All Posts by Karla Mooy

Eigenlijk logisch dat je zoveel strijd hebt met je kind

Als ouders mijn hulp inroepen is dat 9 van de 10 keer omdat ze veel strijd hebben met hun kind. Omdat er vaak gedoe is, ruzie is, hun kind vaak nee zegt en niet meewerkt. Eigenlijk iets wat elke ouder weleens ervaart. Maar dan gewoon elke dag. Elke dag strijd met je kind is uitputtend en maakt ouder en kind niet gelukkig. Hoe komt het nu dat je zo vaak strijd met je kind hebt?

Laat ik maar met de deur in huis vallen: het is NIET omdat je niet kunt opvoeden, omdat jij het allemaal verkeerd zou doen. Als je vaak strijd hebt met je kind, kun je wel heel gemakkelijk dat gevoel krijgen, maar onthoud: dat is niet waar. Het ligt niet aan jou!

Bijna altijd als ik met ouders in gesprek raak, blijkt vroeg of laat in dat gesprek dat hun kind geen doorsnee kind is. Kinderen met specifieke kenmerken. Vaak zijn het kinderen die niet flexibel zijn, prikkelgevoelig zijn, graag de dingen zelf bepalen en behoorlijk temperamentvol zijn. Een pittig kind, noem ik dat tegenwoordig.

Ligt het dan aan het kind? Nee, ook niet. Je kind heeft specifieke kenmerken, maar dat heeft iedereen. Niks abnormaals aan. Het ligt aan de interactie. De combinatie van kind en hoe je met je kind omgaat, je opvoedingsaanpak. Deze kinderen gedijen niet bij de gebruikelijke aanpak in het opvoeden.

Over het algemeen gaan ouders in Nederland vrij vriendelijk met hun kinderen om. Ze geven ruimte en inspraak aan hun kind. Maar als puntje bij paaltje komt zijn ze wel de baas. Zo nodig wordt gedrag gecorrigeerd door belonen of straffen (time out bijvoorbeeld)

En veel kinderen doen het daar op. Niet dat het in mijn visie het beste is wat je je kind kan bieden, maar bij veel kinderen geeft dat niet echt grote problemen. Over het algemeen loopt het wel en eventuele problemen vallen in de categorie “Overal is weleens wat”, je weet wel wat ik bedoel.

Maar de kinderen die ik hierboven omschreven heb, die doen het daar niet op. Die worden snel boos, accepteren moeilijk een nee, willen hun zin doordrijven en strijden desnoods door tot het bittere eind. Ze zullen niet snel jouw gezag accepteren. En juist thuis gooien ze de kont tegen de krib.

Bovendien kunnen ze boos worden omdat ze zich onbegrepen voelen. En vaak is dat ook zo. Omdat ze wat anders in elkaar steken dan de meeste kinderen, worden ze niet echt begrepen. En reageert een ouder onbewust op een verkeerde manier.

Tenslotte word je als ouder door het gedrag van deze kinderen nogal op de proef gesteld. Veel meer dan bij andere kinderen worden jouw emoties getriggerd. En die maken het probleem ook weer groter. Want er zit een grens aan hoe lang jij je geduld weet te bewaren.

Wat is er nu nodig om uit deze strijd met je kind te komen? Daarvoor is een andere benadering van je kind nodig. Eentje die ervoor zorgt dat je kind zich beter begrepen en geaccepteerd voelt. Eentje die recht doet aan de behoefte van je kind aan eigen inbreng. Eentje die jouw handelen veel beter afstemt op de specifieke kenmerken van je kind.

Mijn belangrijkste boodschap is dus: het ligt niet aan jou, het ligt niet aan je kind. Jullie doen allebei je best. Maar je kind heeft iets anders van je nodig. En het goede nieuws is: dat kun je leren.

Concrete tips vind je in mijn gratis handleiding, gratis onlinetrainingen en blogs. Aanmelden voor een online training doe je hier.

Heb je meer hulp nodig, dan kan mijn onlineprogramma Stap voor stap een gelukkig gezin je goed helpen. Klik hier om te lezen wat het programma hoe dit programma ook voor jou de oplossing kan zijn

Wil je me helpen om deze boodschap verder te verspreiden? Deel dit blog dan voor me. Heel erg bedankt daarvoor! 

En natuurlijk hoor ik graag van je, dat kan hieronder 🙂

Begrenzen hoort er wel degelijk bij.

Mijn visie op opvoeden is kindgericht. Kijken wat het kind nodig heeft, uitgaan van vertrouwen. Dat betekent o.a. goed luisteren en erkenning geven.  Vaak ontstaat dan het misverstand, dat je altijd lief, begripvol en geduldig moet blijven wachten tot je kind je begrijpt en ergens mee stopt of iets gaat doen wat moet gebeuren. Maar zo soft is deze aanpak niet :). Ik zal je uitleggen hoe het zit.

Ten eerste heb je als ouder natuurlijk een speciale verantwoordelijkheid. Daarom heeft je kind een ouder nodig, die voor hem zorgt. Je zorgt voor de veiligheid, gezondheid en het welzijn van je kind. Als je kind iets gevaarlijks doet, grijp je natuurlijk in. Je gaat niet rustig uitleggen, dat het kind zijn arm op moet tillen omdat anders zijn mouw vlam vat. Nee, je trekt zijn arm onmiddellijk bij het vuur vandaan.

