All Posts by Karla Mooy

Zo word je je eigen emoties de baas

Een veelgelezen blog van mij gaat over je geduld bewaren. Dat heeft natuurlijk ook alles te maken met het omgaan met je eigen emoties. Als trainer Emotioneel Lichaamswerk heb ik daar een hoop ervaring mee opgedaan.  Eigenlijk kennen de meeste mensen maar twee manier om met emoties om te gaan. Beide zijn helaas niet zo effectief. Gelukkig is er een derde manier en deze gaat je helpen. Een lesje emotiebeheer in een notendop.

De eerste manier, die veel mensen goed kennen, is je emoties onderdrukken. We hebben allemaal geleerd, dat er een aantal emoties zijn, die niet zo gewenst zijn. Boos was niet goed, want dat was niet aardig. Bang was niet goed, want je moest flink zijn. En verdrietig mocht meestal wel eventjes, maar het moest niet te lang duren, want dan stelde je je aan.

Helaas zijn emoties die ondergronds gaan niet zo goed voor je. Ze woekeren daar verder en houden je onbewust in de greep. Ze bepalen je gedrag zonder dat je het in de gaten hebt. En soms knallen ze eruit als je systeem het niet meer houdt. Op een veel heftigere manier dan gepast lijkt in de situatie.

Als je goed geleerd hebt om je emoties te onderdrukken, heb je ook het probleem dat je vaak je grenzen niet voelt. Pas als iemand (je kind bijvoorbeeld) al ver over je grens is wordt het je teveel. En dan is er geen houden meer aan en is je emotie jou de baas.

De tweede manier is je emoties  de vrije loop laten. Het goede hieraan is dat je ze niet onderdrukt. Maar feit blijft dat jij achter je emotie aanholt als het ware. De emotie is de baas. Jij hebt het niet in de hand. En dat leidt weer tot gebeurtenissen waar je achteraf spijt van hebt. Je doet en zegt dingen, die je liever niet had willen doen.

In dat geval slokt je eigen emotie alle aandacht op. Je boosheid, je angst of je teleurstelling belemmert je het zicht op wat er eigenlijk aan de hand is. Waardoor je niet in staat bent om goed te reageren op de situatie.

De derde weg is er eentje van niet onderdrukken, maar ook niet de vrije loop laten. Wat je doet is je emotie even de aandacht geven. Als een emotie volle aandacht krijgt, zakt het vrij snel af en krijg je ruimte. Ruimte om te zien wat er aan de hand is. Wat jij nodig hebt en wat de ander nodig heeft.

Hoe doe je dit in praktijk? Door even je aandacht naar binnen te brengen. Adem rustig in en uit en voel waar je de emotie voelt. Ga niet mee in de storm van gedachten die erbij hoort (dat voedt juist de emotie), maar wees alleen even gewaar wat zich in je afspeelt. Waar voel je het? Hoe voelt het?

Dan kun je zien wat jouw emotie zegt. Is het een reactie waarvan de oorsprong in het verleden ligt, maar die nu getriggerd wordt door bijvoorbeeld je kind. Ook is het vaak een signaal, dat aangeeft dat jouw behoefte op dit moment in het gedrang komt.

Dus herken en erken de emotie. Realiseer je dat deze emotie door een oud patroon komt  (bijvoorbeeld: “o ja, daar is ie weer. Deze ken ik, de machteloosheid. Ok, ik voel het…”)Niet wegdrukken, niet in meegaan, accepteren is voldoende. Richt vervolgens de aandacht op de situatie nu en kijk wat er nodig is. Wat heeft je kind nu nodig van jou?

Het kan ook zijn dat je emotie je iets te vertellen heeft over de situatie nu. Dat er aan jouw behoefte, jouw grens of jouw waarde wordt getornd. Verwoord dit dan in een duidelijke ik-boodschap, waarin je je gevoel benoemd, waardoor dit ontstaat en wat je behoefte is. “Ik raak nu erg geïrriteerd, het klinkt voor mij alsof eigenlijk zegt: lekker belangrijk. Voor mij is het wel belangrijk, ik wil serieus genomen worden”.

Dus de eerstvolgende keer dat jij voelt dat er van binnen wat roert, neem dan heel even (het kan echt in een paar tellen als het moet) de tijd om er aandacht aan te schenken. Doe even niets, maar neem waar. En als het nodig is geef dan op tijd een duidelijke ik-boodschap. Zo voorkom je dat het zich opbouwt tot jij ontploft.

Wil je meer weten over hoe zelf kalm te blijven en hoe je je kind kunt helpen met zijn of haar emoties? Dan is de online module Omgaan met emoties iets voor jou. Je krijgt nieuwe inzichten en concrete tips en gaat er mee aan de slag in de praktijk van alledag. Lees hier meer.

Vind je dit een zinvolle tip? Deel het dan via één van de socialmediaknoppen, dan kunnen ook anderen er hun voordeel mee doen. Ook ben ik nieuwsgierig naar jouw reactie, laat het hieronder weten. Dank je wel!

