dat je het een volgende keer (weer bij de bieb of ergens anders) korter kunt houden. Je kunt erkennen dat hij iets graag mee wil nemen. En dan zeggen ‘en je weet dat het niet mag. Dus helaas pindakaas, het moet hier blijven. Leg jij het terug of zal ik het doen?’ Zo ben je én duidelijk én erken je wat je kind wilt, dus je veroordeelt het niet. Als het erg lang duurt, kun je het van hem afpakken met de woorden ‘ik weet dat je het niet leuk vindt, en toch ga ik het nu terugleggen, want het hoort hier’. Dus dan pak je door, maar zonder boos te worden en met een duidelijke uitleg, inclusief erkenning dat hij het niet wil.
Heb je hier wat aan, Amber?