Ten tweede zijn er grenzen, die je trekt omdat er een belangrijke waarde of behoefte van jou in het geding komt. Je wilt bijvoorbeeld niet dat je kind een broertje of zusje pijn doet. Of je wilt niet dat je kinderen met stiften op het behang tekenen. Daar zul je duidelijk in moeten zijn.

Deze grenzen vragen om handhaving. Soms wordt dat verward met de baas spelen als ouder of niet respectvol zijn. Maar dat is het niet. Het is de verantwoordelijkheid oppakken, die je als ouder hebt Je kind heeft dat nodig van jou.

Wat daarbij van belang is, dat je er zelf echt achter staat. Dus stel geen grens omdat je denkt dat het zo hoort (niet zonder douchen gaan slapen, bijvoorbeeld). Of een halfzachte grens,  iets wat je liever niet hebt, maar als puntje bij paaltje komt, blijkt het niet zo’n stevige grens (niet met een bal spelen in huis, bijvoorbeeld). Je moet het als het ware in jezelf verankerd hebben.

Handhaven doe je dan door duidelijk, maar rustig te blijven staan. Heb ruimte voor de weerstand van je kind. Erken die ook. En blijf staan voor wat je echt niet wil of juist wel.  Grijp eventueel fysiek in. Pak de arm van je kind vast en zeg “Natuurlijk ben je heel boos op je zusje. Maar hier in huis slaan we elkaar niet. Zeg het met woorden” of til je springende kind van de bank en zeg “Springen op de bank is leuk, maar maakt de bank stuk. Helaas, pindakaas…”

Het is dus én én. En je erkent de frustratie van je kind én je blijft staan in wat je echt niet wilt. “Nee, dat is niet leuk. En toch zul je nu iets anders moeten verzinnen. En je mag best even boos zijn, dat snap ik wel “.

Stuur de gedachten van je kind richting een oplossing, dat kan erg helpen. Stel een hoe-vraag. “Hoe zou het wel kunnen” of “Hoe kunnen we ervoor zorgen dat … “.  Bijvoorbeeld: Hoe kun je op zo’n manier op de muur tekent, dat het er ook weer afkan, bijvoorbeeld”.

Zie het als iets dat je kind nog moeilijk vindt. Neem het niet persoonlijk. Stop het rennende kind en zeg bijvoorbeeld “Ik zie dat je even vergeten bent, dat we hier in huis niet rennen.” Geef eventueel een keuze:  “Wat wil je: buiten tikkertje spelen of binnen iets anders gaan doen?”

Als je er op die manier naar kijkt, is het makkelijker om rustig te blijven. Je hoeft helemaal niet boos te worden, liever niet. Maar je mag best streng zijn, of ‘ferm’, zoals ik dat graag noem. Zodat je kind voelt dat het menens is. Dat jij de grens of afspraak handhaaft. Dat maakt je ook voorspelbaar en dat heeft je kind nodig.

Delen is fijn, dank je wel alvast.

Vind jij het ook lastig om grenzen te handhaven? En hoe pak jij het dan aan? Laat het me hieronder weten, ik ben er echt benieuwd naar.

Wees niet bang voor een boze bui

Een driftbui van je kind is niet leuk, daar weet ik alles van. En zeker niet als het regelmatig gebeurt. Dus het is niet meer dan logisch dat je probeert dat te voorkomen. En toch is het beter om er niet bang voor te zijn.

Links

Veel ouders die ik spreek vertellen dat ze ‘op eieren lopen’. Misschien herken je dat zelf ook wel. Altijd bezig om het zo te sturen dat er geen driftbui komt.

En dat is logisch, want het is echt niet leuk. Ouders houden, zoals zoveel mensen, van harmonie en gezelligheid in huis. Pittige kinderen kunnen veel invloed hebben op de sfeer in huis.

Toch werkt het averechts. Want dat ‘op eieren lopen’ geeft spanning in jezelf. En die spanning voelt je kind ook. Dus je verhoogt onbewust de spanning in de sfeer, die je kind ook weer kwijtmoet. En dus vergroot je de kans op een boze bui.

Van mij mag je dus per direct stoppen met het lopen op eieren. Scheelt ook veel energie trouwens (!). En weet je wat ook zo is? Je hoeft eigenlijk helemaal niet bang te zijn voor een boze bui.

Want een boze bui is alleen maar precies dat. Een boos kind. En dat gaat ook weer over. Als je je er niet meer tegen verzet, maar het kan accepteren zoals het komt, scheelt dat enorm. De boosheid kan makkelijker weg. En zelf kun je kalm blijven, waardoor er ook geen escalatie volgt.

Een boze bui hoeft helemaal geen scène te worden. Het kan gewoon blijven wat het is, een boze bui. Het enige wat nog inspanning vraagt van jou, is je kind te begeleiden bij het uiten van de boosheid.

Want boosheid is oké, dat hoort bij het leven en heeft zeker ook een functie. Want zonder boosheid weet je ook niet waar je grenzen en liggen. Dus die moet je altijd accepteren als ouder. Alleen de manier waarop je kind de boosheid uit, daar heeft hij of zij meestal wat te leren.

