Niet langer op eieren lopen bij je pittige kind
Een veel gebezigde uitdrukking door ouders van pittige kinderen is ‘op eieren lopen’. Heel vaak hoor ik dat mensen het gevoel hebben steeds op eieren te moeten lopen. Hoe kom je daar vanaf?
Met ‘op eieren lopen’ bedoelen ouders dat ze steeds bezig zijn om een uitbarsting van hun pittige kind te voorkomen. Best logisch, want het kan een behoorlijke impact hebben op de sfeer. En veel van mijn tips zijn ook bedoeld om uitbarstingen en driftbuien te voorkomen. Zodat er meer rust in huis komt.
Dus met dat doel is niks mis. Het punt is alleen, dat alles wat je doet om een driftbui te voorkomen, meestal juist averechts werkt. Juist omdat je dat doel hebt. Dat roept spanning op, waarin de kans op een driftbui juist groter wordt.
Het is dus zaak om wel mijn tips in praktijk te brengen, waardoor de uitbarstingen minder zullen worden. Maar tegelijkertijd moet je het niet daarom doen. Snap je wat ik bedoel?
Beter werkt het om te leren het te accepteren. Zien dat het erbij hoort. Je kind moet zijn of haar spanning en frustratie nu eenmaal kwijt. Hoe makkelijker je dat accepteert, hoe beter het gaat.
Je zult merken dat het minder escaleert en sneller voorbij is, naarmate je het beter kunt accepteren. Maar ook hier geldt: het werkt niet als trucje. Pas als je werkelijk ‘het er kan laten zijn’, als het ‘er mag zijn’, dan werkt dat zo.
Dus dat is de uitdaging, dat je leert te accepteren dat het gebeurt. Kennelijk is het nodig op dat moment. Kennelijk moet je kind iets kwijt. Kennelijk is het even niet de bedoeling dat alles gladjes verloopt 😊
Het enige wat je op zo’n moment hoeft te doen is zorgen dat er geen brokken gebeuren. Dus je kind begrenzen in de manier waarop hij of zij de frustratie uit. Je kind helpen om er op een goede manier mee om te gaan.
Maar voor de rest kun je denken: ‘het is wat het is. Het gaat ook weer voorbij’. Adem in, adem uit, blijf kalm. Beter voor jou, beter voor je kind en beter voor de sfeer. Zo zorg je er in elk geval voor dat jij het niet doet escaleren.
Dus wees niet meer bang voor de boosheid van je kind. Leer deze te accepteren, te ‘verwelkomen’. Blijf kalm en help je kind om te leren er op een goede manier mee om te gaan. Waarover een andere keer meer.
Heb ik je hiermee geholpen? Deel het dan ook met andere ouders via de social media, dank je wel. Ook altijd fijn om je reactie te horen, die kun je hieronder kwijt.
Bedankt voor de heldere uitleg Karla.
Wat ik me nog wel afvraag is; hoe kun je het best reageren als je kind zijn of haar boosheid op jou richt, dus zich eigenlijk afreageert op één van de ouders of broer/zus?
Het bij hem laten. En als hij daarbij over een bepaalde grens gaat, bijv. hij gaat schelden of hard schreeuwen, waar anderen last van hebben, dan kun je afspreken dat hij prima boos mag zijn, geen probleem, maar niet bij de anderen. Hij moet zich dan even terugtrekken, bijv. naar zijn kamer, tot hij weer rustig is. Dat kan trouwens een algemene regel zijn in huis. Als iemand echt goed boos wordt, dan trekt hij zich terug om te kalmeren. En daarna kom je vertellen wat je dwars zit. En wordt er gekeken of er nog iets opgelost moet worden.
