Als je kind niet doet wat je wil, kun je vreselijk gefrustreerd raken. Vaak voel je daaronder ook een gevoel van falen en van machteloosheid. Het kan toch niet zo zijn dat jij je (kleine) kind niet de baas kunt zijn? Herken je dit, lees dan vooral door.
Ik ken het heel goed, dat gevoel van machteloosheid. En ik was daar ‘allergisch’ voor. Ik kon er niet mee dealen, het haalde me volledig uit mijn kracht. Het maakte me veel zwakker dan nodig was. Toen zag ik nog niet hoe het werkte, later kreeg ik daar meer grip op en was de onmacht mij niet meer de baas.
Je machteloosheid komt namelijk voort uit een misvatting. De misvatting dat jij de baas over je kind moet zijn en kunt zijn. Dat jij kunt bepalen wat je kind doet. En dat als je kind niet doet wat jij zegt, hoe je ook dreigt en probeert (‘optreedt’), dat je dan faalt.
En dat is gewoon niet waar! De waarheid is: je hebt je kind niet aan een touwtje. Dat klinkt misschien frustrerend maar is in feite een bevrijding. Want nu kun je zien, dat je je dus helemaal niet machteloos hoeft te voelen, want je hebt uiteindelijk nooit de macht over je kind gehad.
Je kunt je kind helemaal niet dwingen. Uiteindelijk bepaalt je kind zelf wat hij wel of niet doet. Of ze gehoorzaamt of niet. Natuurlijk kun je het wel proberen, je kind te dwingen, en hoe jonger je kind is hoe meer kans je hebt. Maar je kunt niet 100% bepalen wat je kind wel of niet doet. Je kind is hoe dan ook een zelfstandig wezen.
Toch zijn we erg gehecht aan deze misvatting. En dat is de oorzaak van veel ellende. Want heb jij een kind met een zogenoemde ‘sterke wil’ , dan heb je grote kans, dat je kind niet gehoorzaamt. Dat de strijd alleen maar groter wordt.
En jouw frustratie neemt toe, je machteloosheid neemt toe en tenslotte voel je je zwak en falend. Je kunt het niet. Je doet iets verkeerd. Je laat over je heen lopen. Je moet ‘gewoon’ meer autoriteit uitstralen, sterker zijn, strenger zijn, enz. enz. En als je dat zelf al niet dacht, dan maakt je omgeving je wel duidelijk dat het zo is.
Zo zonde! Dit veroorzaakt zoveel onnodig leed en het leidt tot meer spanning en meer conflicten. Het is niet waar én het is niet effectief. Het stapelt probleem op probleem. Want door jouw gevoel van onmacht ga je steeds ineffectiever te werk, waardoor je steeds verder bij je doel vandaan komt.
De oplossing? Inzien en volledig accepteren dat je je kind dus niet aan een touwtje hebt. Dat jij iets niet acceptabel vindt, wil niet zeggen dat je kind het niet doet. Sterker nog, het wil ook niet zeggen dat je kind niet weet dat het onacceptabel is. Hij of zij heeft even niets beters voorhanden, kan bijvoorbeeld zijn emotie nog niet goed beteugelen.
Zie het als een leerproces van je kind. En kijk hoe jij je kind daarbij kunt helpen. In de eerste plaats door te erkennen wat er gaande is. En vervolgens door (samen met je kind) te kijken wat maakt dat je kind doet zoals ie doet en hoe je dat kunt veranderen. Wat kun jij doen om ander gedrag een grotere kans te geven en wat heeft je kind nodig om acceptabel gedrag te laten zien?
Als je kind niet doet wat je zegt (of vraagt) trap dan dus niet in de val van onmacht. Realiseer je dat jij je kind niet aan een touwtje hebt. Hou afstand. Neem het niet persoonlijk. Wees duidelijk in wat je van je kind verwacht, maar help je kind ook om dat te kunnen. Accepteer dat bij het opgroeien moeilijke momenten horen voor jou en voor je kind.
Door het niet op jezelf te betrekken, door onmacht geen kans meer te geven, heb je veel meer ruimte om naar je kind en de situatie te kijken. Veel meer kans om wel effectief te reageren. Misschien moet je je kind een handje helpen met wat je vraagt door het samen te doen, misschien moet je je verwachting/verzoek intrekken omdat je ziet dat het niet haalbaar is op dit moment of krijg je een andere ingeving waarmee je de situatie weer vlot kan trekken.
Heb je hier wat aan? Deel dit artikel dan via de shareknop hieronder. Samen kunnen we nog meer ouders helpen. Dank je wel alvast!
En laat hieronder weten wat je van deze tip vindt. Altijd fijn om van je te horen!