En ook dat hoort bij het leven. Het zal niet in één keer ‘goed’ gaan (het helpt trouwens ook enorm om niet meer te denken in termen van goed en fout, maar het leven te nemen zoals het komt. Maar dat terzijde). Het is een leerproces, zoals het hele leven dat eigenlijk is. Niets om je druk over te maken als je het goed beschouwt 😊

Ik ben benieuwd naar je reactie, kun je hier wat mee? Laat het hieronder weten. Ook fijn als je het deelt op social media, dank je wel!

Alles is een leerproces

Vaak zijn we als ouders veel te hard aan het werk. Steeds maar weer zorgen dat je kind doet wat er van hem of haar verwacht wordt. Elke dag opnieuw. Dat is niet alleen uitputtend, het is ook niet handig voor het leerproces van je kind.

Mijn uitgangspunt is: je kind is zelf verantwoordelijk. Zo vanaf een jaar of 6 (en vaak al eerder) kun je best je kind zelf verantwoordelijk laten zijn voor zaken, bijvoorbeeld het op tijd klaar zijn ’s ochtends. Zo niet, dan ervaart ze vanzelf de gevolgen (bijvoorbeeld in pyjama naar school moeten of op sokken in de auto).

Dit lijkt misschien wat cru. Maar pittige kinderen leren nu eenmaal vooral door ondervinding. Ze zijn te eigenwijs (en dat bedoel ik niet negatief) om zich te laten leiden door wat jij zegt, omdat jij het wel beter zult weten.

Waarschuwingen en aansporingen worden in de wind geslagen. Meestal moeten ze een ‘mislukking’ eerst een keer meemaken, voordat er wat verandert in hun gedrag. Want pas dán hebben ze een motivatie om het anders te doen, ze weten nu immers wat er kan gebeuren.

Ik zie alles als een leerproces. Als ouder zorg je voor een heldere structuur van afspraken, regels en gewoontes. Zodat je kind precies weet wat er verwacht wordt. Maar in hoeverre dat lukt, dat is het leerproces.

Dit uitgangspunt heeft een aantal grote voordelen. In de eerste plaats geeft het jou meer ruimte. Je hoeft niet meer eindeloos te zorgen dat de dingen ‘goed’ gaan. Je kunt het leven laten gebeuren, zoals het gaat. (Behalve als de situatie echt gevaarlijk is, maar dan grijp je automatisch in, daar hoef je niet over na te denken.)

In de tweede plaats is het veel beter voor de sfeer. Juist de hele tijd aansporen en opdrachten geven, leidt tot veel strijd. Want je kind wil immers zelf bepalen en zich niet door jou laten sturen. Dus komt hij in opstand en wil hij steeds minder doen wat je zegt.

Maar bovenal is het voordeel dat je nu aan de lange termijn werkt. Want nu moet jij elke dag zorgen dat je kind op tijd op school is, gezond eet, niet te lang achter een scherm zit, op tijd in bed ligt. Dat is hard werken en het resultaat altijd tijdelijk. Morgen begint alles opnieuw. Korte-termijn politiek in feite.

Maar als je kind het leerproces heeft doorlopen en zich aan de afspraak kan houden, heb je het ‘voor altijd’ opgelost. Zolang er niets bijzonders gebeurt, loopt het zoals de bedoeling is. Je kind heeft werkelijk iets geleerd. Dat is lange-termijn werk, veel beter, toch?

Gun je kind dit leerproces. Dat betekent wel dat je dingen ‘fout’ moet laten lopen. Dat je boze buien moet accepteren, als je kind botst met afspraken en regels die ze niet fijn vindt. Dat is moeilijk voor een ouder, daar weet ik alles van. Maar het is veel makkelijker als je weet dat het onderdeel is van het leerproces.

En dit geldt in feite voor alles. Niet alleen op tijd op school komen, maar ook omgaan met vriendjes, je boosheid op een goede manier leren uiten, huiswerk maken, op bezoek gaan, naar de tandarts gaan, enz. Werkelijk alles is een leerproces.

O ja, voor alle duidelijkheid: dit betekent niet je kind aan zijn lot overlaten. Jij bent de begeleider van het leerproces. Jij helpt je kind om lastige dingen te leren. Jij geeft je kind vertrouwen en perspectief. De belangrijkste taak die er is!

Ik ben benieuwd of dit artikel je inspireert en verder helpt. Ik hoor graag van je, laat hieronder je reactie weten. En zoals altijd is delen heel fijn, dank je wel alvast!

Dank-je-wel zeggen: zo leert je kind dat vanzelf.

“En wat zeg je dan?” Voor de meeste ouders was dat vroeger dé manier om je kind te leren dank je wel zeggen. Ook nu nog hoor je dat regelmatig. Ik heb dat vroeger ook gedaan, tot ik eens iets las wat me aan het denken zette. Sindsdien deed ik het anders.

Er zijn een aantal redenen om het anders te doen. Ten eerste is het zinnetje “wat zeg je dan?” voor kinderen niet direct duidelijk. Wat zouden ze moeten zeggen: “mag ik nog eentje?” 🙂  Het brengt ze in verwarring.