Schaamte van ouders

De meesten van ons trekken zich in meerdere of mindere mate iets aan van wat anderen vinden. Of wat we denken dat anderen zullen vinden 🙂. Of het nu gaat over hoe je eruit ziet of wat je zegt, iets in ons houdt zich bezig met wat anderen zullen denken. In het opvoeden is dat niet anders.

Iedere ouder wil graag een goede opvoeder zijn. Je hoopt dus altijd, dat je kinderen zich goed gedragen buiten de deur. Zodat anderen zullen denken, dat het leuke kinderen zijn en dat jij het goed doet, toch?

Daar komt het vaak onbewuste ideaalplaatje weer om de hoek kijken. Je wilt toch wel graag de goede opvoeder zijn, die zijn kind onder controle heeft, rustig blijft en weet wat ie moet doen. Het ergste is wel, dat mensen kunnen denken, dat je je kind niet in de hand hebt, dat ie over je heen loopt. Klopt?

En de waarheid is: je hebt je kind niet in de hand. Niemand niet. Uiteindelijk kun jij niet bepalen wat je kind wel of niet doet. Of het nu binnen of buiten de deur is. En dat is maar goed ook.

En toch. Ook al realiseren we ons dit, toch zit het ergens in ons systeem. En steekt het de kop op als je een probleem hebt met je kind of als je kind ongewenst gedrag vertoont. En des te meer als daar anderen bij zijn.

Ik denk dus dat de meeste ouders weleens last hebben van valse schaamte. Of bang zijn dat een ander hen zal afkeuren als ouder. Bewust of onbewust. Maar het ene kind is het andere niet en het ene kind is nou net iets moeilijker in zijn gedrag dan de andere. En het feit, dat ik gedrag niet acceptabel vind, wil nog niet zeggen, dat mijn kind het niet doet!

Ik sprak hier jaren geleden eens over met een paar deelnemers van een workshop die ik toen nog gaf. Ze gaven eerlijk toe, dat het lastig is om te zeggen dat je naar een opvoedcursus gaat. Want dan kan de ander denken: “O, heb jij dat nodig dan? Is er iets mis bij jou thuis?”.

Want samenhangend met het (onbewust) ideaalplaatje is er ook de overtuiging, dat je het gewoon zou moeten kunnen. En in zekere zin is dat ook zo. Iedereen kan in principe wel een kind grootbrengen. Maar de vraag is hoe. Gun jij je kind het beste? Wil jij je kind optimaal steunen in zijn of haar ontwikkeling? Wil jij genieten van je gezin, ook als dat niet vanzelf lukt?

Zoals één van die deelnemers toen ook zei: “We zouden er eigenlijk juist trots op moeten zijn, dat we dit doen voor onze kinderen”.  En zo is het maar net. Ik heb respect voor alle ouders die moeite en tijd en soms ook geld investeren om het thuis beter te laten lopen. Omdat ze vinden dat hun kind het waard is.

Dus daar mag jij jezelf ook om waarderen, hoe moeilijk het af en toe misschien ook gaat. En leren is ook altijd oefenen, gaat altijd met vallen en opstaan. Maar je doet het tenminste (y)

Is voor jou misschien de tijd gekomen om wat extra support in te schakelen? Komende week krijg je korting op mijn onlineprogramma ‘Stap voor stap een gelukkig gezin‘. Lees hier hoe dit programma jou helpt om uit de strijd met je kind te komen.

 

Waarom je kind zo dwingend kan zijn

Als jij een pittig kind hebt, dan ervaar je waarschijnlijk ook dat je kind een sterke wil heeft. En nog meer dan dat, je kind is regelmatig dwingend. Bepaalt het liefst hoe de dingen gaan. Heeft het liefst dat de dingen op zijn of haar manier gaan. Dit is best moeilijk voor jou als ouder om mee om te gaan, denk ik zo. Maar het helpt als je snapt waar het vandaan komt.

Vaak voelt het zo verkeerd. Alsof jij het slaafje of het sloofje van je kind bent. Je wordt gecommandeerd en als je niet doet wat je kind zegt, dan is het hommeles. Dus soms geef je maar gewoon toe, maar het voelt toch niet goed.

Herkenbaar? Ik heb hier echt wel mee geworsteld vroeger. Tot ik doorkreeg waarom het was. En dat het niet bedoeld is als commanderen. Het is meer dat je kind op zo’n moment iets van je nodig heeft.

Pittige kinderen zijn prikkelgevoelige kinderen. Hooggevoelig, zo je wilt. Mijn idee is dat de wereld erg overweldigend voor ze is. Omdat prikkels veel minder goed gefilterd worden dan bij de meeste andere kinderen.

Het is moeilijk voor ze om zich aan deze overweldigende wereld over te geven. Ze hebben dringend behoefte aan controle. Ze willen de wereld om zich heen begrijpen en kaderen. Daarom zijn het vaak kinderen die veel vragen en enorm behoefte hebben aan duidelijkheid en uitleg.

En dat is naar mijn idee ook de reden dat ze graag de regie hebben, graag zelf bepalen. Want op het moment dat je zelf kunt bepalen heb je grip. Ben jij de baas over de wereld in plaats van andersom. Dan gaat het zoals jij het in het hoofd hebt en dat geeft rust.

De meeste pittige kinderen passen zich in de buitenwereld behoorlijk goed aan. Ze doen wat er van hen gevraagd wordt en proberen zo goed mogelijk te snappen wat er van hen verwacht wordt. Al kost dat soms veel moeite en energie.

Thuis is voor de meeste pittige kinderen de enige plek waar ze hun behoefte aan autonomie, aan regie, durven te uiten. Dus gaan ze thuis in de weerstand als ze iets moeten en willen ze dat het op hun manier gaat.

Hoe meer spanning er is in het leven van je kind, hoe meer dit dwingende gedrag meestal toeneemt. Want hoe minder grip in de buitenwereld, hoe wanhopiger de pogingen om toch weer grip te krijgen. Dus hoe inflexibeler je kind wordt en hoe meer dwingend gedrag je kunt verwachten.

Mij heeft dit inzicht geholpen om meer mee te bewegen, meer toe te geven, zonder dat ik me daar nog geïrriteerd over voelde. Omdat ik wist, dit heeft mijn kind nodig om even rust te ervaren. Het is niet omdat het een ongevoelig egoïstisch kind is. Of onopgevoed. Maar hij kan nu even niet anders.

Dit betekent overigens niet dat je altijd maar moet toegeven. Maar wel dat je de gedachte dat het op zich niet in de haak is, los kunt laten. En dan kijkt waar je wel of niet in mee wilt gaan, waar ligt je eigen grens werkelijk?

En het betekent ook, dat je je kind best kunt leren dat het veel prettiger is als hij of zij iets vriendelijk vraagt in plaats van te zeggen ‘jij moet’. Het helpt trouwens enorm als je dat zelf ook doet :). Maar lalshet dan toch gebeurt, zie het dan als onmacht en kijk of je je kind op dat moment misschien het beste helpt door maar gewoon te doen wat hij of zij ‘vraagt’.

Interessant artikel vind je? Deel het dan, zodat meer ouders het kunnen lezen. Dank je wel!. En ik lees natuurlijk graag je reactie hieronder.

Trouwens…als jij je kind hierin herkent, dan is mijn gratis webinar vast interessant voor jou. Ik vertel je meer over hoe je kind in elkaar steekt en welke benadering in het opvoeden wél werkt. Meld je hier aan

Waarom je niet moet onderhandelen met je kind

Tegenwoordig hoor je vaak dat je als ouder zou moeten onderhandelen met je kind. Ik vind dat geen goed idee. Dat zal je misschien verbazen. Maar wees gerust, ik ga geen pleidooi houden voor een autoritaire opvoeding. Wat dan wel? Dat zal ik je hieronder uitleggen.

Onderhandelen is een activiteit tussen twee of meerdere mensen, waarin de één probeert de ander over te halen tot het door hem gewenste resultaat. Omdat je meestal niet alles krijgt wat je wil, moet je dus wat inleveren. De kunst van goed onderhandelen is dan om zo min mogelijk in te leveren en zo veel mogelijk resultaat voor jezelf te behalen.

In plaats van onderhandelen kies ik liever voor de geen-verliesmethode, de naam die Thomas Gordon eraan gegeven heeft.  Een essentieel verschil met onderhandelen is, zoals de naam al zegt, dat je probeert de oplossing te vinden, waarbij niemand verliest. Met name de intentie is verschillend. Sta je bij onderhandelen tegenover elkaar, bij de geen-verliesmethode sta je naast elkaar. Je werkt samen op de beste oplossing te vinden.

Dat betekent dat uitkomsten niet afgewogen worden in de zin van: wie heeft het meeste binnengehaald. Het gaat niet om het resultaat op zich, maar om hoe de uitkomst voor je voelt. Het is gebaseerd op het idee, dat de behoefte van beide partijen belangrijk is en meetelt. Je houdt dus rekening met elkaar en met jezelf. Tegelijkertijd.

Het kan dus zelfs zo zijn, dat je tot een oplossing komt, waarbij de één feitelijk gezien “zijn zin krijgt” en de ander “toegeeft”.  Maar dat is dan niet een proces van inleveren geweest, maar van bereidheid om aan iemands behoefte tegemoet komen, omdat je tot de conclusie bent gekomen, dat de behoefte van de ander zwaarder weegt dan de jouwe, ook voor jou. Dit zal niet zo vaak het geval zijn, meestal probeer je iets te vinden, wat aan beider behoeften tegemoet komt. Maar het zou kunnen. De insteek is dus wezenlijk anders dan bij onderhandelen.

Waar onderhandelen kan leiden tot spijt of verwijt achteraf, is dat bij de geen-verliesmethode niet het geval. Het werkt juist heel verbindend. Omdat je elkaars behoefte respecteert en samen naar een oplossing zoekt. Bovendien gaat het uit van eerlijkheid en oprechtheid. En zijn verbondenheid, wederzijds respect, eerlijkheid en oprechtheid niet heel belangrijke waarden in het opvoeden?

Onderhandel jij weleens met je kind en wat vind je dan van mijn insteek? Deel hieronder jouw ervaring en mening. Ook vind ik het heel fijn als je dit artikel wilt delen, zodat we meer ouders kunnen bereiken. Dank je wel!

 

3 Effectieve manieren om met je kind te communiceren

In mijn vorige blog beschreef ik veelgemaakte fouten in de communicatie met kinderen. Was jij net als anderen benieuwd wat dan de alternatieven zijn? Ik geef je hier 3 manieren van communiceren die wél effectief zijn (en meer respectvol naar je kind).

GEEF ERKENNING

 Doe je best om je kind te begrijpen. Ga in zijn schoenen staan, verplaats je in haar situatie. Probeer te snappen wat je kind beroert. En accepteer dat je kind iets anders ervaart dan jij zou willen of had gedacht. Wat voor jou een onbenulligheid is, kan voor je kind echt een obstakel zijn.

Laat ook merken dat je het begrijpt. “O lieverd, ik zie dat het helemaal niet lukt, wat vervelend voor je”, “Je bent écht boos, dat snap ik. Het is ook stom, dat ….” Of “Het spijt me zo, dat het niet anders kan. Ik snap heel goed dat je nu gefrustreerd bent”.  Om maar wat voorbeelden te geven.

Erkennen kan soms verbluffend goed werken. Toch is het geen trucje om je kind mee te krijgen in wat er aan de hand is. Het is daarom ook nodig dat je erkenning oprecht is en dat je accepteert dat je kind desondanks boos wordt of blijft. “Het is oké, wees maar even boos”.

Eerder schreef ik dit blog over het belang van erkennen.

LUISTER NAAR JE KIND

En daarmee bedoel ik écht luisteren. Dus vraag door. Nodig je kind uit om te vertellen. Wees nieuwsgierig in de goede zin van het woord. Parkeer je eigen mening of gedachte. En probeer te luisteren zonder oordeel. Zonder interpretatie vooraf.

Een kind wat zich gehoord voelt heeft meer ruimte om te horen wat jij wilt zeggen. Dus is het handig om eerst te luisteren naar hoe je kind iets ervaart, voordat je met je eigen behoefte of zorg komt.

Lees hier een uitgebreider blog over luisteren naar je kind

GEEF EEN IK-BOODSCHAP

Als jij iets van je kind wil, geef dan een duidelijke ik-boodschap. Een ik-boodschap is het tegenovergestelde van een jij-boodschap, zoals ik die in mijn vorige blog beschreef. Een jij-boodschap wordt gemakkelijk als een aanval gevoeld en roept daarom al snel verzet op. Of het bevat een opdracht en daar houd je kind niet van.

Met een ik-boodschap doe je een beroep op de behulpzaamheid van je kind. Je legt uit waar je last van hebt of wat je graag wil en waarom. Geef daarbij je gevoel weer. Het geeft je kind de kans om zich in jou te verplaatsen en zich met je te verbinden.

Voorbeelden van een ik-boodschap zijn “We moeten nu echt weg, want anders ben ik bang dat we te laat komen. En ik vind het erg vervelend om de logopediste te laten wachten als ze erop rekent dat wij er om 3 uur zijn” of “Ik wil graag naar je luisteren, maar dat lukt niet omdat ik met mijn hoofd in het werk zit. Als je even 5 minuutjes wacht heb ik deze mail af en kan ik naar je luisteren. Dan kom ik naar je toe” of “Als je je voetbaltas niet meteen uitpakt gaat het erg stinken in de schuur, dat vind ik echt naar. En bovendien ben ik bang dat je kleding bederft omdat het nu vochtig in je tas zit. Dus kunnen we afspreken dat je die meteen als je thuiskomt even uitpakt?”.

Meer over de ik-boodschap lees je hier

Vind je dit goede tips en wil je me helpen meer ouders te bereiken? Deel dit blog dan door op de social media buttons te klikken. Dank je wel! En laat hieronder weten wat jouw ervaringen zijn in de communicatie met je kind. Ik hoor graag van je 🙂

De meest gemaakte fouten in de communicatie met kinderen

Volwassenen houden er niet van als kinderen een grote mond geven,  weerstand bieden of boos worden. Ze moeten eigenlijk gewoon luisteren, toch? Maar wist je dat we zulk ongewenst gedrag vaak onbewust zelf oproepen door hoe we tegen hen praten? Hieronder lees je de meest gemaakte fouten in de communicatie met kinderen. Sommige heel voor de handliggend (maar toch..), andere zullen je misschien verrassen.

Eén van de meest voorkomende, maar zeer ineffectieve fout is het commanderen. “Hou op met zeuren, ruim je rommel op, stop daarmee”. We doen het allemaal, de gewoonte is hardnekkig, maar effectief is het niet. De kans dat het gedrag doorgaat is een stuk groter dan dat het stopt. Pittige kinderen houden erg van autonomie en zijn allergisch voor commanderen.

Een tweede veelgebruikte, maar eveneens niet erg effectieve manier is waarschuwen of dreigen. “Als je dat nog een keer doet, mag je vertrekken” of “Ik zou het niet doen, als ik jou was”. Het effect van dreigen is vaak, dat je het kind uitlokt om het nog een keer te doen. Je pittige kind is gewoon nieuwsgierig wat er dan gaat gebeuren of heeft de onbewuste reactie om te laten zien, dat hij “heus niet bang is”. Nogmaals, hij of zij wil gewoon niet dat jij de baas speelt.

Ook een niet effectieve, maar verleidelijke vorm is oordelen of beschuldigen. “Wat doe je nou vervelend, je wil gewoon aandacht, je probeert me gewoon boos te maken”. (Let op het woordje gewoon, dat is al een signaal van een foute communicatie) Hoe voelt het als een ander jou veroordeelt? Dan ga je toch in de verdediging? Je kind dus ook. “kijk naar jezelf” of “jij ruimt zelf ook je spullen nooit op”. Je kind doet hetzelfde als jij en dan heet het opeens een grote mond…

Wat ook averechts kan werken is ongevraagd je mening of advies geven. Een voorbeeld. Je kind krijgt iets op de computer niet voor elkaar wat voor school af moet en komt je gefrustreerd vertellen, wat er aan de hand is. Stel jij zegt: “Vraag het aan iemand anders uit jouw groepje”. Grote kans, dat je dan een snauw krijgt. Je kind wil op zo’n moment geen oplossing van jou horen, ze wil gewoon haar frustratie kwijt. Door onze reactie gooien we a.h.w. olie op het vuur.

Wat er gebeurt, als wij aankomen met onze analyse of oplossing, is dat het kind zich niet serieus genomen voelt. Wij zullen wel even vertellen hoe het zit. Het antwoord is dan “Jij snapt er ook helemaal niks van!” (waarschijnlijk is dat ook zo…) en je kind wordt chagrijnig of boos. We gaan voorbij aan wat het kind ervaart. Wij weten het beter.

Een bekend voorbeeld is : “je bent gewoon moe”.  Het eerste wat een kind dan roept is ”Helemaal niet!” Ander voorbeeld: “Joh, maak je niet druk, dan bel je toch gewoon iemand anders?” als een vriendinnetje niet wil spelen bijvoorbeeld. Ja, natuurlijk kan ze iemand anders bellen, maar snap je dan niet dat ze nou juist met dat meisje wil spelen?

Wat al deze voorbeelden gemeen hebben, is dat je voorbij gaat aan hoe het voor je kind is. En dat maakt ze ineffectief. Je gaat voorbij aan de behoefte van je kind, of frustreert zelfs een behoefte van je kind, waardoor je verzet, chagrijn en boosheid uitlokt. En afgezien van dat het soms respectloos is naar een kind, is het ook gewoon niet handig. Want jij krijgt ook niet wat je wil immers.

Een logische vraag is nu: hoe moet het dan wel, wat is wel effectief? Daarover de volgende keer 🙂

Wil je me helpen om meer ouders te bereiken? Deel dan dit blog op de social media (klik op de icoontjes links of hieronder). Geef ook gerust je toevoeging of opmerking bij de reacties. Bedankt!

Op een goede manier begrenzen, hoe doe je dat eigenlijk?

Als het over opvoeden gaat, hoor je steeds weer de noodzaak van grenzen stellen. Een kind moet begrensd worden, weten waar de grens is, anders wordt hij grenzeloos in zijn gedrag.   En dat is helemaal waar. Alleen: wat is eigenlijk een goede grens en hoe stel je die?

Eerst moeten we ophelderen wat we eigenlijk bedoelen met grenzen stellen. Vaak wordt daarmee bedoeld, dat een kind af en toe ook “nee” te horen krijgt. Zodat hij weet, dat niet alles kan en mag. Want anders krijg je verwende kinderen en dat willen we natuurlijk niet.

Hoe wordt zo’n grens gesteld? Soms op grond van wat hoort of niet hoort. “Nee, je mag niet je regenlaarzen aan met dit mooie weer, dat is geen gezicht. ”

Soms, omdat het de ouder niet uitkomt. “Nee, je mag nu niet met water spelen” (denkend: ‘want dan ben je straks nat en vies en moet ik je onder de douche zetten en daar heb ik geen zin in’).

Soms omdat je meent, dat het pedagogisch verstandig is. “Nee, je mag geen koekje, want we gaan over een half uurtje aan tafel.”

Een dergelijke grens noem ik een bedachte grens. Het is geen echte grens, maar je bedenkt hem, omdat het je verstandig lijkt of beter uitkomt. En soms, omdat je vindt dat het tijd wordt om een grens te stellen. Om te voorkomen, dat je kind teveel zou mogen.

Een echte grens daarentegen is een grens, die jij in jezelf kunt voelen. Omdat het een behoefte van jou schaadt, als het kind zijn gang zou gaan. Bijvoorbeeld: “ik vind het niet goed, als je vanavond vrienden meeneemt, want ik wil op tijd kunnen slapen. Ik moet morgen al heel vroeg op. Een ander keer graag”.

Een echte grens is ook eentje die je stelt vanuit je verantwoordelijkheid als ouder. Bijvoorbeeld als je bepaalt dat je kind om 8 uur in zijn bed moet liggen, omdat jij verantwoordelijk bent voor zijn of haar nachtrust. Of dat je het aantal ijsjes op een dag begrenst met het oog op de gezondheid van je kind.

Soms kan een bedachte grens ook een echte grens zijn. Maar dat wordt ie pas als je je daarvan bewust bent en dat ook communiceert. “Als je vlak voor het eten gaat snoepen, ben ik bang dat je straks je eten niet opeet”.  (En wat als je kind zeker weet, dat hij zijn bord leeg zal eten. Is jouw grens dan nog houdbaar?)

Het voordeel van een echte grens, is dat ie makkelijker te begrijpen is voor kinderen. Beter voelbaar. Waardoor ze er veel makkelijker rekening mee houden. Onder zoek maar eens, als jij bepaalde grenzen hebt, waar je kind gemakkelijk overheen gaat: is het wel een echte grens? Kun je hem voelen in jezelf? Sta je er diep van binnen eigenlijk wel achter?

Het gaat dus niet zozeer om het stèllen van grenzen. Maar om het vàststellen ervan. Waar ligt jouw grens. Waar ligt de grens van je kind? Want ook kinderen hebben grenzen. Ze kunnen moe zijn, honger hebben, toe zijn aan even niks, geen zin ergens in hebben, ergens tegen op zien, enz.

Grensoverschrijdend gedrag is gedrag dat een behoefte van een ander schaadt. Dat ongevraagd de grens van een ander overschrijdt. Dat doet iedereen weleens, meestal onbewust. Daarom is het zo belangrijk om je grenzen te kennen en op een goede manier te communiceren. Zo leren je kinderen op een natuurlijke manier begrenzing.

En dat werkt natuurlijk twee kanten op. Gerespecteerd worden en respecteren hoort bij elkaar. Kinderen, die hun eigen grenzen kennen en ervaren, dat deze gerespecteerd worden, hebben meer zelfvertrouwen en zullen minder gauw grensoverschrijdend gedrag vertonen. Mits de ander (jij dus ook) zichzelf respecteert door zijn eigen grenzen te kennen en aan te geven.

Heb jij hier moeite mee, dan is het goed om daarmee aan de slag te gaan. Zoek een therapeut of een coach die je kan helpen je grenzen te herkennen en aan te geven. Ikzelf heb dit ook echt moeten leren. Emotioneel lichaamswerk en haptonomie hebben mij daar goed bij geholpen.

 

Zet dit je aan het denken? Ik hoor dan graag van je bij de reacties en ik vind het ook tof als je dit blog zou willen delen met de social media buttons. Bedankt alvast!

 

Hoe zie je jouw kind?

Succesvolle mensen schijnen anders te denken dan minder succesvolle mensen . Ze kijken meer naar mogelijkheden dan naar beperkingen. Ze focussen op wat ze willen en niet op wat hen tegenhoudt. Dat geldt in het werk, in het sport en ik denk, dat het ook voor opvoeden geldt. Laten we dus eens wat nader kijken naar de invloed van onze overtuigingen in de opvoeding. Welke bril zet jij op?

Niets van wat wij waarnemen en ervaren in het leven is de absolute waarheid. Iedereen heeft zijn eigen waarheid. Dat komt omdat elke waarneming gefilterd wordt door ons denken. Dat verklaart waarom mensen die hetzelfde meemaken, dat verschillend kunnen ervaren en zelfs letterlijk verschillende dingen kunnen zien. Het is goed om je dit te realiseren, ook als ouder.

Een ouder kent zijn kind het beste. Denken wij. En op een bepaalde manier is dat ook zo. Als ouder maak je je het kind het meest van nabij mee. Maar die vele ervaringen met je kind scheppen ook een beeld in jou van je kind. En vervolgens zie je dat regelmatig bevestigd. Daar is heel logisch, want zo werkt het nou eenmaal in ons.

Maar het is goed om je dat te realiseren. Vooral in het geval van negatieve ervaringen ( je kind liegt tegen je, maakt ruzie, is lui, slordig, onhandig, noem maar op) zou het toch fijn zijn als wij het niet “nog erger” maken.

Hoe wil jij je kind zien?  Die vraag werd mij eens gesteld door een coach. De bedoeling van die vraag was me te realiseren dat het belangrijker is hoe ik mijn kind wil zien, dan hoe ik hem zie. Want je kind is altijd meer dan dat waar je tegenaan loopt. Een kind wat liegt, is ook eerlijk. Een kind wat slordig is, heeft ook netheid in zich.

Als je bijvoorbeeld graag wilt dat hij je respecteert, zie hem dan als een kind dat jou respecteert. Door je kind zo te zien, ga je dat bevestigd zien. En is de kans groot, dat je dat gedrag ook vaker gaat zien en je kind dat gedrag ook vaker gaat vertonen.

Niet dat dit altijd makkelijk is, maar toch is het goed om er bij stil te staan. En het fijne is, elke keer als je ontdekt dat je vastzit in negatieve overtuigingen, kun je opnieuw beginnen met anders te (willen) kijken.

Een ander aspect hieraan is dat je je kind meer vrijheid geeft om te zijn wie hij is. Vaak ligt ons beeld nogal vast: mijn zoon is zo, en mijn dochter is zo. Door bewust ook te letten op situaties waarin je kind iets anders laat zien en dat ook te benoemen, leg je je kind minder vast en geef je het meer ruimte om zichzelf te ontwikkelen.

Behalve jezelf kun je ook je kind helpen zich bewust te worden van de invloed van gedachten. Op verschillende manieren.  Je kunt in je eigen leven laten zien, dat positieve overtuigingen je helpen. Vertellen over je eigen ervaringen.

En je kunt je kind helpen om negatieve overtuigingen te herkennen en los te laten. Loslaten wil dan zeggen: zien dat je overtuiging of gedachte niet waar hoeft te zijn, dat je het niet hoeft te geloven. En je afvragen: hoe zou het zijn, als ik dit niet geloof, als dit niet waar is?

Ook kun je oefenen in het kijken naar mogelijkheden. Focus op wat je wilt. En ga samen brainstormen hoe je dit kunt bereiken. Leuk en stimulerend. Kinderen kunnen dat vaak nog beter dan wij, omdat ze nog makkelijker creatief kunnen denken.

Vind je dit een boeiend thema om mee aan de slag te gaan? Ga er dan eens voor zitten om op te schrijven hoe je je kind ziet. Zowel  positieve als negatieve eigenschappen. En vraag je bij de negatieve dingen af: kan ik ook het tegenovergestelde zien in mijn kind? En bij de positieve: welke zou ik meer willen zien? Ga daar een een tijdje mee oefenen en vervolgens kun je je lijstje opnieuw bekijken en vaststellen of er iets veranderd is. Veel succes en plezier!

Nog een laatste tip: Louise Hay heeft een paar leuke prentenboeken voor kinderen gemaakt: ‘Ik ben, wat ik denk’ en ‘Het wijze miertje’. Daarin wordt op kinderniveau uitgelegd hoe onze gedachten ons gevoel en ons gedrag beïnvloeden.

Heb ik je kunnen inspireren met dit artikel? Deel het dan via de social media buttons, dank je wel. En laat hieronder je reactie weten, ik hoor graag van je.

 

Puber in huis? Hier is de nummer 1 tip!

Een puber in huis is niet altijd makkelijk. En zeker niet als het je eerste is. Alle veranderingen zijn nieuw voor je kind, maar ook voor jou. Nooit eerder zag je je kind zo veranderen. Dat je denkt, is dit mijn kind? Over het omgaan met pubers valt veel te vertellen en dat ga ik ook zeker nog doen. Hierbij alvast een hele belangrijke tip.

Pubers zijn kinderen op weg naar volwassenheid. Ze gaan nadenken over zaken, waar ze voorheen nog geen oog voor hadden. De vriendengroep is belangrijk en krijgt meer invloed dan het gezin. Toch hebben ze dat gezin nog hard nodig.

Wat een puber daarbij vooral nodig heeft, is jouw acceptatie als ouder. Dat betekent niet, dat je alles goed vindt. Het betekent, dat je je kind accepteert zoals hij is. Dat je nieuwsgierig bent naar hoe de wereld er voor hem uitziet.

Dat wil niet zeggen, dat je hem het hemd van het lijf vraagt. Integendeel, dat werkt niet. Ik bedoel nieuwsgierig zijn naar wat je kind je probeert te vertellen. Als je met je puber in gesprek bent, stop je eigen oordelen dan ver weg. Actief luisteren geeft ze de ruimte om te vertellen wat ze kwijt willen.

Een niet-oordelende, accepterende houding is de basis van een goede verstandhouding met je kind. Dat klinkt misschien logisch, maar het is niet altijd makkelijk. Want je kind doet of zegt voortdurend dingen, waar jij zo je eigen mening over hebt. Pubers zijn daar allergisch voor en sluiten zich al heel snel af.

Geïnteresseerd luisteren, zonder oordeel, geeft je de kans op een kijkje in het leven van je puber. Door actief luisteren toe te passen kun je hem helpen om eventuele problemen helder te krijgen en zelf oplossingen te vinden. Je toont respect voor zijn eigenheid. Hiermee vergroot je de kans, dat je kind bij je aanklopt als hij in de problemen zit. En dat idee geeft rust, toch?

Dus mijn tip is: luister naar je kind. Hou je oordelen voor je. Bijt desnoods je tong af.