En wat doe je dan als je kind steeds weer uit zijn/haar kamer naar de rest toekomt en daar vlak naast gaat liggen/staan schreeuwen en krijsen? 🙂 Vraagt deze moeder van een pittige peuterdochter (3,5 jaar oud). Ze loopt altijd regelrecht terug naar ons als we haar naar haar kamer brengen. En als we haar vragen om zelf naar haar kamer te gaan met haar boze bui, dan vertikt ze dat ook. Best frustererend…
Ze kan dat (nog) niet, Irene. Ze wil niet alleen zijn met haar boosheid. Blijf bij haar en doe niets, laat haar uitrazen. Hoe minder jij je ertegen verzet hoe eerder het over is. Het enige is dat je haar vast moet houden als ze gaat slaan bijvoorbeeld. Je kunt ook met haar oefenen hoe ze haar boosheid op een goede manier kan uiten. Bijv. vuistjes ballen en stampvoeten. Het moet er toch uit, je kunt het wel wegwillen hebben, maar zo werkt dat niet 🙂
Aansluitend hierop, wat als het kind er dwars doorheen schreeuwt dat hij best boos mag zijn.
Onze zoon (8) uit zijn echte woede juist op ons als ouders af, terugtrekken heeft hij nooit gedaan. Het gaat om zowel schelden, schreeuwen maar ook slaan, stompen, schoppen en bijten.
Voer eens op een rustig moment een gesprek hierover. Het gaat erom dat je hem begeleidt bij het omgaan met zijn eigen emoties. Hij heeft gelijk dat hij best boos mag zijn, dat moet je ook benadrukken.
Én daarnaast is het ook zo, dat hij mag leren om het zo te doen dat anderen er niet de dupe van worden. Dus bespreek met hem hoe dat zou kunnen.
Fysiek worden moet je duidelijk begrenzen, dat mag niet. ‘Hier in huis doen we elkaar geen pijn’. Doet hij dat toch dan kun je er voor kiezen om zelf bij hem weg te lopen. Kondig dit wel van tevoren aan. Gebruik in de situatie zelf zo min mogelijk woorden. Zeg alleen ‘ik laat me niet slaan’.
Hier hebben we van jongs (echt zodra ze met boos zijn beginnen) af aan de regel: als je boos bent, dat kan, dan gaan we niet slaan, schoppen of anderen pijn doen, maar dan stampen we op de grond. Dit stampen we er ook echt in;-) Dus zodra ze ook maar boos zijn om wat voor reden dan ook, en ze doen andere dingen dan stampen dan wordt de regel herhaalt en zeg ik ook gerust: kom op, stampen, keihard, laat maar zien hoe boos je bent! Je ziet dan dat het er ook vaak al sneller uit is en ze weer normaal reageren kunnen. Vooral jonge kinderen moeten hun boosheid in beweging kwijt. En schreeuwen. Dat is hier ook de regel dat doen we in de speelkamer/gang of buiten. Naar mekaar schreeuwen we niet. Dus als ze boos zijn en ze beginnen tegen mij of een ander in huis te schreeuwen dan wijs ik hen daarop, luisteren ze niet dan zet ik ze in de gang, met de mededeling hier mag je schreeuwen. Verder schenk ik er geen aandacht aan en laat ze uitrazen. Vooral onze oudste kan/kon (het wordt steeds minder;-) echt uit haar plaat gaan. Daarmee bedoel ik zich als een leeuw gedragen en daarbij ging ze tekeer of ze levend gevild werd. Maar door telkens duidelijk de regels te benoemen en te handhaven is dit gelukkig een stuk minder geworden. Nu wijst ze juist haar jongere zusje erop als die boos wordt:-) Wel hadden we ook altijd een gesprekje erna, wat ging er goed, wat ging er mis en daar dacht je dan samen overna. Was ik boos als een meisje of was ik boos als een leeuw, Was het terecht dat ik boos werd of had ik het ook anders kunnen doen? Hiermee leer je ze nadenken over hun gedrag. En nee dat gesprek duurde geen uren, hooguit een goede minuut;-) het had bij ons een gunstige uitwerking, wie weet heeft een ander er ook wat aan!
Erg mooi hoe jullie dat hebben aangepakt. Op jonge leeftijd al aangeleerd, dat is natuurlijk het meest effectief. En het blijkt ook zo duidelijk uit je bericht, dat het belangrijk is om het dan te blijven oefenen, steeds maar weer. Zodat het kan inslijpen.
Bedankt voor het delen.