Ten tweede: als ze op een gegeven moment doorkrijgen dat ze “dank je wel” moeten zeggen, reageren ze voortaan op de automatische piloot. Ze geven een standaard antwoord op een standaard vraag. Dat wil nog niet zeggen dat ze zich bewust zijn van dat ze bedanken. En dat is zonde, want wat betekent het dan?

Ik weet uit mijn kindertijd nog dat er veel nadruk op lag. Dat maakte dat ik zo bezig was met de vraag of ik wel netjes genoeg bedankt had, dat ik helemaal niet kon voelen of ik eigenlijk wel blij was met wat ik kreeg. Dat is jammer, want het is toch fijn als een kind werkelijk dankbaarheid kan ervaren en uiten.

Sommige kinderen vinden het nog een beetje moeilijk, bijvoorbeeld omdat ze verlegen zijn. Dan maakt het feit dat er aandacht op komt te liggen het alleen maar moeilijker om de stap te zetten. Jij kunt het dan ook doen voor je kind. ‘Dat vindt ze vast lekker, dank u wel’.

En het allermeest leert je kind van jou. Van wat jij voorleeft. Hoe vaker jij de mensen om je heen vriendelijk bedankt, hoe meer hij dat zal overnemen. Vooral als je niet vergeet om ook je kind te bedanken. Als ze iets voor je gemaakt heeft bijvoorbeeld.

Maar ook bij hele kleine dingetjes, bijv. als hij je iets aangeeft. En als jij haar iets gevraagd hebt om te doen en ze doet het ook. “Wil je even opschuiven? Dan kan ik er beter bij”. En dan “dank je wel”. Het wordt een natuurlijke gewoonte, die je kind gemakkelijk van je overneemt.

Tenslotte kun je af en toe eens stilstaan bij dankbaarheid. Echt voelen dat je dankbaar bent, maakt gelukkig. Het geeft een warm gevoel. Je kunt met je kind eens om de beurt benoemen waar je blij mee bent, dankbaar voor bent. Je kunt het ook opschrijven in een mooi dankbaarheidslijstje en bewaren.

Wil je iets hebben waarmee je regelmatig dankbaarheid kunt oefenen, dan kun je een dankbaarheidstreng van kralen maken of kopen. Kijk voor inspiratie op www.dankbaar.org.

Vind je dit een leuke eye-opener? Deel het dan op de social media, dank je wel daarvoor!

Wil je iets opmerken of toevoegen? Ik lees hieronder graag je reactie.

Daarom doet je kind zo moeilijk

Denk jij ook weleens ‘waarom doet hij zo moeilijk?’ of ‘waarom ligt ze altijd dwars?’ Als je een pittig kind hebt, komen deze verzuchtingen regelmatig voorbij. Je zou zo graag willen dat dingen ook eens vanzelf gaan, toch? Ik zal je uitleggen hoe ik denk dat het in elkaar zit.

Pittige kinderen zijn gevoelige kinderen. Ze pikken alles op, staan altijd aan en merken alles op. Met andere woorden, alles komt binnen en alles trekt aandacht. Hun hoofd kan moeilijk filteren of dingen negeren.

Dat maakt de wereld overweldigend. Het kan een gevoel geven van onveiligheid, van je verloren voelen, zoiets kan ik me voorstellen. En dan wil je grip terug. Je wilt grip op die overweldigende wereld, zodat het wat minder overweldigend wordt.

En hoe krijg je grip? Als je weet wat je kunt verwachten. En ook als er gebeurt wat je in je hoofd had. En als je begrijpt wat er gebeurt. Dan kan het denken wat ontspannen. Alles wat je een naam kunt geven, in een context kunt plaatsen, maakt het overzichtelijk en dat geeft rust.

Maar vaak is dat niet zo. Gaan dingen anders dan verwacht. Dat geeft onrust. En geeft spanning. Dan word je kind dwingend. Want ze wil hoe dan ook de grip terug, de regie. Dan moet het op haar manier, want dat geeft een gevoel van grip. Je zou het bijna als een paniekreactie kunnen zien.

Daarom gedijen pittige kinderen extra goed bij duidelijkheid. Hoe voorspelbaarder de wereld, hoe meer rust in het hoofd. En hoe minder noodzaak om dwingend te zijn. Hoe dwingender je kind, hoe meer onrust er in zijn hoofd zit, zou je ook kunnen zeggen.

Er zit alleen nog wel een leuke uitdaging bij 😊 Als alles te voorspelbaar wordt, vindt je kind dat saai. Pittige kinderen houden ook van prikkels en van uitdaging, dus de kunst is om de basisstructuur helder te hebben, zodat daar binnen ruimte is voor nieuwe en spannende dingen. En ruimte om zelf te bepalen.

Is dit herkenbaar voor jou? Weet dan dat ik je verder kan helpen. Ik ben gespecialiseerd in wat ik ‘pittige kinderen’ noem. Ik heb al duizenden ouders geholpen hun kind beter te begrijpen en beter te begeleiden. Heb je al eens een onlinetraining van mij bijgewoond?

Wil je dit blog voor me delen om meer ouders te bereiken? Dank je wel!

Je reactie is hieronder van harte welkom.

Laat je kinderen hun ruzies zelf oplossen

In de vakantieperiode ben je als gezinsleden veel in elkaars gezelschap. Dat is natuurlijk ook fijn, zeker als je daar in het dagelijks leven niet altijd evenveel tijd voor hebt. Tegelijkertijd vergroot dat ook de kans op irritaties en ruzies. Goede tip: leer je kinderen hun eigen ruzies op te lossen, dat scheelt jou energie en irritatie.

Laat je niet tot scheidsrechter bombarderen. Dan heb je namelijk per definitie een blij en een boos kind. Kinderen gaan daar bovendien allerlei ideeën aan verbinden: “zij krijgt veel vaker haar zin omdat ze nog klein is” is bijvoorbeeld een bekende. Het gedrag wat dat  oproept bij je kind, is om te proberen vaker zijn zin te krijgen. En dat is niet altijd op de manier die jij graag ziet…

Je kúnt ook niet altijd een goed oordeel vellen, omdat je er niet altijd bij bent geweest toen de ruzie ontstond. En juist het interpreteren,wat je dan geneigd bent te doen is niet helemaal ongevaarlijk. Daar spelen jouw ideeën en verwachtingen over je kinderen een rol, en dat is niet altijd eerlijk. Weet ik uit eigen ervaring 🙂 Wees eerlijk: heb jij ook niet af en toe het idee dat je oudste wijzer zou moeten zijn? Of denk je weleens iets in de trant van “hij zal wel weer…”, “zij heeft natuurlijk weer…”

Je kunt ook gaan schipperen. Door niet een duidelijk oordeel te vellen, maar wat verzoekjes in te dienen. “Als jij nou eens de step pakt, dan kan hij op het fietsje” bijvoorbeeld. Het risico dat je dan loopt, is dat het kind wat van nature inschikkelijker is vaker toegeeft.

Waar we ons ook weleens op kunnen betrappen is vleien. “Kom, jij bent al zo groot, jij hoeft toch niet meer op dat stepje?” “Kom jij maar als een fijne grote meid mama helpen, dan kan je broertje nog even met het fietsje”.

Wat al deze manieren gemeen hebben is dat ze voorbij gaan aan de behoeften van je kinderen. Ook een groot kind wil soms nog even met speelgoed voor een kleintje spelen. Ook willen ze allebei even belangrijk zijn, even serieus genomen worden.

Bovendien ga je voorbij aan de zelfstandigheid van je kinderen. Als jij elke ruzie moet oplossen, leren ze niet hoe ze zelf op een goede manier een ruzie kunnen oplossen. En dat kan wel degelijk, ook met jonge kinderen.

Dat is dus de oplossing: laat je kinderen zelf een oplossing zoeken. In het begin kun je ze daar bij helpen door wat suggesties te doen. Vaak gaan ruzies erover dat twee kinderen hetzelfde willen. Op dezelfde plek zitten, met hetzelfde speelgoed of dezelfde activiteit. Oplossingen kunnen dus liggen in de sfeer van: samen doen of om de beurt. Ook een mooie oplossing: geen van beide mag met dat speelgoed spelen (! ) Dit kan voor kinderen soms een heel eerlijke oplossing zijn. En vergeet niet om erbij te zeggen: “Ik wed dat jullie ook nog wel een goeie oplossing kunnen verzinnen. Laat eens horen”. Soms is de ruzie al voorbij alleen doordat er samen naar oplossingen wordt gezocht.

Belangrijk is ook om boven tafel te krijgen wat hun behoeftes zijn. Soms kan dit een wat dieperliggend iets zijn. Kinderen kunnen bijvoorbeeld jaloers op hun broertje of zusje, omdat die wel een vriendje heeft om mee te spelen en zij even niet. Dan ben jij nodig om dat te kunnen zien. Of daar achter te kunnen komen, door goed te luisteren.

Het conflict is opgelost, zodra er een oplossing is gevonden, die voor allebei goed is. Dat is het enige criterium. Zijn je kinderen hier eenmaal mee vertrouwd, dan is het heel vaak voldoende als je zegt, ik bewaar dit speelgoed even tot jullie een oplossing hebben gevonden, waar je het allebei mee eens bent. Als je dit consequent toepast, zul je merken dat kinderen daar heel creatief in kunnen worden en soms ook heel snel een oplossing vinden.

Het voordeel van deze aanpak is dat ruzies doorgaans sneller zijn opgelost en dat jij er niet in verwikkeld hoeft te raken. Je bent hooguit nodig als begeleider in het proces van oplossen. Bovendien is de vaardigheid die je kinderen zo ontwikkelen, van onschatbare waarde voor hun sociale ontwikkeling 🙂

Vind jij dit ook een waardevolle tip, deel het dan via de shareknop hieronder, zodat ook anderen er van kunnen profiteren. Bedankt alvast!

En laat vooral weten wat jouw ervaringen zijn: herken je wat ik schrijf, heb je misschien nog toevoegingen? Ik kijk uit naar je reactie hieronder.

Wederzijds respect in je gezin, hoe bereik je dat?

Respect vinden ouders erg belangrijk in de opvoeding. Ze willen graag dat hun kinderen respect  tonen naar andere mensen. En terecht. Respect is een belangrijke kwaliteit in het samenleven van mensen. Toch laten kinderen (en niet alleen zij!) respectloos gedrag zien. Hoe krijg je een basis van wederzijds respect in je gezin voor elkaar?