Betekent dit nu, dat je het in alles eens moet zijn met je kind, alles goed moet vinden? Nee, natuurlijk niet. Overweeg wat werkelijk van belang is en ga dan een gesprek aan met je kind over hoe jij bepaalde zaken ziet of wilt.

Gebruik daarbij ik-boodschappen. Geef aan waarom iets belangrijk voor je is of waar je zorgen over hebt. Geef ook duidelijk je eigen grenzen aan. Zoals jij rekening houdt met je puber, zo ga je ervan uit, dat hij ook rekening met jou houdt.

Pubers willen best naar je luisteren, is mijn ervaring. Ze willen alleen eerst gehoord worden. En ze willen jouw kijk op de zaken niet opgedrongen krijgen. Laat ze merken, dat het aan hen is of ze er wat mee doen.

En dan nog een bonustip: sommige zaken zijn moeilijk aan te kaarten. Je kind wordt al boos of slaat dicht nog voor het gesprek begonnen is. Schrijf het dan eens op in een briefje of in een mail. Dan kan je puber het in alle rust binnen laten komen. Schrijf met respect. Wedden, dat ze er meer van meenemen dan jij misschien denkt?

Stap uit de machtsstrijd

 

Opeens zit je erin. Je kind wil niet wat jij wil. Je wilt voet bij stuk houden. Kind boos, jij boos. Maar het moet en zal gebeuren. Want als jij nu toegeeft, dan is het einde zoek. Toch?

Als dit aan de hand is, zit je in een machtsstrijd. Het gaat allang niet meer om wat je eigenlijk wilt. Maar om de strijd. Jij wilt niet verliezen. Begrijpelijk. Maar je kind ook niet! Als je dan een vurig kind hebt, kan het aardig escaleren. Herkenbaar?

Nu is de vraag: hoe kom je eruit? Als eerste moet je herkennen, dat je erin zit. Dat valt nog niet mee. Want als je er in zit, neemt het je zo in beslag, dat je je er vaak niet eens van bewust bent. Je hebt niet door, dat de issue verschoven is van jouw oorspronkelijke wens (ik wil dat jij nu onder de douche gaat) naar niet willen verliezen (“ik wil dat je nu doet wat ik zeg”).

Het probleem is, dat je daardoor niet meer creatief bent in je oplossingen. Je ziet geen alternatieve mogelijkheden meer. Je kind moet nu onder de douche, punt uit. Terwijl er alternatieven zijn. Zoals: misschien kun je in bad ipv onder de douche, misschien kun je je kind alleen wassen daar waar hij echt vies is. Misschien is hij niet zo vies en kun je vandaag overslaan.

Overslaan? En dus zomaar je kind je zin geven? Dat is het begin van het einde. Dat is waarschijnlijk wat je denkt? Dat dacht ik vroeger wel. Ik was vooral bezig met niet te verliezen, want dan zou mijn kind steeds lastiger worden. Dacht ik. Dat is ook wat je vaak om je heen hoort.

Nee, doorzetten en je kind dwingen. Dat helpt! Niet dus, dat maakt het alleen maar erger. Je krijgt alleen maar meer conflicten. Stap uit de machtsstrijd door zelf de eerste stap te zetten. Je kind zal het niet doen, die heeft onbewust ook het idee, dat zijn leven ervan afhangt. In praktijk betekent dat meebewegen, meegaan in wat je kind graag wil.

Als het kan en als je kind dat kan horen, kun je nog aangeven wat je voorwaarden zijn. “Oké, ik begrijp dat dit belangrijk voor je is. Dat snap ik. Het kan ook wel, maar laten we dan wel zorgen dat ….(je om 8 uur uit bad komt, zodat ik je naar bed kan brengen, of dat alles om half 6 weer is opgeruimd, zodat we aan tafel kunnen eten, enz.)

Hoe voorkom je nu, dat je kind denkt: ha, dat heb ik mooi geregeld, volgende keer doe ik het weer zo? Door erover te praten op het eerstvolgende rustige moment. Je stapt uit de machtsstrijd door ervan uit te gaan, dat je kind heus wel rekening met jouw behoeften wil houden. Zie zijn gedrag niet als willen winnen, want op zo’n moment ben jij degene die wil winnen. Daarmee creëer je de machtsstrijd zelf.

Stel je open op. Luister naar de wensen en zorgen van je kind. Wees bereid zijn behoeften te respecteren. Èn wees duidelijk wat jouw eigen behoeften zijn. Respect voor je kind en voor jezelf haalt je uit de machtsstrijd. Maar jij moet wel zelf de eerste stap zetten.

Machtsstrijd komt voor uit angst. Angst dat je kind jou de baas wordt, angst dat je het niet goed doet, waardoor je kind onuitstaanbaar wordt. Hopelijk heb je uit het bovenstaande kunnen begrijpen, dat dat echt niet nodig is. Laat het los. Vertrouw op het goede in je kind en in jezelf. Op jullie verbondenheid.

>

Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. Privacyverklaring

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten