Opvoeden valt soms niet mee. Want je wilt het graag goed doen en er kan zoveel misgaan. Wanneer doe je het nou eigenlijk goed genoeg? Want het kan altijd beter :). Het helpt als je duidelijk hebt waar het jou om gaat.
Ben jij iemand die geneigd is te kijken naar wat niet goed gaat? Grote kans, dat je dan regelmatig stress ervaart in het opvoeden. Zeker als je ook nog eens een pittig kind hebt, wat niet zo makkelijk is misschien.
Wat helpt tegen deze stress? Bedenk dat wat je ook doet, het kan altijd beter. Maar dat hoeft niet te betekenen, dat je het niet goed doet. Leer jezelf aan om beter te kijken naar wat goed gaat. Zet het desnoods eens op papier: wat gaat er allemaal goed met jouw kind en in huis. En wat is daarbij jouw aandeel?
Bedenk wat voor een kind het allerallerbelangrijkste is. Dat is namelijk de onvoorwaardelijke liefde en het vertrouwen van zijn ouders. Het grootste goed wat je je kind kan geven is dat je hem of haar accepteert precies zoals hij is, zoals zij is. Zie het goede in je kind. En accepteer zijn moeilijke kanten. Onthoud: een kind is altijd meer dan zijn probleem. Een kind kan het beste groeien als hij weet, dat hij fouten mag maken, stom mag doen, onaardig mag zijn.
En eerlijk gezegd is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. Je moet er wel wat voor doen. Namelijk je eigen overtuigingen, maar ook je eigen gevoelens tegen het licht houden. Waar komt jouw irritatie en frustratie vandaan? Wat kun jij moeilijk accepteren van je kind? Wat zegt dat over jou? Kun jij dat in jezelf accepteren?
Hoe beter jij jezelf kent, en je eigen gevoelens onder ogen kunt komen, hoe meer ruimte je je kind kan bieden om zichzelf te zijn. Zo bezien is persoonlijke groei één van de beste dingen die je voor je kind kunt doen.
Zie je kind als een persoon, die zich ontwikkelt en heb vertrouwen in die ontwikkeling. Ook je kind kan in zijn leven veel leren over zichzelf. Geef hem de ruimte en hij zal dat gaan doen. Op zijn eigen manier, op zijn eigen tijd.
Betekent dit dat je alles maar op zijn beloop moet laten? Nee, natuurlijk niet. Jij begeleidt je kind in het groot worden. Belangrijk daarbij is dat je helder hebt wat je van je kind wilt en waarom. Is het omdat jij iets graag wilt? Communiceer dan met een ik-boodschap. Zie je je kind worstelen? Probeer contact te maken over hoe de dingen voor hem zijn, door actief te luisteren. En dit altijd vanuit het vertrouwen dat jouw kind zijn moeilijkheden kan overwinnen.
Als dit je leidraad is in het opvoeden, kan er verder niet zoveel misgaan. Niet echt misgaan, bedoel ik. Natuurlijk gaan dingen anders dan je had gewild, maar dat is het leven. Relativeren, acceptatie en vertrouwen geeft ontspanning. Angst, je zorgen, maken geeft stress. Jij mag kiezen.
In het vorige artikel Hoe je uit het negatieve patroon met je kind komt, schreef ik over het belang van zelfonderzoek. Als je ziet wat je triggert in het gedrag van je kind, begrijp je waarom je steeds in hetzelfde patroon van boos of straffen terecht komt. In dit artikel lees je hoe je vervolgens uit het patroon stapt.
Ten eerste moet je herkennen, dat je in zo’n patroon terecht dreigt te komen. Dat herken je aan gedachten als “daar gaan we weer”, “o jee, nou zal hij wel weer…”, “dat kind is ook altijd zo …..”. Het zijn meestal gedachten met de woorden ‘weer’ of ‘altijd’ erin, of gedachten gericht op dat het er niet mag zijn. “dit moet nu eens een keer afgelopen zijn”, “het moet nu echt stoppen”. Als je dergelijke gedachten hebt, ben je al niet meer open.
Herken je dat dit gaande is? Dan is het advies: doe even niets. (Tenzij er sprake is van een gevaarlijke situatie, dan moet je natuurlijk altijd ingrijpen.) Reageren vanuit je emotie is zinloos, je weet al wat het oplevert. Om iets nieuws te doen, kun je beginnen met niets doen. Word in jezelf gewaar wat er gebeurt. Als je je eigen emotie de kans geeft om zich te roeren, zonder direct in actie te komen, zal het rustiger worden in jezelf.
Je zult ontdekken wat je stoort en wat je graag wilt. Het wordt helder waar het over gaat. Er komt ruimte voor een andere reactie, dan je tot nu toe deed. Je stapt als het ware uit de blikvernauwing die je hebt als je emotie de boventoon voert. De kans, dat je ziet wat er werkelijk nodig is, is nu veel groter.