Allereerst moeten we even ophelderen wat respect is. Respect is niet hetzelfde als beleefdheid. Wat beleefd is, is afhankelijk van de cultuur. Beleefdheid is een norm, respect is een waarde. Beleefdheid is een manier waarop respect getoond kan worden.

Respect is ook niet hetzelfde als bewondering. Dat is de richting waarin het begrip Respect bijvoorbeeld op facebook lijkt te gaan. Alsof het is wat je toont als je iets bijzonder vindt. Maar je kunt heel goed respect hebben voor het kleine, het gewone.

Wikipedia meldt het volgende: Respect betekent aanzien, eerbied of waardering, die men heeft voor (of ontvangt van) iemand vanwege zijn kwaliteiten, prestaties of vaardigheden. Het woord betekent oorspronkelijk omzien naar, en vandaar rekening houden met.

Voor mij betekent respect een combinatie van waardering en rekening houden met. Waardering niet omdat iemand iets bijzonders doet, maar waardering van wie iemand is, voor iemands eigenheid. Het heeft daarom ook veel te maken met erkenning. Uitstralen dat een ander er toe doet.

Hoe zorg je dat jouw kind respect toont voor jou en voor anderen? Door het voor te leven. Zoals voor zoveel dingen in het leven geldt hier ook: je krijgt wat je geeft. Dus toon respect voor anderen en niet in het minst voor je kind.

Wat betekent dat concreet? Dat je anderen in hun waarde laat. Dat je ruimte laat voor andersdenkenden. Ook binnen het gezin. Dat je kind zijn eigen mening mag vormen. Dat je rekening houdt met haar of zijn behoefte, ook als jij die niet begrijpt of onbelangrijk vindt.

Dus als jij je kind respect geeft, dan krijg je het ook. Mits je ook zelfrespect laat zien, daarover straks meer.

Maar als je goed kijkt, zie je dat wij volwassenen nog regelmatig onbewust het kind niet respecteren. Ook al lijkt het zo (en is het ook zo) dat kinderen veel ruimte krijgen in ons land om hun zegje te doen en er relatief veel rekening met hen gehouden wordt.

Het zit hem vaak in kleine dingen. Tegen (een behoefte van) een kind ingaan, omdat het jou niet uitkomt, omdat jij het beter weet als volwassene, omdat het niet hoort wat je kind wil of doet, omdat jij nou eenmaal de baas bent, bijvoorbeeld. Of omdat jij boos bent en je emoties niet in de hand kunt houden.

Soms zit er ook angst onder als ouders een kind minder respecteren. Angst dat een kind over hen heen gaat lopen. Maar respect tonen voor de eigenheid van je kind is iets heel anders dan hem altijd zijn zin te geven.

Want dan ga je voorbij aan je eigen behoefte of waarde en ben je respectloos naar jezelf. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Dus zelfrespect is belangrijk, dat je je eigen behoeftes bewaakt. En je eigen grenzen.

Nu kunnen pittige kinderen makkelijk een grens overgaan als ze boos zijn. Het is dus belangrijk dat je een duidelijk signaal afgeeft in zo’n geval. Bijv. ‘als je gaat schelden, kleineren, beledigen oid dan stop ik het gesprek. Ik luister alleen naar je als je fatsoenlijk bent’. En doe dat dan ook. Loop desnoods weg als dat nodig is.

Ook is het nodig om je kind te helpen omgaan met haar of zijn eigen boosheid. Hoe je dat wél op een goede manier uit. Want dat is belangrijk. Boosheid is eigenlijk een kracht, mits je het op een goede manier kunt uiten.

Dus als jij je kind respecteert én ook grenzen aangeeft, ben je een voorbeeld voor je kinderen. En zul je merken dat je kinderen vanzelf respect zullen tonen voor jou en andere mensen. En ook voor elkaar onderling. Zo creëer je een stevige basis van wederzijds respect in je gezin.

Wat daarbij extra kan helpen is een wekelijks gezinsoverleg. Dat is een praktische uitvoering van het uitgangspunt dat ieder gezinslid er evenveel toedoet. Ik zal daar binnenkort een apart blog aan wijden.

Heb jij last van respectloos gedrag in jouw gezin? Dan is het misschien tijd om mijn groepsprogramma Stap voor stap een gelukkig gezin te volgen. Lees hier waarom.

Vind jij dit artikel zinvol? Deel het dan via op de social media, zodat ook anderen er hun voordeel mee kunnen doen. Bedankt! Ook lees ik graag je reactie hieronder.

Je werkt te hard

Veel ouders werken te hard. En dan bedoel ik niet het werken in je baan of bedrijf. Maar het werken aan het gedrag van je kind(eren). In dit artikel leg ik uit hoe dat komt en hoe je het anders kunt doen. Met als resultaat meer ontspanning en meer effect.

Als je kindje net geboren is, is hij of zij totaal afhankelijk van jou als ouder. Voor alles. Drinken, verschoning, warmte, aandacht, veiligheid.  Dus het eerste wat een ouder leert, en een moeder nog het meest, is dat je er een grote verantwoordelijkheid bij hebt gekregen. En dat is natuurlijk ook zo.