Veel ouders die bij mij komen zijn moe, zo niet uitgeput. Het opvoeden kost hen bergen energie. Eén van de redenen daarvoor is dat ze te hard hun best doen om alles goed te laten verlopen. Ze lopen vaak op eieren om de sfeer goed te houden. En dat werkt niet.
Als je een pittig kind hebt, is één van de grootste valkuilen dat je te hard werkt om alles goed te laten verlopen. Elke dag is weer een nieuwe dag vol uitdagingen. Je kind moet op de deur uit, huiswerken maken, aan tafel komen en blijven zitten, op tijd gaan slapen, enz. enz. En dat het liefst zonder strijd.
Eigenlijk is dat korte termijnpolitiek. Een heilloze weg, die je uitput. Want: er is steeds weer een nieuwe dag, steeds weer een nieuw ding dat moet gebeuren. Stop daar maar mee.
Wissel het in voor lange termijnpolitiek. Ik zeg graag ‘alles is een leerproces’. Dus alles wat niet goed gaat, daarin heeft je kind iets te leren. En jij mag je kind daarbij begeleiden.
Dat doe je allereerst door een heldere structuur met duidelijke regels, afspraken en gewoontes. Dat maakt dat je kind meer gestuurd wordt door de structuur dan door jou. Dat scheelt al veel energie.
Vervolgens, als er iets niet lekker loopt of misgaat, kun je, liefst samen met je kind, onderzoeken waar het op vast loopt. Wat is het dat je kind niet lukt, wat houdt je kind tegen, wat zit je kind in de weg, wat heeft hij of zij nodig zodat het wél lukt?
Dat betekent dat dingen regelmatig ‘niet goed’ gaan (dat is ook een boeiende vraag op zich trouwens, wat betekent niet goed eigenlijk en is dat wel zo erg?). Maar dat is niet erg. Daar kun je aan werken. En bovendien: ook nu jij zo hard werkt, de korte termijnpolitiek volgt, gaan er eveneens regelmatig dingen mis. En zijn er vaak conflicten of driftbuien.
Met deze lange termijnvisie wordt opvoeden op den duur veel makkelijker. Je kind leert en ontwikkelt zich (en jij ook). Er gaan dingen goed en er gaan dingen fout. En ja, zo gaat het leven. Dat hoort erbij.
Pittige kinderen leren trouwens vooral door ondervinding. Dus het heeft geen zin om dingen te willen voorkomen. Ze leren niet van jouw goedbedoelde adviezen of waarschuwingen. Ze moeten het eerst ondervinden. Dus laat het maar gebeuren.
“Ja, maar dan gaat ie helemaal uit zijn plaat”. Ja. Dat kan gebeuren. Maar ook dat is een leerproces. En je kind heeft er meer aan om met frustratie te leren omgaan, dan als jij probeert het te voorkomen. Wat vaak niet lukt en dan is er des te meer frustratie, ook aan jouw kant.
Dus stop met fixen en voorkomen. Laat het gebeuren. Blijf kalm (ook dat kun je leren). Laat het bij je kind. Geef erkenning. Zeg bijvoorbeeld “ja, ik snap het wel, het is ook stom. En je mag best boos zijn. Wees maar even boos”.
Je moedigt bijna aan om boos te worden. Het omgekeerde van wat je meestal doet. Dat haalt de lading er al wat af. En omdat jij geen weerstand hebt tegen de boosheid is die meestal veel sneller weg.
Er mag dus wat meer nuchterheid in het opvoeden wat mij betreft. Ook bij pittige kinderen. Je probeert zoveel mogelijk duidelijkheid te bieden, dat voorkomt frustratie door onduidelijkheid of onverwachte situaties. Maar desondanks kan je kind toch af en toe ergens gefrustreerd door raken. Dat is nu eenmaal zo, dat hoort bij het leven.
Als het je lukt om er op deze manier in te staan, dan scheelt dat bergen energie, werkelijk waar. Omdat je het meer bij je kind laat en omdat je het accepteert als het af en toe ‘mis’ gaat. Ontspannen opvoeden noem ik dat 😊
PS Wil je weten hoe je dat in de praktijk doet? Je kunt nu nog voor een zacht prijsje (97 euro) meedoen aan mijn online workshop, die precies hier over gaat. Er is veel ruimte voor vragen en praktische situaties. Kijk hier voor info en aanmelden.
Veel ouders geven aan dat ze meer geduld zouden willen hebben, vooral moeders. Dan bedoelen ze rustig blijven in situaties met hun kind(eren), die hun niet bevallen. Ze raken geïrriteerd of gefrustreerd, gaan dan schreeuwen en doen precies wat ze niet willen en wat ook niet helpt 🙂 Wat te doen?
Ten eerste is het belangrijk je te realiseren, dat je mens bent. Het is niet meer dan logisch dat het gedrag van je kind bij jou gedachten en emoties oproept. Dat is het leven, dat gebeurt de hele dag met alles om je heen.
Echter, wij hebben ergens diep down een plaatje zitten van de rustige, beheerste ouder, die zonder stemverheffing alle ongewenst gedrag weet te stoppen. Die nooit problemen heeft met zijn kind, maar alles met gemak in goede banen leidt. Haal dit plaatje naar boven, kijk het aan en zie hoe lachwekkend het is. Ooit die perfecte ouder ontmoet?
Accepteer je eigen emoties en de situatie. Niet in de zin van gelaten ondergaan, maar in de zin van “dit is wat er is”. Adem eens diep in en uit. Hè, hè. En stel de vraag: wat heb ik nodig en wat heeft mijn kind nu nodig?
Een voorbeeld. Je kind is erg traag met eten. Jij voelt je ongeduld toenemen. Onderzoek eens waar dat ongeduld vandaan komt. Wil je dat je kind opschiet, omdat het al laat is en straks te laat in bed ligt? Of moet je straks weg en ben je bang, dat je niet op tijd de deur uitkomt? Ergert het, omdat jij niet mocht treuzelen met eten vroeger? Of ……
Als je weet waar je welke gedachten ten grondslag liggen aan je ongeduld, kun je deze verder onderzoeken. Is je zorg of angst terecht? Is het erg als je kind een keer wat later naar bed gaat? Kom je inderdaad in tijdnood? Wil je misschien niet voelen hoe pijnlijk het voor jou vroeger was als je zo op je kop kreeg als je treuzelde met eten? Word je liever boos op je kind dan dit te voelen?
Als je dit allemaal duidelijk hebt, kan je ongeduld verdwijnen. Dan kun je jezelf geruststellen, of ingrijpen (“ik ga je nu even helpen met eten, want het duurt vandaag een beetje lang”). Of voelen hoe naar het voor jou vroeger was en hoe fijn het is, dat je jouw kind die ruimte wel kunt gunnen.
Als je ervaart dat je plotseling je geduld verliest, dan heb je daarvoor je opkomende frustratie genegeerd. Opeens schiet je uit je slof. Soms op een manier, die jezelf kan verbazen. Heb jij hier regelmatig last van, dan is het belangrijk om uit te zoeken hoe jij met emoties omgaat. Klopt het dat jij meer aandacht bij de ander hebt en te weinig bij jezelf?
Heb jij moeite met boosheid en het voelen van je eigen grenzen? Ga daarmee aan de slag. In jouw belang en in dat van je kind.
PS Het leren omgaan met je eigen emoties en die van je kind is een belangrijke stap voor minder conflicten in huis. Vandaar dat ik er een hele les aan wijd in mijn onlineprogramma Stap voor stap een gelukkig gezin.
Herken jij wat ik beschrijf? Geef hieronder je reactie, ik lees het graag!
Vind je dit artikel de moeite waard? Deel het dan via onderstaande knoppen. Dank je wel!
Eén van de belangrijkste pijlers van de aanpak van Ontspannen Op voeden is de communicatie. Maar vaak vragen ouders, mijn kind is nog een peuter of een kleuter, hoe doe ik dat dan?
Aan communicatie zitten twee kanten: zenden en ontvangen. Oftewel spreken en luisteren. Wat betreft het spreken vind ik de ik-boodschap van onschatbare waarde, zoals je misschien wel weet. Bij luisteren is het belangrijk om met aandacht en openheid te luisteren.
Om met het zenden te beginnen: wat is van belang bij jonge kinderen? Spreek in korte zinnen, wees duidelijk in wat je van je kind wilt en waarom. “Kijk, de poes vindt het niet leuk.. Hij wil weg. Laat hem maar los”.
Zeg niet alleen wat niet mag, maar geef vooral aan wat je wel wilt. “Je mag niet op het aanrecht klimmen, dat is te gevaarlijk. Kom hier maar op deze stoel zitten”.
Ondersteun je verbale communicatie met fysieke taal. Pak je kind op en zet hem op de stoel. Of pak de hand van je kind als hij wil slaan of iets pakken wat je niet goed vindt. Doe én én. Grijp in én leg uit waarom. Wees daarin doortastend en blijf rustig. Zie het als iets wat je kind nog moet leren.
Wat luisteren betreft: Hoe jonger je kind, hoe meer je het met de nonverbale signalen moet doen. Door te verwoorden wat je ziet, laat je merken dat je je kind “hoort” en geef je woorden aan zijn gevoel. Ook check je het daarmee. “Vind je het een beetje spannend misschien?”
Probeer de behoefte achter het gedrag te begrijpen, ook dat is luisteren. In het geval van het kind wat op het aanrecht klimt, kun je kijken of je kind misschien wil helpen. Laat het kind je dan helpen aan tafel, bijvoorbeeld. Wil hij alleen maar graag zien wat je doet, zet het dan op veilige afstand in een stoel, zodat hij wel kan kijken wat je doet.
Je kunt vragen wat er aan de hand is. Maar als je kind daar moeilijk antwoord op kan geven, kun je suggesties doen. “Heb je misschien geen zin? Is het dat?”, “Wil jij ook graag een keertje?”, “Vind je het niet leuk dat ik de baby op schoot heb” enz.
Probeer je te verplaatsen in het perspectief van je kind. Hoe de situatie is voor je kind. En wat de reden van het gedrag van je kind kan zijn, Probeer de behoefte die daar achter zit te raden.
Voor kinderen die moeite hebben hun gevoel te verwoorden, kun je spelletjes doen met emoticons of plaatjes van kinderen met een bepaalde uitdrukking op hun gezicht. Op internet kun je dit wel vinden om uit te printen en kaartjes te maken. Je kunt je kind dan bijvoorbeeld laten aanwijzen hoe hij of zij zich voelt en het vervolgens verwoorden.
Het belangrijkste is, dat je je kind accepteert in zijn of haar uitingen. Dat maakt dat je kind naarmate het opgroeit steeds makkelijker met je zal kunnen communiceren. Omdat je kind voelt, dat je betrokken bent, hem wilt begrijpen en erkent in haar gevoel.
Help je mij om mijn inspiratie te verspreiden? Deel dit artikel dan via onderstaande knoppen op de sociale media. Dank je wel! Heb je aanvullingen of wil je iets kwijt? Hieronder kunnen we in gesprek 🙂
Jij hebt vast ook wel van die situaties waarin je denkt “Werk nou eens even mee”, “Waarom kun je nou nooit eens gewoon even doen wat ik zeg”, enzovoort. Het lijkt zo simpel en toch ligt je kind (weer) dwars. Waarom is dat? En wat kun je daaraan doen?
Gedrag heeft een reden. Als je kind boos wordt of dwars ligt, zit daar iets achter. Een veelvoorkomende oorzaak is dat je kind zich niet gehoord, gezien en begrepen voelt. Oftewel, zich niet erkend voelt.
Ik kan het niet vaak genoeg benadrukken: erkenning is een basisbehoefte van ieder mens. We willen ertoe doen. Dat geldt net zo goed voor kinderen. Zij willen serieus genomen worden in hun behoeften, hun verlangens, hun zorgen.
Vaak zijn ouders zich helemaal niet bewust dat ze dat niet doen. Maar het zit hem juist in je reactie in alledaagse situaties. Je kind luistert niet naar je en als je daar wat van zegt wordt ze boos. Of hij wordt boos omdat iets hem niet lukt.
Wat je op zo’n moment als eerste zou moeten doen is erkenning geven. Het gevoel van je kind benoemen. “Ik zie dat je boos wordt, je wilt dat niet doen hè?“ of “Wat vervelend lieverd, dat het niet lukt, daar word je boos van hè?”of “Zo te zien heb je daar helemaal geen zin in”.
Het is verbluffend om te zien hoe goed dat werkt, al zit er wel een ‘maar’ aan. Het werkt alleen als je een echte empathische reactie geeft. Het werkt niet als trucje, terwijl jij je inwendig loopt te ergeren aan je kind. Verplaats je in je kind en erken van daaruit zijn of haar gevoel, behoefte of zorg. Je kind klaart ervan op en kan daarna ook weer horen wat jij zegt.
Doe je dat niet, dan kan het een hele tijd doorzeuren zonder dat jij snapt waarom je kind zo moeilijk doet. Een kind dat zich niet erkend voelt, niet begrepen, voelt zich daardoor niet prettig. En kan daardoor nog een hele tijd ‘lastig’ blijven.
Dus wil jij een soepeler contact met je kind, minder irritaties en boze buien, probeer het dan eens uit. Stap even uit je eigen gezichtspunt en stap in de schoenen van je kind.
Probeer te begrijpen wat er in je kind gebeurt, wat hij ervaart. En laat merken dat je het ziet en begrijpt. Ik durf te wedden dat het dan een stuk makkelijker wordt met je kind. Ook, of misschien juist, als je kind een echte dwarsligger is.
Erkenning geven is één van de vele waardevolle vaardigheden die je leert in het onlineprogramma Stap voor stap een gelukkig gezin. Dit programma leert je een nieuwe aanpak in het opvoeden, eentje die wél werkt bij jouw pittige kind. Je leest er hier meer over.
Vind je dit een goeie tip? Deel hem dan op social media, dan kunnen anderen er ook hun voordeel mee doen. Dank je wel.
Heb je het uitgeprobeerd, laat dan hieronder weten wat je ervaringen zijn, ik hoor graag van je!
In de begeleiding van ouders heb ik het vaak over acceptatie. Acceptatie van je kind, acceptatie van de situatie. Leren accepteren is erg behulpzaam als je minder gedoe en conflicten met je kind wenst. Betekent dat, dat je alles maar goed vindt? Lees het hier.
Accepteren betekent in dit verband allereerst het accepteren van wat er gebeurt. Dat betekent niet “je erbij neerleggen’, maar wel dat je inziet, dat dit is wat er is. Het is vrij zinloos om je te verzetten tegen wat er is. Toch doen we dat maar al te vaak…
Iets veranderen vanuit acceptatie is veel zinvoller en ook gemakkelijker, dan vanuit vechten tegen de situatie zoals die is. Vechten doe je vanuit weerstand, vanuit emotie. Dat beperkt je creativiteit in het vinden van oplossingen om iets te veranderen. En leidt snel tot niet adequaat ingrijpen. Acceptatie geeft je de rust om met een ruime blik te kijken. Van daaruit reageer je veel creatiever en effectiever.
Accepteren dus. Niet alleen dat er is wat er is, maar ook dat je kind is zoals hij of zij is. Je kunt wel willen dat je kind anders is, maar dat is niet zo. En onderzoek eens wat je hindert aan je kind. Wat zegt dat eigenlijk over jezelf? Een kind is nu eenmaal een spiegel voor jou. Omdat hij zo op je lijkt of omdat ze precies triggert waar jij gevoelig voor bent.
Ook zullen we moeten accepteren, dat onze kinderen hun eigen weg (hebben te) gaan. Ze hebben het recht daartoe. Ze vinden andere dingen belangrijk dan wij. Maar hoe vaak is het niet zo, dat we graag iets willen van ons kind. Dat ze anders is dan ze is. Dat hij wat meer zus en zo zou doen. Vooral met pubers in huis is dat zo accepteren zo belangrijk. Niet dat ze met hun gedrag over jouw grens mogen, dat is wat anders. Maar wel accepteren dat ze hun eigen meningen en voorkeuren hebben.
Wees je bewust van wat jij van je kind wilt. Onderzoek het. Is het integer, klopt het? Of vind jij het gewoon lastig om bepaalde kanten van je kind te accepteren? Onthou, het is jouw allergie. Jouw gebrek aan acceptatie. Daar zul je mee in het reine moeten komen. Hoe? Door af en toe pijn te voelen, dat het is zoals het is. Door toe te laten wat er is, komt er ruimte voor liefde. En dat geeft je de kracht om op een andere manier met je kind om te gaan. Een manier die beter aansluit bij wat je kind nodig heeft.
Accepteren gaat dus ook over jezelf accepteren. Iedereen heeft gevoelige plekken, kan getriggerd raken en vanuit emotie reageren. Wees in dit verband lief voor jezelf. Ga niet vechten tegen jezelf, daar help je jezelf niet mee en je kind ook niet. Ook hier geldt: acceptatie geeft ruimte om te veranderen. Groeien, dus eigenlijk.
Een ander ding in dit verband is wat ik altijd noem “Het Libelle plaatje”. Dan zie ik zo’n foto van een happy family gezellig met zijn allen aan tafel. Leuk in de kleren, mooie tafel, alles perfect. Net als in een reclamefilm. We zitten onbewust allemaal met zo’n plaatje opgezadeld. Maar zo gaat het leven niet. Het is niet altijd pais en vree. (Al kun je wel veel doen om vaker pais-en-vree-momenten te hebben, maar dat terzijde). En het gekke is, als je dit kunt accepteren, geeft dat ook alweer meer rust.
Onderzoek jouw verlangens en verwachtingen van je gezin. Zijn ze reëel? En wat is jouw onbewuste norm voor jezelf als ouder, hoe hoog leg jij de lat? Als je daar last van hebt, probeer de plaatjes dan los te laten. Jij bent goed zoals je bent. Het gekke is, door het los te laten, bereik je eerder wat je wilt. Relativeer wat meer en je kunt beter ontspannen in het opvoeden. En zie, je komt plotsklaps iets dichter in de buurt van je ideale plaatje 🙂
Opeens zit je erin. Je kind wil niet wat jij wil. Je wilt voet bij stuk houden. Kind boos, jij boos. Maar het moet en zal gebeuren. Want als jij nu toegeeft, dan is het einde zoek. Toch?
Als dit aan de hand is, zit je in een machtsstrijd. Het gaat allang niet meer om wat je eigenlijk wilt. Maar om de strijd. Jij wilt niet verliezen. Begrijpelijk. Maar je kind ook niet! Als je dan een vurig kind hebt, kan het aardig escaleren. Herkenbaar?
Nu is de vraag: hoe kom je eruit? Als eerste moet je herkennen, dat je erin zit. Dat valt nog niet mee. Want als je er in zit, neemt het je zo in beslag, dat je je er vaak niet eens van bewust bent. Je hebt niet door, dat de issue verschoven is van jouw oorspronkelijke wens (ik wil dat jij nu onder de douche gaat) naar niet willen verliezen (“ik wil dat je nu doet wat ik zeg”).
Het probleem is, dat je daardoor niet meer creatief bent in je oplossingen. Je ziet geen alternatieve mogelijkheden meer. Je kind moet nu onder de douche, punt uit. Terwijl er alternatieven zijn. Zoals: misschien kun je in bad ipv onder de douche, misschien kun je je kind alleen wassen daar waar hij echt vies is. Misschien is hij niet zo vies en kun je vandaag overslaan.
Overslaan? En dus zomaar je kind je zin geven? Dat is het begin van het einde. Dat is waarschijnlijk wat je denkt? Dat dacht ik vroeger wel. Ik was vooral bezig met niet te verliezen, want dan zou mijn kind steeds lastiger worden. Dacht ik. Dat is ook wat je vaak om je heen hoort.
Nee, doorzetten en je kind dwingen. Dat helpt! Niet dus, dat maakt het alleen maar erger. Je krijgt alleen maar meer conflicten. Stap uit de machtsstrijd door zelf de eerste stap te zetten. Je kind zal het niet doen, die heeft onbewust ook het idee, dat zijn leven ervan afhangt. In praktijk betekent dat meebewegen, meegaan in wat je kind graag wil.
Als het kan en als je kind dat kan horen, kun je nog aangeven wat je voorwaarden zijn. “Oké, ik begrijp dat dit belangrijk voor je is. Dat snap ik. Het kan ook wel, maar laten we dan wel zorgen dat ….(je om 8 uur uit bad komt, zodat ik je naar bed kan brengen, of dat alles om half 6 weer is opgeruimd, zodat we aan tafel kunnen eten, enz.)
Hoe voorkom je nu, dat je kind denkt: ha, dat heb ik mooi geregeld, volgende keer doe ik het weer zo? Door erover te praten op het eerstvolgende rustige moment. Je stapt uit de machtsstrijd door ervan uit te gaan, dat je kind heus wel rekening met jouw behoeften wil houden. Zie zijn gedrag niet als willen winnen, want op zo’n moment ben jij degene die wil winnen. Daarmee creëer je de machtsstrijd zelf.
Stel je open op. Luister naar de wensen en zorgen van je kind. Wees bereid zijn behoeften te respecteren. Èn wees duidelijk wat jouw eigen behoeften zijn. Respect voor je kind en voor jezelf haalt je uit de machtsstrijd. Maar jij moet wel zelf de eerste stap zetten.
Machtsstrijd komt voor uit angst. Angst dat je kind jou de baas wordt, angst dat je het niet goed doet, waardoor je kind onuitstaanbaar wordt. Hopelijk heb je uit het bovenstaande kunnen begrijpen, dat dat echt niet nodig is. Laat het los. Vertrouw op het goede in je kind en in jezelf. Op jullie verbondenheid.
Als ouder ben je altijd een voorbeeld, of het nu positief of negatief is. Je kind leert het meest van wat je laat zien, niet van wat je je kind vertelt. Niet van wat je van je kind vraagt. Maar van wie jij bent en hoe jij bent, hoe jij handelt in situaties.
Dit gaat natuurlijk in de eerste plaats over waarden. Welke waarden vind jij belangrijk? Bijvoorbeeld: respect voor andersdenkenden, tolerantie, behulpzaamheid, vriendelijkheid, zelfstandigheid, onafhankelijkheid, oprechtheid, ….
Al deze dingen leert je kind niet omdat je vertelt dat hij of zij zo moet DOEN. Integendeel, dat kan zelfs averechts werken. Omdat je daarmee misschien ingaat tegen de eigenheid van je kind of tegen zijn of haar gevoel van autonomie.
Nee, het gaat over ZIJN. Wie ben jij in het contact met je kinderen? Wie ben jij in het omgaan met anderen? Wie ben jij als het gaat over jouzelf? Accepteer jij jezelf? Kun je dealen met je eigen emoties? Durf jij te staan voor jouw waarheid?
Dat maakt opvoeden zo waardevol. Niet dat het altijd makkelijk is. Helemaal niet. En ook niet altijd leuk, want het kan best confronterend zijn. Maar wel waardevol. Want terwijl jij werkt aan het leven volgens jouw eigen waarden, leren je kinderen van jou.
Het gaat ook over de vraag: wat voor leven gun jij je kind? Gun jij dat ook aan jezelf? Stel, je gunt je kind om afwijkend te mogen zijn, zijn of haar eigen pad te kiezen. Doe jij dat zelf dan ook? Durf je dat? Als jij je kind ergens de ruimte voor wilt geven, moet je dat ook aan jezelf kunnen geven.
Opvoeden gaat in die zin eigenlijk vooral over jezelf. ‘Werken aan jezelf’ is tegelijk iets bijdragen aan de opvoeding van je kind. Want als jij leert om beter te dealen met jouw emoties of je angsten te overwinnen of om je minder van anderen aan te trekken, dan ben je een goed voorbeeld voor je kind.
Mijn kinderen zijn nu min of meer volwassen (21 – 27). En ik zie dat ze inderdaad vooral geleerd hebben van wat ze mij en hun vader zagen doen. Wat wij voorgeleefd hebben. En vaak ben ik daar blij en tevreden mee en soms wat minder :).
Dus wat wil jij je kinderen meegeven? Wat vind jij belangrijk? Leef je dat ook voor? Ik wil je graag uitnodigen om hier eens bewust bij stil te staan. En realiseer je dat alles wat je je kind gunt, dat mag je (en moet je misschien wel) ook jezelf gunnen. Mildheid bijvoorbeeld over jezelf.
En als je over deze vragen nadenkt, formuleer dan alleen positieve antwoorden. Dus niet: ik wil graag dat mijn kind niet bang is voor wat anderen vinden, maar ik wil graag dat mijn kind zichzelf durft te zijn. En geef zelf het goede voorbeeld 🙂
Herken je dit? Wat zijn jouw ervaringen? Laat het hieronder weten, ik hoor graag van je.
Wil je me helpen om meer mensen te bereiken en vind je dit artikel de moeite waard? Deel het dan via de shareknop. Dank je wel!
Het is bedroevend, maar waar. Ik hoor steeds vaker dat een diagnose deuren opent, die anders gesloten blijven. Als je als ouder hulp nodig hebt bij het omgaan met je kind, word je daardoor bijna gedwongen om een diagnostisch onderzoek te laten doen. Hoe ontsnap je daar aan?
Want veel ouders willen dat helemaal niet. En ik kan me dat goed voorstellen. Een diagnose is toch een label. Je zet je kind daarmee vast. ‘Zo ben jij’. En het komt ook erg op de voorgrond te staan. Voor anderen kan je kind de diagnose worden i.p.v. dat ie er één heeft: je kind wordt ‘een ADHD-er’ of een PDD-NOSser’.
Alles wat je kind doet, wat hij of zij lastig vindt, niet goed in is, hoe je kind reageert, wordt dan gezien in het licht van de diagnose. Maar je kind is altijd veel meer dan dat. Elk kind blijft unieke combinatie van eigenschappen, ongeacht een diagnose.
Het kan ook ervaren worden als een ‘eindstation’: hier kom je nooit meer van af. En dat kan een rem op ontwikkeling zetten. Want ook al heb je bepaalde kenmerken, ook al heb je problemen omdat je op een bepaalde manier in elkaar steekt, elk kind, elk mens kan leren, kan groeien. En dat perspectief wil je je kind graag geven, toch?
Bovendien: wat zegt een diagnose nu precies over jouw kind? De procedure van het diagnosticeren zit namelijk zo in elkaar, dat het ene kind met ADHD heel andere kenmerken kan hebben dan de andere. Om de diagnose te krijgen moet je kind voldoen aan een aantal kenmerken die op een lijst staan, ongeveer de helft.
Nog een reden om huiverig te zijn voor een diagnose is dat je niet weet wat het doet met het zelfvertrouwen van je kind. Het kan voelen alsof je je kind vertelt dat het ‘niet goed’ is, dat er iets mis is met hem of haar. En dat wil je eigenlijk niet.
Tenslotte blijkt in de praktijk vaak, dat een kind niet in één hokje past. Er zijn heel wat kinderen, die wisselende diagnoses krijgen. Was het eerst ADHD, nu is het PDD-NOS. Of je kind krijgt een diagnose en je blijft toch twijfelen, omdat het niet helemaal past met wat je erover leest en meekrijgt aan informatie.
TOCH: laten we eerlijk zijn, je kind is echt anders (dan de meeste kinderen). Dat is zo en dat moet ook benoemd worden. Dat moet begrepen worden. Dat geeft rust. En dat is zeker een positief effect als je een diagnose laat stellen.
MAAR: daarvoor hoef je niet perse een diagnostisch onderzoek te laten doen. Je kunt ook ‘gewoon’ uitgaan van het feit dat het je kind anders is en uitzoeken hoe je kind anders is. Dat het gedrag van je kind dus geen onwil is, maar onmacht. Uitgaan van je kind helpen i.p.v. corrigeren. Achterhalen hoe en wat je kind ervaart, je kind daarin serieus nemen. Proberen te leren begrijpen wat je niet in eerste instantie niet snapt. Met respect voor de eigenheid van je kind.
Als dit een weg is, die jij graag zou inslaan met je kind, dan is mijn onlineprogramma heel interessant voor jou. Want daarin leer je een andere aanpak, eentje die je leert om je kind beter te begrijpen, om je eigen gedrag beter af te stemmen op je kind. Anders om te gaan met situaties en emoties. Zodat je veel minder conflicten hebt, de sfeer verbetert en jij je kind steeds beter gaat begrijpen.
Meld je om te beginnen aan voor het gratis webinar hierover, dat ik woensdag 11 en vrijdag 13 november geef.
Vind je dit interessant voor anderen? Deel het dan via de shareknop, dank je wel!
Normen en waarden zijn twee woorden die meestal in één adem genoemd worden. Alsof ze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Maar dat klopt niet. Ze worden ten onrechte op één hoop gegooid want er is een groot verschil tussen beide.
Waarden zijn grotendeels universeel. In elk cultuur vind je waarden terug als behulpzaamheid, betrouwbaarheid, respect, zorgzaamheid. Deze intrinsieke waarden zijn naar mijn idee aangeboren. Elk kind wordt geboren met de behoefte om goed te doen, om zich te verbinden met een ander, om rekening te houden met een ander. We zijn immers bij uitstek een sociaal dier. Misschien is het zelfs wel zo, dat deze intrinsieke waarden samenvallen met onze basisbehoeften als behoefte aan respect, autonomie en verbinding.
Normen hebben meer te maken met de manier waarop deze waarden worden ingevuld. Respect kan bijvoorbeeld getoond worden door beleefdheid. Wat beleefd is, verschilt per (sub)cultuur en is aan verandering onderhevig. Het heeft meer te maken met gewoontes en onuitgesproken sociale afspraken.
Ik ga hier niet te diep op in, want ik ben natuurlijk geen expert op dit gebied :). Wat ik van belang vind is om het onderscheid tussen normen en waarden te maken. Want het door elkaar gooien van deze termen vertroebelt de discussie als het gaat over het aanleren van normen en waarden bij kinderen.
Ik ben ervan overtuigd dus dat elk kind met innerlijke waarden geboren wordt. Het is dus niet nodig om kinderen deze te ‘leren’. Het is meer een kwestie van het kind helpen om deze waarden in praktijk te kunnen brengen. Je eigen gedrag in overeenstemming met je waarden brengen vergt een mensenleven. En het is fijn als je daar in je jeugd hulp bij krijgt van je ouders. Op zo’n manier dat je voelt dat het over je eigen waarden gaat.
Anders ligt het met normen. Op bezoek de andere aanwezigen een hand geven is onze norm van beleefdheid, maar dat is niet over de hele wereld zo. Vroeger moest je u zeggen tegen elke volwassene, nu is dat niet meer zo.Net als dat het niet netjes is om Iemand aan te staren of onaardige dingen te zeggen over een ander, enz. Normen gaan dus over wat hoort en wat niet hoort.
Het verschilt per cultuur, per subcultuur en per gezin welke normen er zijn. Dat bepaal je als ouder ook zelf. Of je kind bepaalde (scheld)woorden wel of niet mag gebruiken, of je met mes en vork eet, of je je moet voorstellen aan de visite., enz.
Kinderen hebben uitleg nodig over de normen in onze maatschappij. En soms is dat lastig. Kinderen kunnen in hun onbevangenheid dingen doen die ons confronteren met onze normen. Is het eigenlijk wel verkeerd als een kind zegt “Wat heb jij een grote neus?”. Ze dwingen ons daardoor om na te denken over onze normen. Waarom vind ik dat iets ‘zo hoort’? Hoe geldig is mijn argument?
Vertrouwen op de innerlijke waarden van je kind maakt het opvoeden makkelijker. Laat het idee los dat jij heel hard moet werken om je kind groot te brengen tot een burger met de juiste waarden. Het gaat er eerder om dat je ze niet frustreert.
Leg de normen van onze maatschappij uit, zodat je kind ze in elk geval begrijpt. Maar leg ook uit dat niet iedereen dezelfde normen heeft. Dat je de keuze hebt welke normen je wel of niet wilt hanteren. Laat ook zien dat sommige andere mensen andere normen hebben. En dat je deze kunt respecteren.
Laat het gedrag van je kind je inspireren om je eigen normen te onderzoeken. Welke normen passen bij mijn waarden en welke eigenlijk niet? Waarom doen we eigenlijk zo als we doen? Waarom vind ik dat iets hoort of niet hoort?
Vind je dit artikel interessant, wil je het dan delen via de shareknop?
Ben je het met me eens of niet, heb je aanvullingen? Laat het vooral weten bij de reacties hieronder. Dank je wel alvast!
Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. Privacyverklaring
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.