Nu kun je communiceren vanuit een ik-boodschap. Je geeft aan wat je boos maakt en waarom. En, heel belangrijk, wat je van je kind verwacht. “Het maakt me zo boos, als ik zie dat je weer met de voetbal in de kamer speelt. Ik ben bang dat je dan per ongeluk dingen stuk maakt. Een voetbal hoort niet in de kamer. Ik heb geen zin om de bal af te pakken of weg te doen. Ik wil gewoon dat jij ervoor zorgt dat je niet meer in de kamer voetbalt. Ga anders naar buiten of bedenk iets wat wel in de kamer kan”.
Laat je kind de natuurlijke consequenties van zijn gedrag ervaren. Als hij met zijn gedrag anderen tot last is, of schade berokkent, kun je hem helpen om zijn gedrag aan te passen. Bijvoorbeeld de rommel opruimen, iets wat hij kapot heeft gemaakt vervangen, sorry zeggen en vragen hoe hij het goed kan maken.
Bedenk samen met je kind alternatieven voor ongewenst gedrag. Als hij boos is, wat kan hij dan wel doen om zijn boosheid te uiten? Hoe kan je kind in bepaalde situaties voorkomen dat hij boos wordt? Als hij met iets wil spelen waar een ander mee speelt, wat kan hij dan doen? Als hij ongeduldig wordt als jij aan de telefoon bent, wat dan? Enz.
De tijd nemen om je eigen emoties te herkennen geeft je ook ruimte om geduldiger te zijn. Elk kind vindt sommige situaties lastig. Bijvoorbeeld samen spelen met andere kinderen. Als jij in jezelf herkent, dat jij dat op jouw beurt weer lastig vindt om te zien, kun je je eigen gevoelens losmaken van wat je kind doet. Je kunt je kind dan helpen nieuw gedrag te leren zonder dat jouw emoties daarbij in de weg zitten.
Vind je dit artikel zinvol voor andere ouders? Deel het dan via de shareknop, dank je wel. Ook ben ik benieuwd naar jouw reactie, die lees ik graag hieronder.
Soms loopt het even helemaal niet lekker met je kind. Hij of zij vertoont regelmatig ongewenst gedrag, waarop jij reageert met boos worden en straffen. Maar het lijkt niet te helpen. Je komt in een cirkel terecht van straffen en negatief gedrag. Of nog erger, een spiraal, een spiraal de verkeerde kant op. Hoe doorbreek je dit? Door iets anders te doen dan boos worden of straffen.
Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want je komt niet voor niets steeds in dezelfde situatie terecht met je kind. Vaak zit er ook een automatisme in jouw gedrag achter. Een patroon zogezegd. Je kind doet iets en jij reageert steeds op dezelfde manier.
En de film wordt weer afgespeeld. Herkenbaar? Ik kan me dat nog heel goed herinneren van toen mijn kinderen jonger waren. Je komt in een film terecht, je weet hoe het afloopt en je lijkt het niet te kunnen keren. Zo machteloos voelde ik me dan.
Wat er nodig is om iets anders te kunnen doen, is eerst weten waarom je zo doet. Daarvoor is onderzoek nodig. Een kijkje in jezelf. Vraag jezelf eens af na een confrontatie met je kind: “Wat vond ik van het gedrag van mijn kind, welke gedachten had ik? Wat voelde ik? Wat deed ik daarna en wat zei ik? Wat wilde ik daarmee bereiken? “
Je gedachten zijn meestal afkeurend. Je vindt het onacceptabel, het mag niet. Of nog sterker: het moet stoppen en wel nu! Let maar eens op hoe je denken in zo’n situatie tekeer kan gaan. “ik moet dit nu stoppen”. Of “is hij nou helemaal gek geworden? Als dit zo doorgaat dan…”
Ook zonder dat je het je misschien bewust bent, zitten daar emoties onder. Angst, irritatie, machteloosheid, verdriet, het kan van alles zijn. Angst dat je kind iets verkeerds gaat doen, angst dat jij je kind niet onder controle hebt. Irritatie omdat hij zo anders is dan jij, omdat hij niet lijkt te snappen dat jij dat niet wil. Machteloosheid, omdat het de zoveelste keer is dat dit gebeurt en jij dat niet lijkt te kunnen veranderen. Verdriet omdat hij zichzelf met zijn negatieve gedrag in de weg zit.
Deze gevoelens zeggen veel over jou. Jij reageert zoals je doet , omdat jij jij bent. Daarom is het zinvol om deze gevoelens te onderzoeken. Waar komen ze vandaan? Wat raakt jou zo? Hiermee kom je oude patronen in jezelf op het spoor. Misschien word je geraakt, omdat er als kind niet naar je geluisterd werd. Of omdat je je niet serieus genomen voelde. Of zit er onder je irritatie een oude angst om niet begrepen te worden.
Om in dit soort situaties anders te kunnen reageren, heb je inzicht in je patronen nodig. Waarin word jij gemakkelijk geraakt, welk gedrag triggert jou? Want die patronen, die onbewuste automatische reacties maken het je zo lastig om het anders te doen, ook al neem je je nog zo vaak voor om het anders te doen.
Behalve achteraf kun je dit soort patronen in jezelf ook onderzoeken in de situatie zelf. Dat kan nog meer helderheid geven. Probeer eens om tijdens de eerstvolgende confrontatie met je kind te voelen wat er in je omgaat. Welke gedachten zijn er? Welke gevoelens worden geraakt? Ken je dit gevoel?
Straffen is niet zo effectief als we vaak denken (of misschien hopen 🙂) En dat komt o.a. doordat we vaak straffen vanuit een geraakt zijn, vanuit onze eigen emoties. Er zijn andere en meer effectieve reacties op negatief gedrag mogelijk. Daarover de volgende keer meer.
PS Herken je wat ik hier beschrijf en vind je het moeilijk om daar in je eentje uit te stappen? Weet dat ik je kan helpen. Mail me om te overleggen hoe ik jou het beste kan helpen
Vind je dit artikel de moeite waard voor andere ouders? Deel het dan via de shareknop, dank je wel! En natuurlijk hoor ik ook graag van je bij de reacties.
Sinds ik ouders begeleid bij het omgaan met hun pittige kind, merk ik steeds vaker dat het om prikkelgevoelige kinderen gaat. Deze gevoeligheid maakt dat ze doen zoals ze doen en dat maakt weer dat ouders gemakkelijk in de strijd terecht komen met hun kind. Ik zal je uitleggen hoe dat naar mijn idee zit.
De laatste jaren heb ik mij meer verdiept in hooggevoeligheid. Ik ben terughoudend met deze term omdat die bij veel mensen iets oproept van ‘zweverigheid’. Er hangt vaak een zweem van ‘bijzonder-zijn’ omheen, net als bij de zogenoemde ‘nieuwe-tijds kinderen’.
Zelf moest ik er daarom ook lange tijd niet zoveel van hebben. Maar als iemand anders er wel mee uit de voeten kan en er steun aan heeft, dan is dat prima natuurlijk. Het is alleen niet een insteek die bij mij past. Vandaar mijn terughoudendheid. Ik gebruik meestal het woord prikkelgevoelig.
Voor mij houdt dit in, dat deze kinderen een minder sterk filter hebben. Alles komt maar ongefilterd binnen en moet verwerkt worden. Dat geeft een druk hoofd. Maar ook een zenuwstelsel dat gemakkelijk overvoerd raakt. En dit kan weer leiden tot uitbarstingen, die in feite ontladingen zijn. Het systeem ‘trekt het niet meer’.
Ik heb het idee dat dit ook de reden is dat deze kinderen bazig en dwingend kunnen zijn. Dat ze graag de touwtjes in handen hebben. Immers, als er gebeurt wat jij in je hoofd hebt, dan geeft dat rust. Dan hoeft er niet zoveel verwerkt te worden als wanneer dat niet het geval is.
Dat maakt ook dat ze inflexibel kunnen zijn. Zeker als er al spanning is opgebouwd, als ze al wat overprikkeld zijn, dan gaat het gewoon niet meer. Dan is de flexibiliteit op. Er is geen ruimte meer om (voor hen) onverwachte situaties te verwerken.
Door die bazigheid en koppigheid en door die inflexibiliteit is het niet verwonderlijk dat je gemakkelijk strijd krijgt met je kind. De ‘standaardmanier’ van opvoeden werkt hier dan ook averechts. Streng zijn maakt het alleen maar erger.
Hoe dit precies zit en welke aanpak deze kinderen wél nodig hebben, bespreek ik in mijn webinar. Aanmelden is gratis en kan via deze link: https://ontspannenopvoeden.nl/webinar
Een eyeopener voor jou? Of misschien herkenbaar? Laat hieronder van je horen. En deel dit bericht via de shareknop, zodat meer ouders er kennis van kunnen nemen. Dank je wel alvast!
Als jouw kind moeilijk gedrag vertoont, thuis of op school, of beide, is het niet verkeerd om op zoek te gaan naar hulp. Immers, dit moeilijke gedrag leidt meestal tot problemen met andere kinderen of met de volwassenen om hem heen. Daar wordt je kind niet gelukkig van en jij ook niet. Maar wees voorzichtig met het laten stellen van een diagnose.
Diagnostisch onderzoek in geval van AD(H)D en ASS is vaak gebaseerd op kenmerken van het gedrag van je kind. Er wordt wel gespeculeerd over de oorzaak (of het een afwijking in de hersenen is bijvoorbeeld), maar daar is nog onvoldoende over bekend. Er wordt naar mijn idee te weinig gekeken naar wat zich in het kind afspeelt.
Als je kind eenmaal een diagnose heeft gekregen als AD(H)D of PDD-NOS, is de kans groot, dat het vervolgens medicijnen voorgeschreven krijgt. Dat wordt vaak ook van jou verwacht. Je hebt als het ware geen reden meer om nog een kind met lastig gedrag naar school te sturen. Ik zal niet ontkennen, dat het bij extreme problematiek effectief kan zijn, maar het gebeurt te vaak en te makkelijk. Meer weten hierover? Lees het boek van Laura Batstra – Hoe voorkom je ADHD.
Veel kinderen passen helemaal niet in één diagnose. Vaak hebben ze van allerlei hokjes wel kenmerken, bijv. AD(H)D, ASS (autisme-spectrum stoornis), hoogbegaafd, hooggevoelig,….. Als je een diagnose laat stellen, versmal je de kenmerken van je kind tot één categorie. Een kind wordt als het ware ergens ‘ingeperst’, nl wat het beste lijkt te passen.
Goede hulp geeft je handvatten om de situatie te verbeteren. Maar het stellen van een diagnose is nog geen hulp. De hulp die je krijgt is vaak is vaak gebaseerd op het gemiddelde kind met die diagnose, dus algemene richtlijnen. Maar is dit voldoende voor jouw kind en is het de juiste hulp voor jouw kind? Lang niet altijd, is mijn ervaring. Dus heb geen te hoge verwachtingen van alleen een diagnostisch onderzoek.
Je loopt het risico alles wat een kind doet, in het licht te zien van de diagnose. Of teveel te focussen op het probleemgedrag. Een kind is altijd veel meer dan zijn diagnose. Ook kan het kind zich onbewust naar zijn diagnose gaan gedragen, net als de omgeving. Je krijgt een te sterke identificatie met de diagnose.
Let wel: ik zeg niet dat een diagnose nooit een goed idee is. Het kan in bepaalde, duidelijke, gevallen zeker wel een nuttige functie hebben. Maar ik vind dat het op dit moment met teveel kinderen te gemakkelijk gebeurt. Dus heeft jouw kind gedragsproblemen en overweeg je diagnostisch onderzoek, neem bovenstaande dan mee in je overwegingen. Want er kan namelijk ook heel goede hulp geboden worden zonder zo’n diagnose. Als je maar goed kijkt en onderzoekt hoe je kind in elkaar steekt. In samenwerking met je kind.
PS Samen met jou of jullie onderzoeken hoe je kind in elkaar steekt en hoe jij je daar beter op af kunt stemmen, dat is precies wat ik doe tijdens een VIP-dag
Help je mij om mijn inspiratie en informatie te verspreiden? Deel dit artikel dan via onderstaande knoppen op de sociale media. Dank je wel!
Slechte moeders bestaan niet (een enkele uitzondering daargelaten). Wel moeders, die zichzelf een slechte moeder vinden. Wat verdrietig is, omdat het niet waar is. En omdat moeders, die zo over zichzelf denken, hun kinderen het grootste deel van hun kwaliteiten onthouden. Reden genoeg om er iets aan te doen. Niet omdat je een slechte moeder bént, maar omdat deze gedachte schadelijk is voor jou en je kinderen.
Iedereen heeft overtuigingen over zichzelf, positieve en negatieve. Vooral deze laatste zijn helaas vaak in overvloed aanwezig. Ze maken dat niet al onze kwaliteiten tot hun recht komen. Negatieve overtuigingen over jezelf leggen je lam. Ze laten je piekeren, geven je een tunnelvisie op je leven en maken het leven moeilijker dan nodig is. En dat komt alleen maar doordat we ze geloven.
Daar ligt ook gelijk de oplossing in verscholen. Wil je er geen last meer van hebben, dan moet je ze niet langer geloven. Een gedachte is een gedachte. En niet meer dan dat. Een bedenksel dat bestaat in je hoofd. En als zodanig niet reëel is. Niet bestaat. Je kunt voor hetzelfde geld iets anders denken.
Uit onderzoek blijkt ook, dat succesvolle en gelukkige mensen andere gedachten hebben dan ongelukkige mensen. Andere overtuigingen over zichzelf geloven, povitieve overtuigingen. De negatieve overtuigingen, die je onderuit halen, moet je dus niet meer geloven, want het brengt je niks.
Is het zo simpel? Ja, in feite wel. Het is simpel. Maar daarmee nog niet gemakkelijk om uit te voeren. Er zitten een aantal haken en ogen aan.
Ten eerste moet je je bewust zijn van je negatieve overtuigingen. Soms zitten ze wat meer verscholen in je onderbewustzijn. Je kunt ze leren herkennen door je bewuster te worden van wat je denkt. Welke negatieve gedachten keren regelmatig terug? Welke overtuiging ligt hieraan ten grondslag?
Ten tweede moet je inzien, dat het “maar” gedachten zijn. Echt begrijpen, dat ze niet bestaan. Je kunt ze onderzoeken: hoe waar is deze gedachte? Is het altijd waar? 100%? Een overtuiging, die niet altijd opgaat, is dus niet waar. Ben jij altijd een slechte moeder, of doe je ook goede dingen? Dan is het dus gewoon niet waar, dat je een slechte moeder zou zijn.
Vraag jezelf af: hoe zou ik zijn zonder deze overtuiging? Hoe zou je dan zijn? Hoe zou je handelen? Zie je dat het loslaten van deze overtuiging je veel meer ruimte geeft? Ruimte om te zijn wie je werkelijk bent. Ruimte voor je kwaliteiten. Laat het los en je kunt beginnen met leven en met het avontuur dat opvoeden heet.
Zie dat je dus een keuze hebt. Natuurlijk zijn deze gedachten niet opeens verdwenen. Bepaalde gedachten kunnen heel hardnekkig zijn. Maar jij kunt ze herkennen en hebt de keuze of je erin mee wilt gaan, of er iets tegenover wilt stellen. Steeds als de negatieve gedachten voorbij komen, kun je tegen jezelf zeggen: het is niet waar, ik geloof je niet langer. Of je bedenkt voor jezelf een zin, die het tegendeel beweert. Je zegt dan bijv. tegen jezelf: Ik ben een goede moeder. Of elke andere zin die voor jou werkt.
Ik weet waar ik het over heb. Ik heb ook ooit gedacht, dat ik het gewoon niet kon. Dat ik niet in staat was om mijn kinderen een goede opvoeding te geven. Totdat ik het ineens zag. Dat het bullshit is. En ik zag ook wat het aanrichtte, deze overtuiging. Hoe ik op die manier de problemen zelf creëerde.
Daarom zou ik tegen iedereen willen zeggen: geloof het niet! Laat je niet op de kop zitten door je gedachten. Onderzoek en zie dat het niet waar is. En zie vooral wat wat deze gedachte aanricht. En hoe het zou zijn zonder die gedachte. Dan weet je toch wel wat je wil kiezen? Maak je keuze en de rest is oefenen. Succes!
Byron Katie is een Amerikaanse vrouw, die beroemd is geworden met haar werk op dit gebied. Ze leert je om met een paar simpele vragen je overtuigingen te herkennen en los te laten. Waardoor je leven zelfs helemaal kan veranderen. Kijk maar eens op http://www.thework.com/nederlands
Tenslotte: ik heb voor dit stukje de overtuiging “ik ben een slechte moeder” bij de kop gepakt, om dat dit de meest ingrijpende is. Maar ook als je daar geen last van hebt, is het interessant om te onderzoeken, waar jij je op de kop laat zitten door negatieve overtuigingen. Herken je bijvoorbeeld : “Ik schiet te kort, ik geef mij gezin te weinig aandacht, hier ben ik niet goed in, dat kan ik niet, ik zou strenger moeten zijn, ik ben veel te ongeduldig, enz.”?
Spreekt dit artikel je aan? Deel het dan via de shareknop hieronder, dank je wel alvast!
Ook lees ik hier graag je reactie.
Veel ouders staan onder druk, merk ik. Ook leerkrachten hebben het druk. Dat leidt tot volwassenen, die maar half met hun aandacht in het hier en nu zijn. En kinderen reageren daarop. Geen wonder volgens mij dat (vooral gevoelige) kinderen gedrag laten zien waar volwassenen dan weer niet blij van worden.
Veel ouders hebben het druk op hun werk. Ze hebben een hoofd vol kwesties en klussen en kunnen het werk moeilijk loslaten. Of vervangen de ene klussenlijst in hun hoofd (werk) door de andere (boodschappen, koken, kinderen naar bed, huiswerk, noem maar op).
Waardoor je niet echt aanwezig bent, niet met je volle aandacht in het hier en nu. Kinderen voelen dat. Die hebben jou de hele dag gemist en willen verbinding. Ben jij niet of maar half aanwezig, dan kan het zijn dat ze ‘vervelend’ gaan doen. Waarmee ze eigenlijk reageren of jou afwezigheid.
Dat maakt een spitsuur als ’s avonds thuiskomen, eten koken, samen eten en kinderen naar bed brengen tot een precair onderdeel van het gezinsleven. Voor veel ouders een enorme uitdaging.
Dus zorg om te beginnen voor verbinding als je thuiskomt. Neem even tijd om je kinderen aandacht te geven. Te kijken wat ze aan het doen zijn. Te knuffelen (ook je grote kind vindt dat fijn!). Dat geldt ook als je ze ophaalt bij de oppas of bij het kinderdagverblijf. Maak bewust verbinding.
Onderdruk je neiging om te gaan haasten, dat werkt averechts. Nu even een kwartiertje aandacht, maakt dat alles daarna soepeler verloopt. Gebruik dit kwartiertje als een moment van mindfulness. Dat werkt ook ontspannend voor jouzelf. Zodat je uit de ‘werkstand’ kunt stappen.
Wat ook kan helpen is je er onderweg al op voor te bereiden. Probeer onderweg naar huis, op de fiets, in de auto of bus en trein al het werk los te laten. Breng je aandacht naar het hier en nu. En realiseer je dat zometeen je kind(eren) je aandacht zullen vragen.
Hetzelfde geldt voor de ochtend. Neem de tijd om wakker te worden, dus zet de wekker gewoon ietsje eerder. Zodat je niet direct in de werkmodus staat van alles wat er moet gebeuren die dag. Dan heb je ook tijd om je kind te knuffelen, verbinding te maken. Ook kinderen aankleden die dat heus al zelf kunnen, is een prima manier om even verbinding te maken.
Het leven is geen afvinklijstje. Het is zo zonde als je van de ene dag in de andere rolt en alleen maar bezig bent met ‘alle ballen in de lucht’ te houden. Laat er gewoon een paar vallen, waarom niet? Wie zegt dat alle ballen altijd in de lucht moeten blijven?
Of maak het jezelf makkelijker door met minder ballen te jongleren. Wat kun je uitbesteden? Waar kun je iemand voor inhuren? Moet alles eigenlijk wel zoals je denkt dat het moet?
Het is een cliché, maar wel waar: voor je het weet zijn je kinderen groot. Vergeet niet waarom je aan een gezin begonnen bent. Zet je gezin en jezelf bovenaan. Zorg dat er genoeg te genieten valt. En doe het nu.
Doe je dat niet, dan is dat niet alleen jammer van de gemiste kans om te genieten met je gezin, maar heb je ook grote kans dat je afstevent op een burnout. En vaak zie je dat mensen het daarna anders gaan doen. Maar dat kan ook daarvoor. Dat kan ook nu.
Dus eigenlijk bij deze mijn oproep: onderzoek eens welke ballen jij allemaal in de lucht denkt te moeten houden. Klopt dat wel? Hoe kun je dat anders doen? Hoe ga jij zorgen voor voldoende momenten van echte aandacht, van verbinding, met je kind(eren), met jezelf (en je partner)?
Meer tips om te leren hoe je beter de verbinding met je kind in stand houdt, krijg je aangereikt in mijn onlineprogramma Stap voor stap een gelukkig gezin.
Vind je dit artikel de moeite waard om te verspreiden? Dan graag delen via de shareknop, dank je wel!
Hieronder lees ik graag je reactie.
Onvoorwaardelijk van je kind houden. Ik denk dat dit voor de meeste ouders logisch is. En ik denk ook dat de meeste ouders denken dat ze dit doen. En ze doen het waarschijnlijk ook. Maar dat wil nog niet zeggen, dat je kind dat ook zo ervaart. En dat is wel waar het om gaat natuurlijk. Daarom deze tips.
Onvoorwaardelijke liefde is de basis van een goede opvoeding. Waarom? Omdat het je kind vertelt dat ie 100% oké is, precies zoals ie is. Dat is heel belangrijk voor het zelfvertrouwen. En geeft je kind de ruimte om optimaal te groeien en te ontwikkelen. Want het hoeft niet bang te zijn om te falen.
Hoe fijn zou het zijn als je je kind dat mee kunt geven? Zodat hij of zij later niet in therapie hoeft of een cursus persoonlijke ontwikkeling te doen om te leren van zichzelf te houden en zichzelf te accepteren?
Maar, het is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik wil je daarom 4 manieren aanreiken waarop je onvoorwaardelijk liefde in praktijk kunt brengen.
Maak geen gebruik van straffen en belonen
Straffen en belonen zijn voorwaardelijk. Het kind ervaart: “Ik ben alleen lief als ik me goed gedraag. Doe ik dat niet dan vindt papa of mama mij niet lief.” Ook bij belonen is er in feite dezelfde boodschap. Hoe goed bedoeld ook, je manipuleert ermee het gedrag van je kind.
Luister zonder oordeel naar je kind
Luister naar je kind. Doe je best om je kind te begrijpen. Wat is er aan de hand? Wat maakt dat je kind doet zoals ie doet? Wat is het dat je kind graag wil of juist niet en waarom? Luister ook zonder oordeel. Dat wil NIET zeggen dat je het altijd eens moet zijn met je kind of dat je alles goed vindt (zie onderaan dit artikel)
Respecteer je kind
Luister niet alleen naar je kind. Maar hou er ook rekening met de behoeftes van je kind. Streef naar oplossingen die voor jullie allebei oké zijn. Soms kan dat niet. Maar ook dan kun je de behoefte erkennen en respecteren. Maar leg altijd uit waarom je er niet aan tegemoet kan komen (en zo mogelijk wanneer wél)
Accepteer je kind volledig zoals ie is
Dit gaat eigenlijk alleen over jouzelf, het is een innerlijk proces. Het is niet makkelijk, maar wel enorm waardevol. Het gaat erom, dat je je verzet registreert in jezelf als je kind iets doet wat jij niet wilt. En dat je dat probeert los te laten in plaats van dat je vanuit dat verzet handelt of spreekt.
Nee, dat wil NIET zeggen, dat je elk gedrag acceptabel vindt. Je zult natuurlijk moeten begrenzen. Maar accepteer dat het gebeurt, accepteer dat je kind zo (moeilijk) doet. Je kind heeft zichzelf ook niet gemaakt 🙂 En weet je, het valt vaak helemaal niet mee om ….. (naam van je kind) te zijn.
JA MAAR… (ik hoor je al tegensputteren…)
Als ik mijn visie op opvoeden uitleg of benoem, merk ik vaak weerstand van ouders. Dat is het misverstand dat het allemaal maar ‘soft’ is. Dat het grenzeloos is. Dat je kinderen kweekt die geen nee accepteren, prinsjes en prinsesjes, enz.
Maar dat is helemaal niet zo. Natuurlijk hou je een bepaalde verantwoordelijkheid als ouder. Soms moet je ingrijpen of doorpakken omdat het niet anders kan. Maar dat kan altijd met respect voor je kind.
En natuurlijk wil je ook niet altijd mee in wat je kind wilt. De clou is dat je dan je eigen behoefte inbrengt. Dat je die net zo serieus neemt als die van je kind. Dat zorgt ervoor dat het gedrag van je kind wel degelijk begrensd wordt.
Door bovenstaande manieren toe te passen, zal je kind onvoorwaardelijke liefde ervaren. Voelen dat ie ertoe doet, zich gehoord en begrepen voelen. Dat maakt het zoveel makkelijker voor je kind om zichzelf ook te accepteren en van zichzelf te houden.
En vanuit acceptatie is het zoveel makkelijker om te groeien, om te veranderen, om je te ontwikkelen. Omdat er geen ‘fout-zijn’ ten grondslag ligt aan verandering. Alleen maar een behoefte om je gedrag te veranderen omdat dat fijn is voor jezelf en/of voor anderen.
Vind je dit inspirerend? Deel het artikel hieronder via de shareknop, zodat we ook andere ouders kunnen inspireren. En natuurlijk lees ik ook graag je reactie.
Je bent toch zo duidelijk denk je dan. Je geeft duidelijk aan dat je kind nu moet stoppen met zeuren of huilen of schreeuwen. Je zwicht niet, je bent duidelijk en streng. En toch… je kind gaat gewoon door. Heel irritant vind je. Je doet wat je hoort te doen en toch werkt het niet. Frustrerend gewoon. Hoe komt dit nou?
Gisteren zag ik het weer gebeuren. In de supermarkt waar ik was voor mijn boodschappen liep een vader met een huilende peuter, een jongetje van een jaar of 2. Wat eraan vooraf gegaan was weet ik eerlijk gezegd niet precies.
De vader probeerde zijn zoontje tot stilte te manen: “Nu is het klaar”.
Dat zeggen ouders heel vaak tegen hun kind. Hoor je het jezelf zeggen? Als je het mij vraagt is het een soort toverwoord waarvan je hoopt dat je daarmee kunt zorgen dat je kind ophoudt met het irritante gedrag :).
Maar helaas…. Ook in dit geval werkte het niet. Nadat de vader het gezegd had, liep hij bij het jongetje vandaan. Die op zijn beurt weer hard huilend en schreeuwend achter zijn vader aan liep.
De vader dacht “Ik moet nog duidelijker zijn”. Dus hij gaat op zijn hurken voor zijn zoontje zitten en zegt: “Hidde, stop nu. Het is nu klaar, je moet nu stoppen”.
En enkele tellen later “Stoppen nu”.
Hij keek hem daarbij streng en dwingend aan. Vervolgens wijdde hij zich weer aan de boodschappen.
Helaas. Het werkte niet. Uiteindelijk ging de vader afrekenen en vertrok hij met nog steeds een huilend kind.
Herkenbaar?
Wat was er nu aan de hand?
Simpel. Het jongetje voelde zich totaal niet gehoord en begrepen. Alleen maar afgewezen. Wat zijn verdriet en frustratie nog groter maakte. Met als gevolg dat hij alleen maar harder ging huilen.
Wat de vader had kunnen (moeten) doen is echt contact maken met zijn zoontje. Hem eventueel even oppakken.
En erkenning geven. “Jij wilde zo graag een karretje en nu zijn ze op, stom he. Ik snap wel dat je nu boos bent” of “Ik weet het lieverd, je wil heel graag de dinosauruskoekjes. Dat snap ik. Maar die hebben we nu niet nodig. Een andere keer. Vandaag hebben we wortels nodig, ga je me helpen om ze af te wegen?”
Dan is er verbinding en voelt het kind zich begrepen. Het is oké wat hij voelt. Je mag dingen willen ook al krijg je ze niet.
Als ouder verwarren we begrip vaak met toegeven. Maar dat zijn twee verschillende dingen. Én je toont begrip, empathie én je houdt vast aan je grens.
Keur ik die vader nu af? Nee. Helemaal niet. Hij is zich gewoon niet bewust van wat er gebeurt Hij doet zoals de meeste ouders doen. Omdat ze het zo aangeleerd krijgen. Omdat dat het voorbeeld is dat je om je heen ziet en vaak ben je zelf ook zo opgevoed.
Je leert dat jij je kind je wil kunt opleggen door duidelijk en streng te zijn. Ongewenste reacties (huilen of zeuren bijvoorbeeld) te negeren. Maar zo werkt het niet. Je kind heeft geen stopknop waar je op kunt drukken door “Stop” te zeggen, of “Het is klaar nu”.
Wat overigens ook nog een rol hierbij speelt is dat we als ouder soms te gehaast zijn en teveel ‘in ons hoofd zitten”. Er moet nog van alles, boodschappen, koken, enz. Dan komt het je gewoon niet uit als je kind gaat huilen of dwarsliggen.En dan heb je de illustere hoop dat je door duidelijk te zeggen dat je kind moet stoppen, dat dit zal helpen. Helaas.
Dus de eerstvolgende keer dat jij jezelf in zo’n situatie terugvindt, onderdruk dan eens de neiging om te zeggen “Klaar nu. Stoppen”. Maar probeer echt contact te maken en te luisteren naar wat je kind dwarszit. Zorg dat je kind zich begrepen voelt.
Ik merk altijd weer bij mijn klanten dat zo’n kleine verandering een wereld van verschil kan maken.
Vind je dit een goeie tip? Pas je hem al toe en werkt het ook bij jou? Laat het hieronder weten. En deel dit artikel via de shareknop, zodat nog veel meer ouders er hun voordeel mee kunnen doen. Dank je wel!
Het lastige van opvoeden in deze tijd is dat er zoveel mogelijkheden en keuzes zijn voor kinderen. Regelmatig krijg ik vragen van ouders over het onderwerp kinderen en tv kijken, gamen of internetten. Wat wel en wat niet? Maar ook moet je keuzes maken in wat jouw kind wel en niet mag eten en drinken. Wat moet je goed vinden en waar moet je een grens trekken?
Ten eerste: het juiste antwoord bestaat niet. Niemand kan precies aangeven, wat je wel of niet moet toestaan. Het hangt immers van zoveel factoren af. Bijvoorbeeld: je hebt liever niet, dat je kind bij McDonalds eet. Maar als hij of zij met een sportteam daar gaat eten, wil je het ook niet verbieden, omdat je je kind geen uitzondering wil laten zijn.
Natuurlijk zijn er in het algemeen wel limieten aan te geven. Iedereen weet, dat te lang tv kijken en computeren niet goed is voor kinderen. Ze moeten ook bewegen. Ook weet je, dat suiker ongezond is, net als zoetstoffen en teveel vet. Je weet heus wel, dat je kind niet elke dag een reep chocola en chips moet eten. Maar waar leg jij de grens voor jouw kind?
Waar het op neer komt, is dat je daarin toch je eigen grens moet bepalen. En dat doe je het beste met gezond verstand. En op je gevoel. Wat voor jou nog oké is. Daar verschillen ouders in en dat mag ook. Het is de enige manier waarop je dat kunt doen. Want zoals gezegd, een strikt antwoord is er niet.
Wat daarbij heel goed kan helpen, is je kind observeren. Wat doet het met je kind als je iets toestaat? Hoe gedraagt hij zich op internet? Kun je ergens aan merken, dat hij misschien teveel tv kijkt, bijvoorbeeld doordat hij steeds moeilijker zichzelf kan vermaken? Of omdat hij daarna helemaal niet meer in beweging komt? Of is tv kijken juist een time out, waarna hij weer lekker buiten gaat spelen of anderszins in actie komt? Is je kind gezond of heeft ie een neiging om te dik te worden? Reageert hij verkeerd op bepaalde voedingsmiddelen?
Door goed te observeren, kun je makkelijker je grens bepalen en deze ook beter communiceren met je kind. “Ik vind eigenlijk, dat je niet langer dan een uur tv mag kijken, want ik merk, dat je er heel sloom van wordt. Meestal verveel je je als de tv dan uitgaat” Je kind zal nu misschien protesteren en dit ontkennen. Dat geeft niet, want nu kun je er een gesprek over aangaan en samen een oplossing zoeken.
Tenslotte: accepteer dat je niet in staat bent de perfecte keuzes te maken. Je mag best kritisch zijn naar jezelf en er goed over nadenken. Doe het gewoon zo goed mogelijk. Maar daarna moet je het ook weer relativeren. Ga er niet over tobben. Vertrouw op je gevoel en je gezonde verstand. Een portie nuchterheid geeft rust in jou en dat is ook weer goed voor je kind 🙂
Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. Privacyverklaring
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.