Vanuit die verantwoordelijkheid ga je zorgen. Want je kindje heeft zorg nodig. Veel zorg. Het probleem is nu dat we vaak te lang blijven zorgen. Vooral moeders, want vaak vinden die dat stiekem ook heel fijn. Het zit ons nu eenmaal in de genen 🙂

Vanuit zorgen voor de basisbehoeften als eten, drinken, aandacht en veiligheid gaan veel ouders vervolgens  zorgen voor het gedrag van hun kind. Proberen dit gedrag positief te beïnvloeden. Dat wordt ook gestimuleerd door deskundigen. Want het is eigenlijk wat in het algemeen onder opvoeden wordt verstaan. Ouders proberen immers d.m.v. straffen en belonen het gedrag van hun kind de goede kant op te sturen.

Maar vooral als je een kind hebt met probleemgedrag, kan dat slopend zijn. Straffen en belonen zijn vaak niet effectief.  Daarnaast ben je vaak niet meer alleen bezig het gedrag te sturen, maar je gaat ook hard aan het werk om conflicten te voorkomen. Maar het frustrerende is, hoe harder je dat probeert, hoe vaker het fout lijkt te gaan.

Herken je dat? Je probeert de harmonie te bewaren, rekening met je kind te houden. Je doet je uiterste best. En toch. Weer ontploft je kind, luistert ie niet naar je, maakt je kind veel ruzie met broertjes of zusjes. Uitgeput raak je ervan. Want elke dag is opnieuw een uitdaging, er komt nooit een eind aan.

Wat is er aan de hand? Je bent in een patroon beland met je kind. Een patroon waarin jij hard werkt en je kind zich blijft ‘misdragen’. Alle goedbedoelde adviezen lijken niet meer te werken. Wat nodig is, is dat je dit patroon doorbreekt. De verantwoordelijkheid voor het gedrag moet weer bij je kind komen te liggen. En jij hebt als ouder de taak om je kind te helpen om het goed te doen.

Niet door zelf hard aan het werk te gaan. Maar door te onderzoeken wat je kind nodig heeft. Door je kind te helpen bij zijn leerproces. Vanuit vertrouwen en vanuit respect voor de autonomie van het kind. Je kind moet en wil voelen, dat haar gedrag haar eigen verantwoordelijkheid is.  Ieder kind kan leren om zijn eigen gedrag steeds beter te sturen. Maar sommige kinderen hebben daar veel hulp bij nodig. En wie kan dat beter bieden dan hun eigen ouder?

Het belangrijkste hulpmiddel hierbij is het gesprek. Samen met je kind zul je moeten onderzoeken wat er gebeurt in conflictsituaties en hoe je dat zou kunnen oplossen. Om deze gesprekken effectief te laten zijn, is het belangrijk om goed te leren luisteren naar je kind. Goed luisteren is de basis van het oplossen van de problemen met je kind. Daarom schrijf ik daar ook zo vaak over 🙂

Daarnaast is het nodig om duidelijkheid te bieden. Duidelijkheid en voorspelbaarheid zorgen voor rust. Dat doe je door een duidelijke structuur te maken, van heldere afspraken, regels en vaste routines. Zo weet je kind precies wat ze kan verwachten. En is het aan haar, om zich eraan te (leren) houden.

Wat tenslotte ook nodig is, is je houding en visie als ouder te veranderen. Je moet leren om je kind zijn eigen leerproces door te laten maken. Leren om vertrouwen te hebben. Beschikbaar zijn om daarbij te helpen. Door je eigen emoties en triggers onder controle te krijgen. Hoe beter jij je eigen emoties kan beheren, hoe meer jij de stabiele basis kunt zijn, die je kind nodig heeft om te leren.

PS Als dit jou aanspreekt omdat je voelt, dat wat ik in dit artikel beschrijf, bij jou/jullie speelt, dan is het groepsprogramma ‘Stap voor stap een gelukkig gezin’ voor jou/jullie een goede optie. Je ontdekt dan precies wat je kind nodig heeft en hoe jij dat biedt. Hoe je rustig blijft en hoe je heldere afspraken maakt. Ook ontvang je een compleet stappenplan voor het voeren van  oplossingsgerichte gesprekken. Persoonlijke begeleiding in de groep is een belangrijk onderdeel van het programma. Lees hier hoe dit programma je helpt om weer rust in het opvoeden te krijgen.

Ik ben nieuwsgierig of jij dit herkent. Ben jij zelf ook hard aan het werk bent om te zorgen dat ‘het goed gaat’? Heb je vragen of reacties, laat het dan hieronder weten. Alvast mijn hartelijke dank. 

Delen via social media is heel fijn, zo kunnen we samen meer ouders bereiken, dank je wel.

7 tips voor als je kind puber is

Veel ouders vinden de puberteit niet de leukste tijd, om het maar zacht uit te drukken 🙂 Ook als je kind tot dan toe niet zo ‘pittig’ was, kan dat nu zo maar veranderen.  Je kind is in een andere fase beland. Een fase waarin alles op losse schroeven staat, je kind zijn eigen weg zoekt, zijn eigen mening vormt. En ja, dat kan soms onbegrijpelijk zijn, ook voor de puber zelf trouwens. Die snapt soms ook niks van zichzelf. Zeven tips om deze fase makkelijker en plezieriger door te komen.

HEB BEGRIP EN HOU VERTROUWEN

Zoals gezegd, de puber snapt zichzelf soms ook niet. Last van stemmingswisselingen, de ene keer heel zelfverzekerd, de andere keer totaal onzeker en de kluts kwijt. Herinner je je eigen puberteit. Misschien had jij het ook weleens moeilijk met jezelf?

Hou vertrouwen in je kind. Een puber experimenteer en zoekt uit wie hij of zij is of wil zijn. Een zekere vorm van egoïsme hoort daarbij, niet van schrikken. Komt ook weer goed, weet ik inmiddels uit ervaring 🙂

MAAK GEEN EENZIJDIGE ‘AFSPRAKEN’ MEER

Ook met jongere kinderen kun je beter gezamenlijk afspraken maken dan ze op te leggen. Maar opgelegde regels en afspraken werken bij pubers al helemaal niet meer. Geef je kind ruimte en inbreng.

Als het gaat om ‘hoe laat thuiskomen’ bijvoorbeeld, leg dan duidelijk je zorg neer. “Ik vind het belangrijk, dat je uitgerust bent”of “ik vind het belangrijk, dat je op een veilige manier naar huis komt”. En heb ook aandacht voor de behoefte of zorg van je kind: erbij willen horen, niet eerder naar huis willen of niet opgehaald willen worden. Zorg voor een afspraak, die recht doet aan jullie beider behoeften.

LAAT LOS, WEES NIEUWSGIERIG EN GENIET

Ja, je kind gaat zijn eigen weg. Gaat worden wie hij of zij is of wil zijn. Vormt zijn identiteit. Geef het die ruimte, daar heeft je kind recht op. En natuurlijk horen daar soms gedragingen bij, die je niet aanstaan.

Maar wees nieuwsgierig ipv bang of afkeurend. Wat beweegt jouw kind? Waarom vindt ze iets mooi of interessant? Als je in staat bent om open te luisteren,  kun je hele boeiende gesprekken hebben met een puber. Geniet van het feit, dat je getuige mag zijn van de ontwikkeling van kind naar volwassene.

WEES JE KIND TOT STEUN

Al doet je puber soms nog zo stoer, je kind heeft je soms heus nog wel nodig (en dan bedoel ik niet alleen ergens naar toe gebracht worden…). En wil nog steeds verzekerd blijven van je liefde en steun.

Als jij je open en accepterend opstelt naar je kind, is de kans veel groter dat hij je hulp of mening vraagt als ie ergens mee worstelt. Laat weten dat je altijd beschikbaar bent, maar dring je hulp niet op.

ZOEK DE BALANS TUSSEN BETROKKENHEID EN TERUGHOUDENDHEID

Je kind heeft ook behoefte aan zijn eigen leven, aan rust, aan privacy. Let goed op de signalen die je kind geeft. Als je goed kijkt en luistert, weet je wanneer je welkom bent en wanneer je te veel bent of je mond moet houden.

Heb je zelf behoefte aan contact ergens over, begin dan met een ik-boodschap, waarin je aangeeft wat je graag wilt bespreken en waarom.

NEEM VERANTWOORDELIJKHEID VOOR JE EIGEN EMOTIES

Als je geïrriteerd of anderszins geraakt wordt door gedrag van je puber, ga dan bij jezelf te rade. Waarom raakt mij dit zo? Waar ben ik gevoelig voor? Welke mening of overtuiging heb ik over mijn kind of over hoe hij zou moeten zijn?

En klopt dit dan wel, of maak ik hiermee mijn eigen probleem?  Leg je irritatie in elk geval niet ongecensureerd bij je kind neer, want dat is hét beste recept voor problemen. Pubers zijn namelijk vaak niet heel erg verdraagzaam….

BLIJF DUIDELIJK

Bovenstaande betekent niet dat je elk gedrag maar moet accepteren. Wees wel kritisch in het kiezen van de dingen waar je een punt van wilt maken. Zie die dingen als een leerproces, verwijt het je kind niet persoonlijk. Het is én/én. Én je toont begrip en empathie voor het feit dat je kind het er niet mee eens is én je handhaaft je punt.

En bovendien…

Last but not least: leer relativeren. Misschien heb je het al ontdekt: wat de ene dag een groot probleem is, wordt de volgende dag weggewuifd als een kleinigheid. Juist door die onbalans in emotioneel opzicht, kan een puber soms ook heel erg overdrijven. Bagatelliseer het niet naar je kind toe, op dat moment is het een groot ding, maar het helpt wel om voor jezelf te bedenken, dat het vaak niet zo’n vaart loopt.

En ook opmerkingen richting jou zijn soms wat ongenuanceerd. Natuurlijk mag je daar wat van zeggen, maar leg niet op elke slak zout. Humor doet ook wonderen trouwens, pubers vinden het fijn als je niet al te ‘serieus’ doet 🙂

Wat zijn jouw ervaringen met pubers? Ik hoor graag van je. Hieronder kun je je reactie kwijt. Ook fijn als je het blog wilt delen op social media, dank je wel!

>

Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. Privacyverklaring

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten